met zijn verstand, en hij dacht niet aan de rest die boven zijn menschenverstand ging.
Het was een grootsch optimisme waarmee hij werd bezield, iets alsof hij door zijn klare denken van de regels der Levenseconomie niet alleen zijn medemenschen kon helpen om zich vrijer en gelukkiger te gevoelen, daar hij hun den geordenden rijkdom van het Leven bracht, maar alsof hij ook de natuur kon helpen om gemakkelijker haar weg te begaan, nu hij haar pad effen had gemaakt.
Illusie van den denker! hij hield zijn gedachten, die maar een voorstelling zijn, voor een energie die in het organisme van de natuur kon ingrijpen.
Wat hebben de ruwe wind en de eentonig klotsende zee hem gezegd als hun stemmen tot het eenzame huis van den wijsgeer kwamen. O, het optimisme dat hem door het troostelooze isolement van zijn jeugd had heengeholpen - hoe was het verbleekt en vergaan in de laatste jaren toen hij Engeland in zijn imperialistischen roes zijn schatten en zijn menschen verspillen zag in een daad van onrecht, - en vrijheid van meening en van stem overschreeuwd werd door brutaal gezag.
Imperium en slavernij, priesteroverheersching en barbaarschheid hoorde hij, elkander opvolgend en begeleidend, in een dreigende stoet aankomen, en het laatste woord, dat hij voor de menschen sprak, zou ons doen denken, dat hij in het geloof aan een schepper van harmonie in het leven een toevlucht zocht voor zijn verdriet en een tegenwicht voor zijn teleurstelling, hij de man, de wijze, die genoeg had gehad aan het levensgevoel en de levenskennis, en niets meer had verlangd.
De menschen zijn bang voor de nieuwe machten, die in het Leven opkomen, ze kunnen hen niet in de gewoontewereld van hun geest terechtbrengen en -zetten, en het dient ook erkend, dat het nieuwe zijn best niet doet om zich te plooien; maar het neemt voor zich alleen het recht van bestaan.
Het nieuwe - ik bedoel daarmee het geld, dat in groote kapitalen vereenigd een geweldigen druk kan uitoefenen dààr waar de bezitter zijn kracht wil laten gevoelen, - en het streven van de groote staten om de sfeer van hun gebied zoover mogelijk uit te breiden. Kapitalisme, op ongekende schaal, en wereldpolitiek, dat zijn de