veertig millioen, ten vorigen jare aan de indische geldmiddelen toegevoegd. De waarheid laat zich na eenmaal niet dwingen en in dit geval luidde de waarheid, dat Indië tot aanvulling van het door Nederlands toedoen ontstaan economisch tekort aanzienlijk meer dan veertig millioen behoefde. Dat minister Idenburg, geketend als hij was aan tal van behoudende elementen en aan ambtgenooten niet of weinig met Indië bekend, niet verder gaan kón, was verklaarbaar, maar van een liberale regeering, waaraan nevens den schrijver over de middelen tot verbetering van den economischen toestand der inlandsche bevolking van Java en Madoera, een uitnemend kenner van de indische financiën en een voortreffelijk waterbouwkundige, die zich met eigen oogen vergewissen kon van Java's bevloeiings- en afwateringsnooden, deel nemen, - van zulk een regeering mocht en mag beter verwacht worden. De hoop zij dan ook nog niet prijs gegeven dat, bij het aanstaand begrootingsdebat, minister Fock, geruggesteund door zijn ambtgenooten De Meester en Kraus, doen zal wat hij bij de toelichting tot zijn eerste begrooting achterwege liet: de middelen aangeven, waarmede hij tot een spoedige en afdoende oplossing van de indische quaestie denkt te geraken, - en dat hij, bij de keuze dier middelen, zich niet zal laten leiden door de eischen eener ten slotte op geldverspilling uitloopende zuinigheid, maar enkel en alleen door de zorg voor Indië's belang en Nederlands eer.
De Staatscourant brengt zooeven een bericht waaruit de ernst der regeering blijkt: de Staatscommissie tot herziening der Grondwet is benoemd! Het besluit van benoeming stelt voorop, dat de regeering de bepalingen omtrent het kiesrecht wil herzien; juist zooals de Premier in zijn gemoedelijk, maar bondig antwoord aan den heer Troelstra verzekerde.
De samenstelling der Commissie is, politiek gesproken, gemengd: zij bestaat uit zeven mannen van verschillende partijen, alleen de Kuyperianen en de sociaal-democraten, hetgeen te betreuren is zijn niet vertegenwoordigd.
De zwaarste taak rust op den voorzitter. Al behoort de heer De Beaufort tot de oud-liberalen, uit den aard der zaak geen vurige kampvechters voor Grondwetsherziening, waardiger en ernstiger