De Gids. Jaargang 69
(1905)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 551]
| |
Buitenlandsch overzicht.Ga naar voetnoot1)28 Augustus.De godin van den vrede staat nog niet op haar voetstuk. Sinds het begin der onderhandelingen te Portsmouth is zij min of meer zichtbaar geworden uit de nevelen waarmee zij omhuld was, zij heeft nu eens haar arm uitgestoken uit de wolken, dan weer heeft ze met de spits van haar voet den grond aangeraakt: maar zij is, tot op 't oogenblik dat wij deze regelen schrijven, een nevelgestalte gebleven, en mag men de laatste berichten gelooven dan zal het voetstuk dat de Amerikaansche President voor haar oprichtte, een ornament blijven zonder standbeeld.
Vrede of geen vrede? Er zijn geen authentieke berichten tot ons gekomen, noch over de door Japan gestelde vredesvoorwaarden, noch over den juisten loop der onderhandelingen, toch lijkt het niet onmogelijk zich van den gang van zaken in 't algemeen een voorstelling te vormen, want veel van wat over de conferenties te Portsmouth in 't publiek is doorgedrongen moet op een grond van waarheid berusten. De condities van Japan voor den vrede waren drieledig en moesten drieledig zijn. Ten eerste had de uitkomst van den oorlog de beslissing gegeven omtrent de vragen die tusschen Japan en Rusland aanhangig waren en die tot het aangaan van den krijg hadden geleid. In hoofdzaak betroffen zij de positie der Japanners in Korea en die der Russen en Mantschoerije. Hieromtrent is overeenstemming bereikt, en het | |
[pagina 552]
| |
kan ook moeilijk anders; het orakel van den krijg had te duidelijk gesproken. Ten tweede moesten de Japanners beproeven, als hun voordeel uit den oorlog weg te dragen de herneming der stelling in Oost-Azië waar zij door de vroeger bestaande vrees voor Rusland uit waren teruggedrongen. Ook dit is een wettige eisch. Zij verlangden Port Arthur met het schiereiland Liao-tong dat zij in den oorlog tegen China hadden veroverd en met spijt in Ruslands handen hadden zien vallen - (zij hadden 't daaruit ook weer teruggegrepen) - en zij wilden het bezit, heel of half, van het eiland Sachalin waar zij vroeger gezamenlijk met de Russen op gevestigd waren, en dat zij bij verdrag in 1875 hadden moeten afstaan. Op dit punt was tegenkanting te verwachten. Niet dat iemand aan de Japanners Port Arthur meende te onthouden, want in naam was het geen deel van het Russische Rijk, daar het van China gepacht was, en vormelijk zou alleen de pacht van het schiereiland door de Russen aan Japan worden overgedragen, maar Sachalin, hoewel misschien inderdaad voor Rusland verloren, was Russisch bezit en de afstand daarvan was voor het wereldrijk een vernedering. Ten derde was het een quaestie van waarborgen tegen een vernieuwde agressieve politiek van Rusland. Die waarborgen zouden bestaan in de overgaaf van een gedeelte van Ruslands vloot, voor zoover het in Azië was geïnterneerd, in een beperking van het aantal schepen dat Rusland voortaan in Oost-Azië mocht houden, en in een groote geldsom, een soort van oorlogsschadeloosstelling, door Rusland te betalen, een middel voor Japan om zijn hulpbronnen te versterken en een treffende verzwakking voor Rusland. Deze derde categorie van eischen was natuurlijk de bezwaarlijkste, en, zoo de uitdrukking geoorloofd is, de teederste. Bij de bespreking van die tweede en derde groep van vragen dreigden de onderhandelingen dus al spoedig af te breken. Maar de president van de Vereenigde Staten, de man die het initiatief voor de vredesconferentie had genomen, Roosevelt kwam op dit punt der onderhandelingen tusschen beiden. Het zal wel met hulp der Engelsche diplomatie geweest zijn dat hij de Japanners afbracht van hun eisch omtrent de in Azië geïnterneerde schepen | |
[pagina 553]
| |
en de beperking der Russische vloot, daarentegen mag men den Amerikaan misschien het denkbeeld toeschrijven om de schadeloosstelling te transformeeren in een koopsom die Rusland te betalen had voor het terug verkrijgen van de helft van Sachalin. Zoo zou aan de Russische eer zijn voldaan, en de Japanners hadden toch hun doel bereikt. Maar van het betalen van een geldsom, onder welken vorm ook, wil de Russische regeering niet hooren. Zij wenscht geen tribuut te betalen. Het rijk staat nog ongedeerd daar, en een kolos als Rusland kan een stoot velen. Ten slotte heeft zich dus het geheele geschil toegespitst tot de vraag over een geldsom. Maar in die quaestie van betaling ligt de andere vraag opgesloten, hoe Japan zich zal kunnen verweren tegen een hernieuwde aanvalspolitiek van Rusland.
Voor een beredeneerde oplossing van het probleem of de vrede mogelijk op komst is, en wat zijn beteekenis zal zijn, indien hij mocht worden tot stand gebracht, moeten wij de machtsverhouding van de beide oorlogvoerenden in de toekomst kennen. Nu heeft èn Ruslands èn Japans positie zich in den laatsten tijd verbeterd. Ik heb in deze kronieken reeds te dikwijls aangetoond hoe Engeland, dat den baas zou willen spelen, heeft geprobeerd Rusland te isoleeren en Duitschland hulpeloos te doen staan, door Frankrijk naar zich toe te halen en het de vrije hand in Marocco te beloven, - en hoe Duitschland, dat nog liever den baas zou willen spelen, aan Engeland den voet heeft dwars gezet door het optreden in Marocco en de samenkomst met den Czar bij Björkiö, - ik heb dat alles te dikwijls besproken om noodig te hebben er hier nog op terug te komen. Keizer Wilhelm's taktiek heeft Rusland zeer zeker versterkt en tegelijk Engeland en Japan gedwongen wat water in hun wijn en wat terughouding in hun pretenties te mengen. Maar Engeland heeft geriposteerd tegen den stoot van den Duitschen Keizer. Het heeft zijn machtige Noord zee vloot naar de Oostzee ter manoeuvreering gestuurd, om het terrein in die buurt op te nemen en een idee te geven van zijn macht op het gebied | |
[pagina 554]
| |
waar 't het machtigst is, en het heeft laten verluiden dat het zijn verbond met Japan heeft vernieuwd, enger en solieder dan het vroeger was gevestigd. Tegelijkertijd is Engeland nog met een en ander werk bezig. Het versterkt zijn militaire macht in Voor-Indië, of liever, onder leiding van den Indischen opperbevelhebber, Lord Kitchener, is het er op uit om van Indië een militaire mogendheid te maken. ('t Is daarbij met geweld en wat onvoorzichtig te werk gegaan, zoodat de onderkoning van Indië, Curzon, zijn ontslag heeft genomen, maar met Kitchener of met een ander zal Engeland toch zijn plan doorzetten.) Om die redenen heeft Japan in Azië een sterken rugsteun aan Engeland, terwijl het gebied waarop de beide mogendheden hun invloed uitoefenen voorloopig nog is verdeeld. In verbond met Engeland heeft Japan vooreerst weinig te vreezen voor een revanche van Rusland, en het zal wellicht door hulp van de Anglo-Amerikaansche wereld zijn financiën kunnen herstellen en nog een leening sluiten daarenboven, zonder al de millioenen yens van Rusland noodig te hebben, waarop het oorspronkelijk aanspraak heeft gemaakt.
Het beeld van de verhouding tusschen Rusland en Duitschland is geheel anders. Het Russische rijk is een land in transformatie, - zoo men wil, in revolutie. Er kunnen palliatieven gevonden worden, om de overgangen wat minder schokkend en hortend te maken, - de Czar kan eenige ukases uitvaardigen omtrent volksvertegenwoordiging en ambtenaarsmachtsinkrimping, om een schijn van voldoening te geven aan volkswenschen, - maar de revolutie is toch al aan den gang. Ze zal heel lang duren en verschillende acten doorloopen, en de sluiting van de eerste acte zal wezen: het staatsbankroet. Menschen, die den toestand kennen, hebben berekend dat over 15 jaar de schuldenlast zoo zal zijn toegenomen en de Russische grond zoo zal zijn verarmd, dat het rijk wel zijn toevlucht zal moeten nemen tot een geforceerde schulddelging. Het is het eerste groote gevaar dat, van de Russische revolutie, Europa, in dit geval vooral Duitschland en Frankrijk, boven 't hoofd hangt. | |
[pagina 555]
| |
Die catastrophe te verschuiven en te lenigen moet de politiek van Europa en van de Europeesch-Amerikaansche financie-wereld wezen. Het heeft dus, alles in alles genomen, geen gezonde basis, het verbond tusschen Rusland en Duitschland, zoo er een in den maak is; en het is meer de vrees die Rusland beschermt dan een krachtig gevoel van samengaan in concurrentie tot uitbreiding van de wereldwelvaart.
Daarom komt het mij voor dat als de oorlogsschadeloosstelling, onder welken vorm men haar dan moge denken, voor Japan ten eerste een waarborgsom voor de toekomst beduidt, het land van de rijzende zon wel zoo verstandig zal wezen, om niet op zijn vollen maat van millioenen yens te blijven staan. Het kan gerust wat laten vallen, terwijl Rusland, om heel veel goede redenen, niet te kwistig kan wezen. Wanneer naast Roosevelt de wereldpolitiek - en daaronder ook die der groote financiers - haar woord meespreekt in de conferentie van Portsmouth, dan zal na eenig geding en gebied de godin van den vrede toch nog wel op haar piedestal geheschen worden. Want uit de wolken en van den hemel komt zij zeker niet, maar het zullen allerlei machten zijn die aan de touwtjes trekken.
Misschien logenstraffen de berichten van morgen mijn voorspellingen van van avond. Weluu, ik heb dan ten minste éen eigenschap gehad van den profeet: den moed van mijn opinie.
B*. |
|