De Gids. Jaargang 65(1901)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 163] [p. 163] Verzen. I Morgen-zon. Laat schettren fel uw helle licht-trompet Gij nacht-verwinnaar! Stralen-majesteit! Zie land en water siddrend neergespreid In 't vonkend vuur dat uit uw oogen spet! Zie 't alles wachten! Open, hémel-wijd De wijde wereld, onder blinkend net Van dauw! - Zóó wacht eens vorsten tred Een blijde feest-stad, tot zijn komst bereid. - Traag kroop de zware, zwarte winter-nacht: Een log, lui beest, dat maar niet wijken wou. Een wolken-vracht gedachten, dreigend grauw Drong om mij heen. - 'k Heb zon, naar u gesmacht! Mijn oogen, wijd in mijn beschreid gezicht, Gaan gulzig drinken van uw glorie-licht. - [pagina 164] [p. 164] II. Nacht-gracht bij regen. Diep duiken heimelijke huizen-rijen In duister weg, alsof ze de⁀oogen duchten. - De boomen kermen tranen-zware zuchten; Glad-glimpend lichten regen-natte keien. - De nacht, die, doovend alle leef-geruchten, Onhoorbaar sluipend in de stad kwam glijen, Lijkt nu wel zachtjes overal te schreien, In murmel-goten, die onzichtbaar vluchten. Vér reit, al kleiner wordend, 't ros geblikker Van waai-lantarens; loenschend nachte-smarte Valsch-lachend wég, door nat-betraande glazen. Verlokkend rimpelt licht, in schub-geflikker Dat aklig schittert, op het bange, zwarte Gracht-water, waar de wind laag langs komt blazen. [pagina 165] [p. 165] III. Najaars-vijver. Dof-blauw omneveld, staan de zwaar-bevrachte Loof-loome boomen; buigend hun getakte Ver over 't gladde van de vijvervlakte, Waar langzaam glijdt een blanke zwane-wachte. Soms rimpelt winde-kus de water-strakte Met lichte lippen; en een heele zachte, Wee-zoete geur zweeft om: een stervens-klachte Van 't oever-riet; het even omgeknakte. - De hemel lijkt een dicht opeen-gepakte Dof-dreigende, grijs-vochte wolken-vrachte, Op 't verre woud een dempig neer-gezakte. - Nu stuurt Natuur mij, die naar léven smachtte Met liefde, die al' lijden niet verzwakte, In 't weiflend hart een diepe doodsgedachte. Marie Marx - Koning. Vorige Volgende