- dingen van beteekenis, zooals een tandheelkundig instituut - hij vroeg voor het Hooger Onderwijs in het algemeen: zoo, bij voorbeeld, herziening van het zoogenaamd akademisch Statuut, dat den omvang en de inrichting der examens al te zeer in bijzonderheden regelt en, zoo doende, de vrije beweging der fakulteiten, in het vaststellen der eischen van bekwaamheid voor bepaalde studievakken, al te zeer belemmert; zoo, voor de hoogleeraren, iets als het ‘sabatical year’ der Amerikaansche universiteiten, de vrijheid om, na vele jaren van trouw en ijverig kollege-geven, eens een vol jaar te mogen vrij-nemen voor eigen wetenschappelijk werk. Hij maakte zich den tolk der geneesheeren, die klagen over onvoldoende praktische vorming gedurende de lange periode hunner medische studiën. Hij legde een heele verlanglijst over van de literarische fakulteit, die afzonderlijke leerstoelen wenscht voor mythografie, voor archaeologie, voor topografie, voor numismatiek. Ook had hij nog wenschen die alleen de studentenwereld kan bevredigen: eenvoudiger inrichting van het corpsleven, grooter inschikkelijkheid tegenover naar studie begeerige groenen, geregelde inschrijving der juristen in het ‘Album studiosorum’, vollediger kwijting van het verschuldigde leergeld.
Te Groningen werden wenschen uitgesproken die - men zou het den volgenden dag vernemen - reeds voor een belangrijk deel door de ingediende Staatsbegrooting, in den vorm van nieuwe posten op die begrooting, vervuld zouden worden. Maar hier werden alle andere wenschen overvleugeld door dien éénen, dien grooten, dien onafwijsbaren: spoedige herstelling van het door den brand van 30 Augustus zoo geweldig gehavende Akademiegebouw.
Het lijkt niet onmogelijk dat, wanneer de Regeering, ter vervulling van dien wensch, gelden aan de Volksvertegenwoordiging zal aanvragen, de groote quaestie der vier Nederlandsche universiteiten nog eens weer aan de orde zal worden gesteld, zij het dan ook alleen in een paar redevoeringen en in een zeker aantal replieken.
Sommige gelegenheids-journalisten hebben al dadelijk gemeend, naar aanleiding van dien brand, deze quaestie te mogen oplossen door de Regeering te advizeeren aan de Groningsche universiteit, nu ze geen zuilen-dak meer heeft om haar bestaan waardig te beschutten en te bekronen, ook den grond onder de voeten weg te nemen