van den angst en van de ontbering van het belegerde Ladysmith, maar een Joubert wordt door ziekte geveld.
De Boeren kunnen, in dezen verheffenden tijd van hun volks-bestaan, niet van geluk spreken. Zij zijn geen gelukkige menschen, maar zij zijn als mannen die den hun toevertrouwden post verdedigen, en die wijken wanneer zij moeten wijken, alleen om een nieuwen post in te nemen.
Zoo vormen zij den harden kern van Zuid-Afrika.
Engeland zal er zijn tanden op stomp bijten.
Want al is het nog zoo verzekerd van de eindelijke overwinning op de Boerenrepublieken, het bereidt zijn eigen vernedering voor, indien het zijn verovering tot het einde door wil zetten. De eenige overwinning die het waarlijk kan helpen is een zelfoverwinning, en een terugkeer tot de vroegere politieke beginsels.
In dit opzicht is de non-interventie der groote mogendheden nog niet zulk een betreurenswaardige zaak.
Een tusschenbeide komen wekt het verzet op, maakt hardnekkiger in 't ongelijk. En hoe zullen vreemde mogendheden het raadsel van de toekomst van Zuid-Afrika oplossen, en waarborg blijven voor de goede oplossing?
Neen, het samen uitvechten, totdat de partijen - misschien, wie weet? - elkander de hand reiken, is voor beide beter, hoe hard het den kleinere ook moge vallen, hoeveel ook van de levenskrachten van den kleineren staat moge worden gevergd.
Maar daarenboven, geen van de mogendheden die zin in interventie heeft.
Het is Maartsch seizoen in Europa, niemand voelt zich behagelijk.
Hoe grillig gaat het in Duitschland toe, waar Keizer en Rijksdag elkander beurtelings ontstemmen en noodig hebben; en hoe oppervlakkig is de rust van Frankrijk waar alleen voor 't oogenblik expositievrede (een moderne vorm van Godsvrede) heerscht.
Alleen Rusland dringt behoedzaam, zonder ophouden, zijn macht verder voort over de landen die het voorbeschikt heeft tot zijn domein. Het onderwerpt Noord-Perzië aan zijn invloed, het verlangt zijn aandeel van Klein-Azië, het gaat afrekening houden met Turkije....
Dat alles rustig overlegd, stap voor stap, zeker.
Het is de periode voorbij van avontuurlijke politiek, het voelt zich te groot, het laat zich niet storen door Maartsche buien en nukken.
B*.