vallen op zijn oude voorstel van zeven jaren, - zegt Chamberlain. - Een bewijs dat de Republiek den oorlog wilde. -
Gij liegt, - had Chamberlain op die woorden moeten hooren.
- Wij verlangden niet anders dan vrede, zegt Chamberlain. -
Gij bedoelde alleen uw tegenpartij te vernederen, zou het antwoord moeten zijn.
- Wij wilden tegemoet komen. -
Het was een tergen en sarren.
- Wij oefenden geduld. -
Het was een wachten op de gunstige gelegenheid om de Boeren als zij weerloos waren te verpletteren.
Het aanzeggen van hun ultimatum was voor de Boeren hun eenvoudigste, zuiverste recht. De straf voor de leugen is de waarheid; en met het ultimatum ging de Zuid-Afrikaansche Republiek enkel terug op den strikten grond der werkelijkheid. Voor het dingen was de tijd voorbij; er kon nu nog slechts sprake wezen van onderhandelen tusschen mogendheid en mogendheid: maar dan moesten ook de Engelsche troepen uit Afrika verdwijnen. Want hun aanwezigheid beduidde een bedreiging, en niet een vredelielievende onderhandeling. Tegenover die bedreiging, zoo zij werd volgehouden, zouden de Boeren van hun kant den oorlog stellen.
Zij voegden de waarheid van de daad bij die van het woord. De mannen, de kinderen, de grijsaards, de vrouwen, allen, zetten hun schouders onder den oorlogslast om hem van hun land op den vijand te wentelen, bereid ook voor hun land en in hun land onder dien last te sterven.
Het is een heerlijk denkbeeld voor Nederland, dat het ultimatum aan de leugen in de Nederlandsche taal is gesteld, en dat ook Nederlandsch bloed voor zijn echtheid getuigt.
Maar wij mogen nooit vergeten, dat de grootste triomf voor de waarheid zou wezen indien de vijanden op het Afrikaansche slagveld elkander leerden waardeeren en na hun wapengang vereend het beschavingswerk van Zuid-Afrika aanvaardden.
Maar daarvoor moet Engeland eerst de leugen van zijn koelen trots te boven komen. Het ultimatum stellen aan het onedele deel van zijn aard!
Wij ook. -