De Gids. Jaargang 61
(1897)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 391]
| |
Nieuwjaarsrekening.Wat zal het nieuwe jaar ons voor nieuws brengen? Met den besten wil der wereld kan ik geen ander nieuws speuren dan dat dit komende jaar geroepen is om de rekeningen van zijn voorganger af te betalen. Zien we terug op den afgeloopen jaarkring, dan ontdekken we daar misschien wel niet veel groots, maar toch een aantal belangrijke dingen. Wat 'n spanning verleden Januari, toen Jameson's inval bekend werd! Hoe zou Engeland zich houden! Het had nog zijn krakeel over Venezuela met de Vereenigde Staten te vereffenen, het kreeg een twist met den Duitschen keizer en Duitschland daarbij, en de mogelijkheid bestond dat het met Rusland zou moeten aanbinden over Turksche zaken of over de dingen die op de grenzen van China konden voorvallen. Daartegenover, de bevestiging der Russische oppermacht in de Europeesche en Aziatische aangelegenheden; de czaren-kroning te Moskou, het bezoek aan de bevriende vorstenhoven en in Parijs, - die beiden, een luisterrijk décor voor een beteekenisvol historiespel. De Armenische beweging, de Armenische bloedbaden in Turkije, de opstand van Creta. Het leek wel als scheelde het maar een zuchtjen of al de elementen van het rijk kwamen tegen elkander los in een ondersteboven keerend en alles vernietigend conflict. Maar dat asempjen woei den tegenovergestelden kant uit, en bracht heel mysterieus en heel plotseling een schijn van rust. Iets dergelijks geschiedde in Frankrijk. Daar was het de aankondiging van het keizerbezoek of de aanstaande verschijning van een Russischen minister die de partijen verhinderde naar hartelust tegen elkander in te gaan en die het ministerieele leven van het kabinet Méline verlengde. Sterker wordt een regeering er niet door, wanneer ze op die wijs gestut moet worden. Eindelijk, de presidents-verkiezing in de Vereenigde Staten van Amerika, die onverwachts toonde wat al krachten van verschillenden aard, en wat geweldige krachten er bezig zijn om den orde- | |
[pagina 392]
| |
lijken, historisch geworden toestand te ondermijnen en omver te werpen. Het zijn alles belangrijke gebeurtenissen en verschijnselen, en die aan het jaar 1896 zijn beteekenis en zijn karakter geven; maar zij missen den stempel van het groote, omdat er niets krachtig-persoonlijks in de feiten lag, omdat ze op avontuur voorvielen. De eenige die wat deed, en die zijn wil, goed of slecht, trachtte door te zetten, Dr. Jameson, eindigde als een ridder van de bedroefde figuur in de overtuiging dat hij zijn zaak door ontijdig handelen bedorven had; de eenige die bestemd scheen om wat te doen, vorst Lobanoff, - pht, eensklaps was hij er niet meer, hij lag om als een kaartenblad dat men geprobeerd heeft te balanceeren. Bryan heeft een oogenblik een stralenkrans om zijn hoofd gehad; maar - zoo vertellen ons geloofwaardige ooggetuigen - het was 't effect van een lichtreflector die hem op zijn reizen vergezelde en die telkens werd gesteld als hij opstond om in de meetingzaal te spreken. Die aureool is met den anderen verkiezingsrommel opgeborgen, en de man moet het in zijn gewone leven zonder leeren doen. Cecil Rhodes? Na het blufje van de campagne tegen de Matabeles en van de ontvangst in de Kaapkolonie, moet hij nog eerst hier, in Europa, toonen of hij een man is die den menschen in 't gezicht kan zien. Op een ijzigen duisteren Januarimorgen is hij onlangs in Londen aangekomen; half verstijfd van kou kwam hij de loopplank af van de boot die aan een van de dokken was binnengeloopen, en bij de laatste stappen op de plank gleed hij uit en kwam op den grond te zitten. Dat was zijn eerste aanraking met den Europeeschen bodem na het reclame-succes in Afrika. Geen goed voorteeken! En Chamberlain? Hij heeft Cecil Rhodes waarmee hij moet opschieten, en dat is voorshands genoeg voor zijn krachten. Nergens heeft het jaar 1896 een persoonlijkheid aan 't licht gebracht die de dingen kon aanvatten in de geheime voegen waar ze luisteren naar het woord van den machtige. En toch is er een zekere gang in de zaken te bespeuren geweest. De reden daarvan is blijkbaar dat het voornamelijk Engeland en Rusland waren op wier belangen het aankwam. Want die rijken zijn beide wereldmogendheden wier lot door elkanders groei bepaald wordt, en hun strijd en wedijver geven de richting aan de gebeurtenissen. Op Europeesch gebied grenst hun macht en hun invloed aan elkander in Turkije, en daar heeft het einde van het jaar 1896 een zekere beslissing gebracht, toen Engeland af moest zien van | |
[pagina 393]
| |
een zelfstandig optreden en als voorwaarde voor een samengaan der Europeesche mogendheden moest toestaan dat Rusland in geval van dwangmaatregelen tegen Turkije de streek om Constantinopel zou bezetten. Van datzelfde overwicht waarop het in Turkije rekenen kan als daar de Osmaansche dynastie niet meer bij machte blijkt de regeering te handhaven, heeft Rusland zich thans ook in het Chineesche rijk verzekerd door zijn spoorwegovereenkomst die de Siberische lijnen een uitweg doet vinden in Manchoerije. Voor anderhalf of twee jaar scheen er nog kans te wezen dat Engeland en Rusland in Noord-Oost-Azië aan elkander de hand zouden reiken en dat ze als gelijke machten te zamen het lot van Japan en China zouden regelen. Nu komt Engeland achteraan, en het moet zich troosten met het denkbeeld dat een verlevendiging van het verkeer in Noord-China niet zonder invloed op den Engelschen handel blijven zal. Maar waar het in Azië, - want Turkije is ook Azië, - telkens teleurstellingen ondervindt, daar hangt Engeland des te sterker met zijn gedachten en met zijn eerzucht aan Afrika; en denkelijk is het opgeven van zijn plannen met Turkije en China de prijs dien het Engelsche volk betaald heeft voor het behoud van zijn macht in Egypte, een concessie waartoe Rusland des te eerder kon overgaan omdat het niet in zijn belang is een reden van twist tusschen Frankrijk en Engeland weg te nemen. In Egypte heeft de Engelsche officieele wereld door den krijgstocht tegen Dongola haar prestige opgehouden, - hoe jammerlijk heeft Italië het terzelfder tijd in die buurt moeten afleggen omdat zijn middelen waren uitgeput; maar tegelijkertijd heeft het van regeeringswege en door maatschappijen en door particuliere personen zijn naam in het Zuiden en Westen van Afrika trachten te handhaven. Aan de bevestiging van zijn ‘paramount power’ in het zwarte werelddeel is op het oogenblik voor Engeland alles gelegen. En hier komt zijn Nieuwjaarsrekening voor de feiten van het afgeloopen jaar. Zal Engeland die rekening, - een moreele, - glad kunnen afdoen en daarbij niet verlamd worden in zijn kracht van expansie? Een moeilijk oogenblik voor een volk waarin het geroepen wordt om recht met macht te doen samengaan dat ze, borst gelijk met borst, ten triomf vooruit marcheeren! Ja, nu komt het onderzoek naar de handelingen van de ‘Chartered Company’, en naar de regeeringsbemoeiingen; weldra komt de tijd waarop allerlei besluiten zullen worden genomen ten opzichte der politiek, in Egypte en in West-Afrika te volgen. Veel invloed zal ongetwijfeld op den gang van zaken uitgeoefend | |
[pagina 394]
| |
worden door de ontwikkeling der gebeurteuissen in Turkije. Dat is ook al weer een Nienwjaarsrekening die aan Europa wordt gepresenteerd tegelijk voor de zonden en voor de wenschen van het vorig jaar. Zal het concert der mogendheden stand houden, zal de mogelijkheid blijken van een Europeesch protecteraat over Turkije, waarbij aan Rusland de voorrang wordt gelaten, of zal er, door eenig toeval, oneenigheid uitbreken en zal Engelands onhandigeonmacht bij die gelegenheid aan den dag komen? En nog een wichtige Nieuwjaarsrekening mogen we niet uit het oog verliezen, al schijnt haar afbetaling Europa niet direct teinteresseeren. Ik bedoel de verantwoordelijkheid, die de republikeinsche partij in de Vereenigde Staten op zich heeft genomen, nu ze moet toonen dat de instellingen der groote Transatlantische Republiek nog kracht genoeg hebben om de hinderpalen uit den weg te ruimen die den stoffelijken en zedelijken voorspoed van het land beperken en benauwen. Worden de noodzakelijke financieele en economische hervormingen bemoeilijkt, dan komen over twee, drie jaar de Bryans en consorten weder opdagen, bestralenkransd door een versterkt electrisch reflectorlicht. En Europa zou van de anarchie daarginds den weeromstuit gevoelen. Op 't oogenblik heeft Engeland zijn opwelling van boosheid over Yankee-inmenging in de Venezuela-grenstwist willen vergoelijken door een tractaat goed te keuren, waarbij de twisten met de Vereenigde-Staten aan de uitspraak van een scheidsgerecht worden onderworpen. Het is een poging om oude schulden af te doen en om tot een begin te komen van vereeniging van den geheelen Angelsaksischen stam. Dat samenwerken van Europa en Amerika, het jaar 1897 zal het bevorderen of - zal het niet bevorderen, al naar gelang het besef heeft van de verplichtingen die zijn voorganger op zich heeft genomen. Cuba kan die eendracht verstoren, - Cuba, dat wil zeggen, het toeval. Voor 1897 voorzie ik alleen de heerschappij van het toeval en van de natuurlijke kracht die eenmaal in de dingen en hun omstandigheden ligt. Van menschenverstand of menschenboosheid voorspel ik niet veel uitwerking. Waar zou het verstand en de persoonlijke wil vandaan moeten komen? Van Lord Salisbury of van Balfour? Van den czar, die aan ondraaglijke hoofdpijnen lijdt? Of van Mac Kinley, van wien niemand precies weet of hij zelf wel een hoofd heeft? |
|