Bibliographie.
L. van Keymeulen. Esquisses flamandes et Hollandaises. Anvers, O. Forst. 1899.
Wij, Hollanders, zijn dikwijls wel wat heel gauw tevreden wanneer vreemdelingen iets goeds van ons en onze letterkunde weten te vertellen, en in onze blijdschap plegen wij schatten van toegevendheid beschikbaar te houden voor al de flaters die hun slecht-ingelicht-zijn, hun onvoldoende kennis van onze taal hen niet zelden doen begaan.
Hier echter is een vreemdeling aan het woord, aan wiens oordeel men gerust waarde mag hechten, daar hij toont op de hoogte te zijn van datgene waarover hij schrijft, en het Nederlandsch goed te verstaan.
De heer Louis van Keymeulen is Antwerpenaar van geboorte en thans leeraar aan de Koninklijke Academie te Antwerpen. Zelf schreef hij romans en vertellingen (o.a. Andy Marks le dompteur, La fortune d'Otto Greiffer, La maison Smits), die hem, volgens Francis Nautet, den kundigen geschiedschrijver der ‘Lettres Belges d'expression française’ een eersten rang verzekeren onder ‘un groupe de conteurs à qui est dévolue la faculté de provoquer l'émotion simple’.
Het belangrijkste in dezen bundel, die ook nog handelt over Vlaamsche dichters, over het Vlaamsche dorpsleven, over de Zuiderzee en die een weinig beteekenende geographische beschrijving van Holland bevat, zijn voor ons de studiën over Multatuli en Louis Couperus.
De heer Van Keymeulen, die voor zijn eerste opstel over den schrijver der Ideën een plaats mocht vinden in de Revue des deux mondes, weet in die studie uit hetgeen hem tot 1892 bekend was met groote onpartijdigheid de groote qualiteiten zoowel als de zwakheden van Multatuli in het licht te stellen, te doen uitkomen welke diensten hij aan zijn volk bewezen heeft, om tot de slotsom te komen: ‘il a possédé au plus haut degré deux des qualités qui font le plus honneur à la nature humaine, la générosité native et la pitié désinteressée’. De lezing van de tien deelen brieven, na 1892 in het licht gegeven, heeft dien indruk nog versterkt, zooals zij het bij elk onpartijdig lezer moet doen. De heer Van Keymeulen constateert dat, al leeren deze brieven ons niets nieuws omtrent Multatuli's wijsgeerige, zedelijke en maatschappelijke leerstellingen, zijn goede trouw er duidelijk uit blijkt.