romeinsch - róód vuur gloeit-òp.... en welkt; still' damp,
dun, grijs spyraaltje píjlend zwíjgend op....
....dàn is het uit -.... Zóo valt éíndlijk een drop
water, die lang hing, sidd'rend voelend vòl
zich worden.... Zóo is het, wanneer in hollen
herfst-nacht van een kálen boom, plots zal....
...áfgaan.... het láatste blad, in stillen val....
[pagina 175]
[p. 175]
III.
Het mysterie van na den dood....
....Ja.... het in-éens.... wèg-vloèien van het leven....
angstig.... huiv'rig........ Maar - o! het dooden-land,
bleek-roerloos liggend aan den and'ren kant -
een wonder! - 'n winde-zucht beweegt er eve',
stil-fluisterend.......
O, mijn lief Leven, 'n band
van Liefde is tusschen U en mij - zou 'k geven
U! voor 't mysterie.... bang?
O!... zie!!... òp-béven
van róze kleuren.... wonder-fijn.... Een strand -
- de stille hemel schíjnend in den rooden
licht-glóéd van wèg-zinkende zon - zacht ruizen
de golven.... hoor 'k niet teér ver-deinend suizen
sereen eng'len-gezang?
O! zóú het zijn
mijn licht visioen....... een eeuwig droomen rein
....of - doffe kille nacht van strakke dooden....?
[pagina 176]
[p. 176]
Nazang.
Want zie, duisternis bedekt het aardrijk en donkerheid de volken, maar Zijn heerlijkheid schijnt over u, en de volken zullen in Uw licht wandelen.
Jes. 60 vs. 2 en 3.
Zacht-donker-schemerend Mysterie van het Leven,
Dat 'k draag devoot in stille handen, hoog-geheven,
Gaand' door de schoon-bloeiende landen van mijn ziel -
U òffer ik op 't altaar Gods, waar 'k biddend kniel,
Buigend extátiesch voor Christus, den Hoogsten, Reinen....!
Heilig-wit brandt het nu in stil-stijgende lijnen -
Tot - klaar-stralend rein-róze gloed 't àl gaat om-schijnen!