Bibliographie.
Ons Blaadje. Lectuur voor de jeugd. Onder redactie van Mevrouw Nellie van Kol en A.A.J. Bogaerts. Derde Jaargang.
Met een verbazende werkkracht, een aanstekelijke opgewektheid en met een groote liefde voor- en niet minder groote kennis van het kind is Mevrouw Nellie van Kol bezig, op verschillende wijzen - in het veertiendaagsche blad De Vrouw, in brochures als Onze Avonduurtjes, in een onlangs begonnen reeks door haar uitgezochte kinderboeken en in het weekblaadje, waarvan de titel hierboven staat - te arbeiden voor de jongeren en jongsten van ons geslacht, voor de mannelijke en vrouwelijke Nederlanders van de komende eeuw. En in alles wat zij op schrift stelt of van anderen kiest om het onder de oogen van velen te brengen, treffen ons haar heldere kijk op het jonge leven, haar breede opvatting die haar, radicale, toelaat te dwepen met een kinderboek van de vrome Madame de Pressensé om de opvoedende kracht die er van uitgaat, haar goed doordachte en met zooveel warmte verdedigde levensleer van den kleinen mensch.
Ons Blaadje is maar een klein deel van baar groot werk. Het was aanvankelijk lectuur, alleen voor arme kinderen bestemd - vandaar dat de wekelijksche afleveringen elk van S bladzijden voor het geheele jaar niet meer dan één gulden kosten - maar het heeft zich langzamerhand gewijzigd tot een geschriftje voor alle kinderen. Met deze uitzondering evenwel: het is niet geschreven voor die kinderen, wier ouders hun alleen de vermooide wereld, de vergulde oppervlakte van de dingen toonen, en de wereld waarin armen en misdeelden hun leven voortslepen voor hen verborgen houden. Zulk een methode moge, indien al ooit, vroeger te verdedigen zijn geweest, zij is dat thans niet meer. ‘Ik wil’ - schrijft Mevrouw Van Kol - ‘de poezele handjes nu en dan doen voelen de ruwheid der werkelijkheid, maar tegelijkertijd wil ik het heele kind in mijn armen nemen, het aan mijn hart drukken en het influisteren: “Wees altijd goed, heb altijd lief, en ook door uwe pogingen zal de heele wereld worden zoo mooi en goed als uwe huiskamer”. Zóó vat ik mijn plicht op jegens mijn eigen kinderen en die van andere moeders, en liever werp ik mijn pen in het vuur dan dien mij heiligen plicht te verzaken’.
Men kent de reputatie van ‘wat zich als stichtlijk aan komt melden’. De verhaaltjes, in Ons Blaadje verzameld, melden zich dan ook niet als ‘opvoedkundig’ aan - al noemt Mevrouw Van Kol zich ergens een ‘preektante’ - maar hun opvoedende kracht is erniet minder om.