Bibliographie.
Het land van Rembrand. Studiën over de Noord-Nederlandsche beschaving in de zeventiende eeuw, door Cd. Busken Huet. Derde druk, geïllustreerd onder toezicht van J.H.W. Unger. Haarlem, H.D. Tjeenk Willink. 1898.
In hoc signo vinces! Nooit luider dan in de laatste maanden werd het ons door landgenoot en vreemdeling toegeroepen, dat een Rembrandt voortgebracht te hebben, het land van Rembrandt te mogen heeten steeds onze grootste en onvergankelijke roem zal wezen.
In het rijke boek, dat in breed gepenseeld tafreel aan tafreel de Nederlandsche zeventiende-eeuwsche beschaving en hare voorbereiding schildert, komt Huet tot de slotsom, dat wij ‘tegenover Europa (geen) ander wapenheraut (hebben te verlangen) dan dien landgenoot, die met zign trouwhartig gezicht, zijn baret op één oor, de mantel over de schouders, er zoo gedistingeerd uitziet.’
In een derden druk ligt thans het meesterlijk werk voor ons, ditmaal in nog aantrekkelijker vorm dan vroeger, geïllustreerd met portretten, reproducties van prenten, photogravures, die door te aanschouwen te geven vrat in het bijzonder over de architectuur en de beeldende kunsten in deze landen gezegd wordt (o.a. in het gedeelte dat Lucas van Leiden tot opschrift draagt), voor hen die deze hoofdstukken uit de beschavingsgeschiedenis bestudeeren willen, van groot nut zijn.
En zoo komt dit boek, waarin de veelzijdigheid en de diepte van Huet's eruditie uitblinken, in deze nieuwe uitgaaf, onder het teeken van den grooten kunstenaar, die door de onvergelijkelijke tentoonstelling zijner werken zooveel nader tot ons gebracht is, op den rechten tijd ons herinneren waar wij de adelbrieven van ons geslacht hebben te zoeken, hoe - naar Huet verklaart te willen aantoonen - ‘ons volk meer dan eens met zijn geheele ziel aan iets goeds en edels zich overgegeven, voor een hooger doel geleefd, voor het veroveren van ware beschaving zich offers getroost heeft.’