wordt dan gevolgd door een ‘et tu croiras!’ terwijl het den ongeloovige tot nederigheid dwingt met de formule: ‘votre science livresque n'est pas de mise pour bien juger la véritable exactitude de ces tableaux!’ Dan bant het de archaeologen en geographen uit den hof, slingert anathema's tegen de Duitsche ketterijen wier ‘longues discussions se sont éteintes peu à peu en laissant les esprits à moitié convaincus’ en maant tot geloof aan de topologie et toponymie als bezielende machten en eenige drijfveer van de wisselende avonturen der Odyssee. Wat is een naam? Een naam is alles! Gepersonifieerd worden de namen tot nymphen, reuzen, draken, in wier omarming de held de gelukzaligheid der goden proeft, in wier strijd hij zich de onsterfelijkheid, het loon van den epischen dichter, verwerft.
Doch dan vliegt eensklaps de witte mantel weg: de bajadère komt te voorschijn behangen met den klinkklank van haar oostersch linguistisch-goudwerk. En vleiend, streelend, lenig ontglippend aan de handen die haar trachten te grijpen, verblindend de oogen door eene warreling van veel klatergoud, bedwelmend den geest door haar geuren aan exotische planten onttrokken, voert zij ons mede langs de kusten der Middellandsche zee, een wonderland thans waar berg en bosch, stad en stroom omgetooverd in nixen en najaden den argeloozen Phoenicischen schipper de schoonste droomen wakende doen doorleven, opdat zijn reisverhaal eenmaal aan Homerus gereede stof bieden moge voor eene metrische overzetting in het Grieksch. En het is de dartele zinnenlust der bajadère, die haar ook thans wederom de kampementen laat zoeken der schilderachtige zeeschuimers. Dáar, in den kring dier even stoutmoedige als edelmoedige bandieten, ‘les plus adroits voleurs du monde’, voert zij het liefst hare dansen uit. Met hen bivakkeert zij, met hen zwalkt zij straks over de Grieksche en Italiaansche wateren, van hen ook leert zij de bekoorlijke schuilhoeken, die beschreven staan in de phoenicisch-grieksche instructions nautiques, welke de onnoozele kamergeleerdheid van ons geslacht nog maar steeds voor de vrije schepping houdt van den beroemdsten dichter bij Godsgenade, Homerus.
Wie eens wil zien, hoe het vernuft van een talentvol Franschman, gesteund door alle hulpmiddelen die de techniek onzer dagen biedt, den schakel weet te slaan tusschen het ver verleden en het