De Gids. Jaargang 61
(1897)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 147]
| |
Aanteekeningen en opmerkingen.De ‘Swastika’.Ga naar voetnoot1) - Ook voor hem, die zich met de studie der talen en volken onzer Oude Wereld bezighoudt, heeft Amerika een eigenaardige bekoring, zij het dan ook de bekoring van het onbekende. Wie heeft niet wel eens nagedacht over de zonderlinge cultuurvormen, die zich in het verre westen hadden ontwikkeld, eer de Spanjaard er het Kruis en de verdelging bracht? Wie heeft zich niet laten medeslepen door de sagen en mythen der Roodhuiden, zooals Longfellow ons die in geïdealizeerden vorm heeft doen kennen? De cultuurhistoricus, de onderzoeker der godsdiensten, de taalgeleerde - zij allen voelen zich aangetrokken tot die uitgestrekte gewesten, waar beschaving, religie en taal onafhankelijk van de oude cultuurcentra een vrije ontwikkeling schijnen te hebben doorloopen. En welk een grillige verscheidenheid biedt de oud-Amerikaansche wereld den Europeeschen geleerde! Een hooge materieele beschaving, maar zonder huisrund en paard, zonder ezel en kameel, zonder brons en ijzer; een wonderlijke godendienst, die door zijn bloedig karakter van geestelijke barbaarschheid getuigt; een talenwarreling, die door de ingewikkeldheid van haar grammatische systemen de meeste taaltypen van Europa en Azië overtreft. Maar ondanks talrijke verschillen, treft ons voor alles de overeenkomst, die tusschen de beide werelden heerscht, een overeenkomst in zeden en gewoonten, in recht en mythe. Bewijst die overeenkomst een alouden samenhang, een verre verwantschap tusschen de volken van | |
[pagina 148]
| |
Azië en Amerika, ja, de eenheid van het menschengeslacht? Men is meestal geneigd die vragen te ontkennen. Gelijke oorzaken leiden immers tot gelijke resultaten en wij kunnen ons er niet over verwonderen, dat de menschelijke ontwikkeling veelal dezelfde wegen heeft gevolgd.
Voor velen zal het boek van den heer Wilson, dat ik hier aankondig, een verrassing zijn. De Schrijver tracht het bewijs te leveren, dat er wel degelijk een praehistorisch verband tusschen Amerika en Azië heeft bestaan, dat de anthropologische verklaringswijze zich op een doodloopenden dwaalweg bevindt en dat er duidelijke sporen van Buddhistischen invloed in het Mississippidal kunnen worden aangetoond. Zijn uitgangspunt is een zekere heilige figuur met symbolieke beteekenis, die bij de Indiërs swastika wordt geheeten (een afleidsel van Sanskrit swasti ‘heil’), maar die reeds eeuwen vroeger eene rol speelde in de Myceensche kunst. Met groote geleerdheid gaat de heer Wilson na, hoever het verbreidingsgebied van den swastika zich uitstrekt. Hij vindt hem in het grootste gedeelte der oude cultuurlanden rondom de Middellandsche Zee, verder in Indië en een deel van die streken, waar de Indiër den godsdienst van den Buddha en de daarmede verbonden cultuur heeft ingevoerd. Het schijnt, alsof de swastika van het westen oostwaarts is gekomen en door de Indiërs verder is verspreid. Hoe wonderlijk dan, dat wij den swastika ook aan gene zijde der Stille Zuidzee aantreffen! Hier en daar in Zuid-Amerika, alom in het gebied der oude Maya-cultuur, verder in uitgestrekte landstreken van het Mississippi-gebied en westwaarts tot de Zuidzeekust kan Wilson den swastika aanwijzen en onze verwondering stijgt, als hij ons mededeelt, dat in den Big Toco Mound (Monroe County, Tenn) een schelpen menschenbeeldje is gevonden, dat in stijl en opvatting ten sterkste aan een Buddhabeeld herinnert. ‘It is greatly to be regretted - zegt de schrijver op blz. 881 - that this shell is so mutilated. In its present condition no one can say positively what it is, whether a statue of Buddha or not; but to all appearances it represents one of the Buddhist divinities.’ Hij vestigt de aandacht op de slanke taille, de gekruiste beenen en andere bijzonderheden van houding en kleederdracht, maar welsprekender dan zijn betoog is de afbeelding, die hij er aan heeft toegevoegd. De heer Wilson is overigens voorzichtig genoeg. ‘It is | |
[pagina 149]
| |
not claimed - zegt hij - that this shell proves the migration of Buddhism from Asia, nor its presence among North American Indians. One swallow does not make a summer. But this figure, taken in connection with the swastika, presents a set of circumstances corresponding with that possibility which goes a long distance in forming circumstantial evidence in its favor.’ Men ziet, welke perspectieven de heer Wilson voor ons opent: de cultuur der Mounds is niet overoud, maar staat waarschijnlijk onder den invloed van het Buddhisme, dien wij verder overal mogen vermoeden, waar de swastika in de Nieuwe Wereld is aangetroffen. Of hij gelijk heeft? Ik ben allerminst berekend om het te beslissen. Maar dit durf ik beweren, dat de schrijver door zijn helderen betoogtrant en zijn voorzichtigheid in het maken van gevolgtrekkingen veel vertrouwen inboezemt. Bovendien maken talrijke af beeldingen het den lezer mogelijk hem niet alleen in zijn gedachtengang te volgen, maar ook hem te controleeren.
C.C. Uhlenbeck. |
|