als schuldeischer van den man, die hem verwekt had, slechts eenige zilverlingen kon eischen voor zijn onderhoud, maar dat de wet geen inniger verhouding dan uit deze koude afrekening ontstond, mocht toelaten. Ging men verder, dan zou de hoogheid van het huwelijk, waarvoor de wet angstvallig had te waken, worden aangetast in zijn christelijke grondslagen. Hiermede was iedere groote gedachte vervallen. Men was niet groot jegens het natuurlijk kind, dat men den vader onthield en er een schuldenaar voor in de plaats stelde; men was evenmin groot jegens het huwelijk ten aanzien waarvan men Goldsmith's woord vergat: ‘That virtue, that is always to be guarded, is scarcely worth the sentinel’.
Een alimentatie-recht dus zou het natuurlijke kind op den vader kunnen doen gelden. Deze vorm van onderzoek naar het vaderschap, ontleend aan het Duitsche en Oostenrijksche recht, paste niet in een rechtssysteem als het Nederlandsche, dat, evenals het Fransche recht, het instituut der erkenning van natuurlijke kinderen in zijn wetboek had opgenomen. De nieuwe rechtsvordering van het kind zou dus door de erkenning kunnen worden gekruist. Nauwelijks had de rechter na het zeer minutieus onderzoek, dat het ontwerp van hem eischt, beslist, dat het kind verwekt was door den een, of een ander kon datzelfde kind bij een notariëele akte als het zijne erkennen; een dubbel vaderschap, waarbij het kind, had het zelf bij de beraadslagingen mogen meespreken, waarschijnlijk zou gezegd hebben, dat het de Grieken eerst recht vreesde, als zij hem geschenken brachten.
Over de onwaarheid van het wetsontswerp is bij de algemeene beraadslaging, met name door den heer Marchant, op niet malsche wijze geklaagd; misschien heeft zijn rede er toe bijgedragen, dat de minister het woord ‘vader’, dat in het ontwerp zelfs was vermeden, in het eerste artikel opnam. Maar heel veel verden kon de heer Van Raalte niet gaan, wilde hij de rechterzijde en den voorzitter van de commissie van rapporteurs, den heer Heemskerk, die bij deze beraadslagingen met veel beleid zijn taak als loods heeft vervuld, niet het humeur bederven.
Men had verwacht, toen de discussiën aanvingen, dat zich nauwelijks een tegenstander van het beginsel van het ontwerp zou aandienen. Die verwachting bleek ijdel. De heer Van Doorn heeft