worden, omdat een soortgelijke internationale contrôle al in Egypte bestaat, en het vernederende voor de Zuid-Afrikaansche Republiek wordt weggenomen door het tijdelijke van den maatregel.
Maar Engeland zal er de hand niet toe leenen, merkt men misschien op.
Als het verstandig is, en zijn eigen belang wil begrijpen, dan zal het zeker toestemmen. Het heeft een fout begaan door de Transvaal tot oorlog te drijven, het heeft de vreedzame ontwikkeling van eigen macht in Zuid-Afrika verstoord, en nu krijgt het door de voorgestelde maatregelen gelegenheid zijn invloed langzamerhand te herwinnen zonder de buitensporige kosten van een groot bezettingsleger. En hoeveel andere redenen zijn er niet waarom Engeland voor een concert der Europeesche mogendheden zou bukken!
De groote vraag alleen is of Europa voor een congres te vinden is.
Mij dunkt het geldt hier de eer van de Europeesche regeeringen.
De Zuid-Afrikaansche oorlog heeft een duisteren oorsprong. Hij is veroorzaakt door intrigues en afspraken en overleggingen waarmee het Engelsche gouvernement, in zijn geheel, niet mee te maken heeft gehad. Engeland heeft op eenmaal voor een oorlog gestaan, dien het niet had gewild.
Hoeveel is er in den laatsten tijd in Europa niet gebeurd, waarbij de regeeringen zijn meegesleept omdat zij moesten bukken voor vreemde, ongrijpbare machten. Men denke aan Frankrijk.
Het wordt tijd dat de regeeringen zich toonen, dat zij voorop gaan, dat zij kracht openbaren. In 't geval van een Europeesch congres omtrent Zuid-Afrika kunnen zij het goede en het edele doen, terwijl zij tegelijk hun eigen voordeel in 't oog houden.
Laat de edelmoedige gezindheid van een machtig potentaat eenige verzekering van welslagen geven, en laat Nederland zich dan in de bres stellen voor het idee.
Dat zou eerst een mooie geste wezen, het gebaar waarmee een voorzitter, in 't jaar 1900 nog, een Haagsch congres van Europeesche staten over Zuid-Afrika geopend verklaarde.
Een staats-overste is toch iets meer dan een statie-overste die zijn niet-zien excuseeren mag door zijn diepe buiging voor wereldsche hoogheden.
Waarheen zal 't gaan?
B*.