De Gids. Jaargang 64

[p. 179]

Transvaliana.

31 oct. '99. Vechtgeneraal Kock sterft.

Brittanje had nu schaemte en eer
Gantsch uit, en 't harnas aengetogen.
Vondel.

Dit is de dag van Oom Jan Kock,
Na Elandslaagt' gebleven,
Zijn vaderland een steun en stok
Zijn gansche lange leven,

Die trok reeds vóór in Natals dreef

Als Neef van twalef jaren;
Vóórtrekker was, Vóórtrekker bleef,
Toen, Oom hij, in gevaren
Natal weerom ging halen.

Het ging er als van ouds naar toe:
De Engelschen aan 't racen!
De Boeren volgden wel te moê,
Als had 't zoo moeten wezen.

Gereed te storten 't edel bloed -

Dat staat op het vóórtrekken -
Geleek een bedevaart hun stoet
Naar Natal's heil'ge plekken,
Gewijd door dierbre graven.

Het eerste bloed het eêlste bloed.
Zoo op den grond der vaadren
Valt Kock gewond, maar hoort vol moed
Zijn groot kanon nog nadren.

[p. 180]

 

Hij hoort het dondren, wijd en zijd

 

Voorspellende victorie.

 

De grijze held van vreugde schreit,

 

Nu hij voorziet de glorie

 

Van 't land waarvoor hij leefde.

 

 

 

Zoo ligt de Boer in God gerust

 

Te bidden en te bloeden.

 

Hij bidt dat het zijn God gelust'

 

Te stuiten 's vijands woeden,

 

En in d' onmenschelijken strijd,

 

Dien mensch getrouw te helpen,

 

Die voor de vrijheid 't leven wijdt,

 

En d' onrechtsvloed wil stelpen

 

In d' Afrikaansche landen.

 

 

 

Zoo ligt de Boer in God gerust,

 

Trots honger, wonde, koude....

 

Tot een hyena wreed zijn lust

 

Komt boeten aan den oude.

 

Een Britsche Turk schudt naakt hem uit,

 

En laat hem zóó vernachten,

 

Géén gentleman dit dooden stuit,

 

Géén redt Kock van het slachten

 

Den laatsten van October.

 

 

 

Hervormingsdag, Zuid-Afrika!

 

Beur 't hoofd maar op, het moede;

 

God slaat der menschen wegen gâ,

 

Hij neemt u in Zijn hoede.

 

Nu 't Onrecht toont zijn waar gelaat

 

Slaat God dien duivel neder.

 

Kocks martelbloed is vrijheidszaad.

 

Gij viert, keert vrede weder,

 

Deez' dag ook uw Hervorming!

[p. 181]

 

Aanvaard gij deez' Hervormingsdag

 

Als oordeelsdag Brittanje!

 

Wisch uit de smetten op uw vlag,

 

Ruk af haar vrome franje.

 

Erken uw Turksche onmenschelijkheid,

 

Uw gentleman-gebreken,

 

Hoor hoe Kocks bloed ten hemel schreit,

 

Delg uit het Kaïnsteeken

 

En denk aan uw Hervorming!

 

 

 

Dit zij de dag van Oom Jan Kock

 

Als martelaar gebleven,

 

Een ieder man een steun en stok

 

Door 't bange, lange leven. -

 

De zon is bloedrood opgegaan,

 

Maar zal met vrede schijnen.

 

Vrijheid en Recht zullen bestaan,

 

Daar God de Heer aan 't kleine

 

Zijn grootheid blijft betoonen.

 

 

 

G.F. Haspels.