Inderdaad was zijn bedoeling hooger op de rivier over te gaan, omdat hij daar op een paar eilandjes, midden in den stroom gelegen, zijn batterijen kon opstellen.
Heel snel was de attaque der Japanners. Een gedeelte der troepen doorwaadde de rivier, en terwijl het zware geschut de Russische artillerie, van lichter kaliber, tot zwijgen bracht, had er een gedeeltelijke overvleugeling der Russen en een flankaanval plaats. Onder groote verliezen moest het leger van generaal Zassoelitch terugtrekken, - een deel van de kanonnen werd in den steek gelaten, - en de Japanners konden hun voordeel vervolgen door de bezetting van Fonghwangtschen, het steunpunt der Russische vooruitgeschoven positie.
De vijandelijke bewegingen staakten voor een korten tijd, na het leveren van dien eersten glorieuzen slag. Want om verder te kunnen marcheeren was het voor de Japanners noodzakelijk de vesting Port-Arthur, die hun weg kon bedreigen, eerst onschadelijk te maken, of zoo mogelijk in te nemen. Ook moesten zij eer de Russische oorlogschepen, in de haven van Port-Arthur, van hun averij hersteld waren, hun best doen die vloot te nemen of te vernielen, om geheel ongestoord de zee te beheerschen. Van daar dat hun tweede armee onder het bevel van Oku op het schiereiland Liao-tong landde, terwijl tegelijk beproefd werd de haven te sperren door het laten zinken, voor den ingang, van zware stoombooten.
Bij deze laatste taak verloren de Japanners door aanvaring en het springen van een mijn een paar hunner beste schepen, een pantserschip en een kruiser, het tiende deel van hun vloot, maar voorzoover thans bekend is, gelukte het hun toch den haveningang af te sluiten. Generaal Oku, van zijn kant, maakte zich na een hardnekkig gevecht meester van Kin-tchiau, dat op het smalste gedeelte van het schiereiland Liao-tong den toegang tot Port-Arthur van de landzijde beheerscht. En zoo is tegenwoordig de groote vesting, waarop de Russen hun hoop hadden gebouwd, geheel geïsoleerd, en kunnen de Japanners hun marsch door Mantchoerije voortzetten.
Wat men van de Russen verneemt is ontmoedigend voor hen die op een eindelijk succes van de Czarenmacht rekenen. Er bestaat oneenigheid tusschen de leiders van den oorlog, Kuropatkin, den bevelhebber van het leger, en Alexjeff, den onderkoning van het Oost-Aziatisch gebied; en Skrydloff, de admiraal, schijnt in 't geheel niet met Alexjeff overweg te kunnen. Groote leemten worden ont-