De Gids. Jaargang 65(1901)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 158] [p. 158] Phoebus Apollo. Gelukkig hij, die zóo de zonne zag! - De God des lichts, uit duist'ren nacht geboren - Nog beeft in 't Oost' het schuchter ochtendgloren, Als reeds hijzelf verschijnt, de jonge dag. - Een glans, een gloed, dan - vonk op vonk; als rag Scheurt wolk op wolk en blijde vogelkoren Begroeten luid, die stralend buigt naar voren, Turend vooruit, zoover het oog vermag... De ëther trilt, als hij tot sneller vaart Zijn rossen aandrijft, 'dat zij slaan en stijg'ren, Hoog zich verheffend in het goud gareel. - Dán schiet vooruit de zonnekar en heel Het Oosten schitterschalt, of duizend krijg'ren Slaan op de schilden met het blinkend zwaard. Vorige Volgende