De Gids. Jaargang 62
(1898)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 136]
| |
Verzen.I.Aan Henri Borel.Ga naar voetnoot1) Stil lees 'k dit wit-groen boek in schemering
Voor m' open venster, waar na lenteregen
In d' avond wuift seringen-geur me tegen...
Der zoele lucht stil-zuiv're suizeling
Ruizelt buite' even, strijkt m'n venster in...
O, huivert niet ontroering, líchte zegen
Over mijn hoofd, zoo droeviglijk genegen
In lichtend-groener Reinheid still' wijding...
Smárt'lijke Dóód dier Reinheid, die weéning
Gaan deed mijn ziel door in dit avond-uur
- Licht-groene scheem'ring is nu droeve nacht -
O!niet voor niet werd Gij geleden... Ging
Niet in mij schijnen 'n Lichten wonder-puur,
Der Reinheid zilv're daag'raad na zièls-nacht?
| |
[pagina 137]
| |
II.Nacht.Voor G. Heuvelman. In den àl-stillen nacht
- De kamer staat droomend in schemeren schijn -
Bewegeloos-rein
Samen-zijn...
O!in dit lichten zacht
't Wond're ontbloeien van de
Stil-ademlooze aanbidding!
De handen, de blanke handen
In de schemering...
O! ik ben nu zoo stil... beweging
Zou weg-scheuren handen-zegening....
De oogen, stil-open, open-licht
In 't gezicht...
O, nu dun-blank dicht-
-geloken in sluimering...
Kon ik, geruischloos opgericht,
Nu stil, stil, heel dicht
Op het warm-blanke
Mijn lippen zacht-drukken in huivering....
O, zoo zacht-in liggen de oogen
Gesloten tusschen de edel-ranke
Lijning van het gelaat, met 't hóoge
Voorhoofd in bleeke lichting....
| |
[pagina 138]
| |
Het zacht-ademende slanke
Lichaam, het heilige
Het stil-veilige
Rein-lichtende in den nacht
......................
O!dat nu onverwacht
Dit aangebeden, áángebeden
Oogenblik
Moet, moèt verléden
Worden - dat weg, wèg-gaan
Alles moèt onherroepelijk -!
Carel Scharten. |