De Gids. Jaargang 60
(1896)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 328]
| |
De oorsprong van den naam van het eiland Celebes.Het is een algemeen bekend feit, dat een groot aantal namen van eilanden in den Indischen Archipel door de eerste bezoekers in verminkten vorm overgebracht werden en in dien vorm in den loop der eeuwen burgerrecht verwierven. Andere eilanden die zich niet in het bezit van een eigen naam mochten verheugen, en hiertoe behooren bepaaldelijk Borneo, Celebes en Flores, werden door Europeanen daarmede begiftigd. De naam van Borneo heeft zijn ontstaan te danken aan het feit, dat de Magalhãesche expeditie het landschap Brunei in 1521 bezocht, dat echter in het reisverhaal van Pigafetta als Burne vermeldGa naar voetnoot1) en later in Borneo verbasterd werd. De naam van Flores staat in verband met het door de Maleische zeevaarders genoemde Tandjong Bunga (Bloemenkaap), hetgeen door de Portugeezen volkomen correct met Cabo das Flores vertaald werd. Reeds spoedig gingen echter de kartographen over daaruit een Cabo de Flores te makenGa naar voetnoot2), waardoor de meening ontstond, dat het een kaap was van Flores en daarmede had het eiland zijn naam verkregen. Geheel in het duister ligt echter tot heden de oorsprong van den naam van Celebes. Sir Stamford Raffles deed reeds opmerken, dat die benaming bij de inlanders ten eenenmale onbekend was en meende uit dit feit de Portugeesche afkomst van het woord te mogen afleidenGa naar voetnoot3). Die theorie dus door Egli, met een beroep op Portugeesche schrijvers, verkondigd, dat het eiland zijn naam te | |
[pagina 329]
| |
danken heeft aan een volksstam der CelebesGa naar voetnoot1), is geheel en al te verwerpen, omdat een dergelijke volksstam onbekend is en niet bestaat. Evenmin aannemelijk is de meening van John Crawfurd, die, uitgaande van een overeenkomst in klank, geheel denkbeeldige ‘Pulu Salebéh’ construeert, hetgeen ‘de meerdere eilanden’ of ‘de eilanden daarboven’ moet beteekenenGa naar voetnoot2). Er is tot heden nog niemand in geslaagd deze ‘Pulu Salebeh (Salabíh)’ te ontdekkenGa naar voetnoot3). Wat eindelijk de door leeken dikwijls uitgesproken meening betreft als of de naam Celebes uit Sula besi herleid moest worden, zoo dient in de eerste plaats opgemerkt te worden, dat de Sula-eilanden reeds op de oudste kaarten onder den naam van ‘Xulla’ of ‘Xula’ vermeld worden en ten tweede zal uit het volgende blijken dat men nooit Sula besi voor Celebes aangezien heeft. Voordat eene poging gewaagd wordt het raadsel op te lossen, schijnt het gewenscht na te gaan onder welken naam Celebes, of juister gezegd de verschillende gedeelten daarvan, door de eerste bezoekers werden vermeld. Celebes werd betrekkelijk zeer laat ontdekt. Sedert de Portugeezen in 1511, voor het eerst onder Antonio d' Abreu, de vaart naar de Molukken begonnen, namen zij den weg langs de noordkust van Java en de kleine Sunda-eilanden en kregen zoodoende het eiland niet in 't gezicht. De Spanjaarden, in 1521 uit het Noorden komende, zagen het evenmin, omdat zij van de Sangieilanden direkt naar de Molukken overstaken. De eerste die de kust van Celebes gezien heeft, is Sim˜o d' Abreu, die in 1523 door Antonio de Brito de opdracht ontvangen had van Ternate naar Malakka benoorden Borneo te zeilenGa naar voetnoot4). Aan dien last werd voldaan en bij die gelegenheid de kust van Manado ge- | |
[pagina 330]
| |
zien. ‘Oueuram vista das ylhas de Manada Panguensara’Ga naar voetnoot1), hetgeen beteekent, dat zij voeren tusschen Manado en het eiland TagulandangGa naar voetnoot2). Eerst in 1528 werd, en wel nog bij wijze van een toeval, het land der Makassaren bezocht Jorge de Castro was met twee schepen van Malakka naar Ternate gezeild en benoorden Borneo gevaren. Een daarvan dwaalde af naar de kust van de ‘ilha de Macaçar’, waar de schepelingen goed werden opgenomen en de inwoners tegen die van naburige eilanden bijstondenGa naar voetnoot3). Het is onbekend gebleven op welk punt dit voorval plaats had. Het eerste bericht aangaande eene vestiging der Portugeezen op het zuidwestelijk schiereiland dagteekent van 1545. Op den 1 Februari van genoemd jaar landde Antonio de Payva met den pater Vicente Viegas te Badjokiki (dat zij Machoquique noemen) op het ‘eiland Macazar’. Er werd aldaar eene eremitage St. Raphaël gesticht en de ‘koningen’ van Badjokiki, Supa en Alietta gedooptGa naar voetnoot4). Het oostelijk schiereiland van Celebes, en wel het rijk Tobungku, werd in 1533 voor het eerst door Andrés de Urdaneta betreden. Hij beschouwde dit als een afzonderlijk eiland, dat door hem Tubuay, door Oviedo Tubucu genoemd wordtGa naar voetnoot5). Uit het voorafgaande blijkt dat geen enkele der eerste bezoekers van den naam Celebes melding maakt. Zij kennen alléén een ‘eilaud’ der Makassaren, een ‘eiland’ der Manados en een ‘eiland’ Tobungku. In de volgende tientallen van jaren ontwaart men in dit opzicht geen verandering. Thans behoort onderzocht te worden wie het woord Celebes heeft aangebracht, welke beteekenis daaraan gegeven werd, eindelijk langs welken weg het ingang gevonden heeft en op het thans zoo genoemde eiland toegepast werd. Niet eer dan in het jaar 1550 wordt die naam in een gedrukt | |
[pagina 331]
| |
werk vermeld en wel in dat van Duarte Barbosa, die het in 1516 kort na zijn terugkomst geschreven had. Hij nam verder deel aan den tocht van Magalhães en onderging met dezen hetzelfde lot in 1521 op het eiland Cebu. In zijn geschriftGa naar voetnoot1) leest men het volgende: | |
‘Eiland van Celebe’.‘Zoodra men deze eilanden van Maluco in het westen van Motil en Machian voorbij gevaren is, ontmoet men op een afstand van 130 mijlen andere eilanden, waar van daan somtijds blanke menschen komen, die naakt zijn van het lijf tot naar boven toe. Zij dragen een doek vervaardigd van stroo en zij hebben een eigen taal. Zij komen met eenige slecht bewerkte booten, om kruidnagelen, en koper, tin en Cambay-stoffen naar de bovenvermelde eilanden te verschepen. Zij brengen te koop zeer lange en breede zwaarden met eene snede en andere voorwerpen van ijzer vervaardigd en veel goud. Dit volk eet menschenvleesch en zoodra door den koning van Maluco een persoon terecht gesteld zal worden, vragen zij hem te mogen opeten, juist zooals iemand om een varken vraagt. De eilanden van waar zij komen worden genoemd Celebe’. De daarop volgende paragraaf handelt over het eiland Tendaya, dat W.Z.W. en wel op een afstand van 36 mijlen zoude gelegen zijn. Tendaya is de oude benaming voor Samar, een eiland behoorende tot de Filippijnen. In het spaansche manuscript staat echter daarvoor in de plaats Bangaya, hoewel de tekst met de Italiaansche eensluidend is. Stanley meent dit eiland te mogen identificeeren met het aan de noordoostkust van Borneo gelegen BangueiGa naar voetnoot2). Daarvan was toentertijd nog niets bekend, maar wel had men iets vernomen omtrent het eiland Banggai nabij de oostkust van Celebes. De door Duarte Barbosa ingewonnen informatiën omtrent de Indische eilanden laten somtijds zeer veel te wenschen over. Zoo | |
[pagina 332]
| |
zegt hij o.a. van het eiland Solor, dat het een groot eiland is, dat men ontwaart, zoodra men van de Molukken om de Noord naar China zeilt en dat Borneo nog verder in deze richting gelegen is. Van belang is het echter, dat Duarte Barbosa de bovenbedoelde twee paragrafen nooit geschreven heeft, omdat zij in het oorspronkelijk, te Lissabon berustend handschrift ontbrekenGa naar voetnoot1). De bron van het woord ‘Celebe’ is derhalve elders te zoeken. De eenige plaats waar het aldus geschreven voorkomt (1528) is de ‘Relacion hecha por Vincensio de Napoles, del viage que hizo la armada que Hernan Cortés envio' en busca de las islas de la Especiera.’ Men leest aldaarGa naar voetnoot2): ‘Deze Spanjaard werd ondervraagd of hij niet wist onder hoeveel graden het land gelegen was, waarop hij antwoordde, dat een zekere Tarragona, die met de vloot van den Commandeur Loaysa gevaren wasGa naar voetnoot3), gezegd had, dat eene baai die niet ver van daar was, zich op 8o NBr. (de oostkust van Mindanao) bevond. Deze menschen noemen zich célebe. Het is een zeer verraderlijk volk. Het zijn menschen die veel goud graven en mijnen hebben waar zij het komen zoeken. Zij dragen doeken van goed katoen. Het is een blank volk en van eene goede constitutie. De vrouwen zijn mooi. Als wapens dragen zij zwaarden en lansen, en blaasbuizen en pijlen met vergif, die zij met den mond schieten. Het vergif is getrokken uit een palmsoort’. Het valt niet te ontkennen, dat er eenige verwantschap tusschen die twee verhalen bestaat. In alle beider gevallen wordt van een volk gesproken, dat blank is en veel goud produceert. Dat het laatste de aandacht bijzonder trok, spreekt van zelf. Opmerkelijk is het dat de mare van een blank volk wonende op eilanden, waar veel goud gevonden wordt, zich telkens herhaalt. Zoo verneemt Garcia d'Escalante Alvarado in 1544 op het eiland Leyte (Filippijnen),Ga naar voetnoot4) | |
[pagina 333]
| |
dat men na tien dagen zeilens een eiland Amuco - ook een der vele goudeilanden die nog gevonden moeten worden - bereikt met blanke bewoners, die menschenvleesch eten, veel goud en overvloed aan zilver bezitten. De poging een volksstam ‘célebe’ op de Filippijnen in 't algemeen en op Mindanao in 't bijzonder op te sporen moet als mislukt beschouwd worden. Men vindt onder de in de literatuur vermelde geen één wiens naam ook maar eenigzins op dit woord gelijktGa naar voetnoot1). Evenmin wordt in de talen dier volkeren een woord gevonden, dat als verklaring van een misverstand bij de ingewonnen inlichtingen zouden kunnen dienen. Prof. Blumentritt had de goedheid mij aangaande deze vraag het volgende te schrijven: ‘Het is vergeefsche moeite op het eiland Mindanao naar een volksstam Célebes of Célibes te willen zoeken. In geen der vocabulairen van het Moro-Maguindanao, Bisaya, Bagobo, Mandaya, Tagocaolo of Bilân vindt men een enkel woord, dat op den klank afgaande eenigzins op Céleb of Célib gelijkt, hetzij men niet het woord Salip in aanmerking wil nemen, hetgeen in de door Mahommedanen bewoonde streken zooveel als sjerif beteekent. Maar ook dan is het moeielijk te verklaren hoe uit het a een e had kunnen gevormd worden’. Het volgende bericht is afkomstig van Andrés de Urdaneta, die in zijne ‘Relacion’, gedagteekend Valladolid 26 Februari 1537, eene zeer afwijkende beteekenis aan het woord geeft. Bij gelegenheid van het verhaal van zijn verblijf op de Talaut-eilanden zegt hijGa naar voetnoot2): ‘toen wij dezen Ārchipel der Zélebes bereikten’, en verder ‘toen Saavedra in 1528 op de eilanden der Célebes drie Castellanen op een eiland ZarraganGa naar voetnoot3) ontmoette’. Ook uit de verdere mededeelingen van Urdaneta blijkt, dat met de ‘islas de los Célebes’ bedoeld worden de eilanden-groepen, die als Sarangani-, Sangien Talaut-eilanden bekend staan. Maar de bewoners dezer eilandengroepen zijn noch blank, noch hebben zij goud-mijnen, noch zijn zij verraderlijk. | |
[pagina 334]
| |
Eene nog meer naar het Zuiden gelegen plaats wijst Garcia d'Escalante Alvarado de ‘islas de los Célebes’ aan en zeer terecht heeft P.A. Tiele aangetoond, dat daarmede bedoeld werden gedeelten van de oostkust van het hedendaagsche Celebes. Zeer opmerkelijk is het echter, dat de stuurman van het schip aan wien wij een veel uitvoeriger en nauwkenriger verslag te danken hebben, het woord Celebes in 't geheel niet noemtGa naar voetnoot1). Aangaande de spaansche bronnen mag ten slotte nog opgemerkt worden, dat P. Fr. Juan de Grijalva beweert, dat de Filippijnen, voordat zij door Villalobos met den tegenwoordigen naam vereerd werden, den naam droegen van ‘Archipielago de los Célibes’Ga naar voetnoot2). Met uitzondering van het apokryphe bericht bij Duarte Barbosa zijn bovenvermelde berichten zeer veel later, meestal zelfs eerst na het midden van deze eeuw in druk verschenen. Zij hebben aldus op de naamgeving van het eiland Celebes geen direkten invloed kunnen oefenen. Indirekt echter wel, doordien aan de Portugeezen een en auder daaromtrent ter oore moet gekomen zijn. Dit is in bijzonderheden niet meer na te gaan, omdat de geschriften die op dit punt betrekking hebben, op één na, compilaties zijn, en in dit ééne komt de naam Celebes niet voor. Joaõ de Barros verhaalt nu, dat de Gouverneur der Molukken, Antonio de Brito, toen Garcia Henrique Ternate in 1525 met versch volk bereikte, een onderzoek wenschte in te stellen naar de ‘Ilhas dos Celebes’, waar veel goud gevonden zoude worden. Hij hoopte zoodoende met zijn aanstaand vertrek een heugelijk bericht aan zijnen koning te kunnen overbrengenGa naar voetnoot3). Die tocht was zonder | |
[pagina 335]
| |
succes en het is zelfs niet bekend geworden, welke eilanden het schip dat naar het Noordoosten afgedreven werd, heeft bereikt. Tiele vermoedt, dat het de Mariannen geweest zijnGa naar voetnoot1). In geen geval had in het bovenstaande eene aanleiding gevonden kunnen worden tot het geven van een naam aan het eiland Celebes. Eerst in het door Lavanha na den dood van de Barros uitgegeven vervolg van diens Decadas vindt men verdere berichten.Ga naar voetnoot2) ‘In dezen tijd kwamen naar Ternate twee Makassaren, die zich lieten doopen en daarop naar hun land terugkeerden. Later kwamen zij weder naar Ternate met eene lading sandelhout, met eenig goud, wapens en andere handelswaren. De Makassaren waren volgens die afgevaardigden verlangend om handelsbetrekkingen met de Portugeezen aan te knoopen, en velen in hunne eilanden en in die van de Celebes zouden genegen zijn het Christendom te omhelzen.’ Verder wordt er bijgevoegd dat Galvão zich zoozeer over deze gunstige vooruitzichten verheugde, dat hij aanstonds last gaf een schip zeilklaar te maken. Wij weten met voldoende zekerheid dat de Makassaren niet van de ‘eilanden der Celebes’ hebben kunnen spreken, van wier bestaan zij evenmin als anderen iets afwisten. De ligging van het eiland der Makassaren was in ieder geval bekend, maar Francisco de Castro moest juist in eene tegenovergestelde richting, nl. naar het Noorden zeilen en in het werk, door Galvão zelve geschreven, is van een tocht naar de ‘Ilhas dos Macassares e dos Celebes’ geen sprake. Het woord Celebes wordt er in 't geheel niet in gevonden. Hoe komen nu Lavanha-de Barros aan deze eilanden? Om eene verklaring hiervoor te vinden moge de aandacht op eenige merkwaardige feiten gevestigd worden. Van het werk van Galvâo (1563) zag in 1601 het licht eene vertaling door P. Hakluyt, den nakomeling van een Hollandsch geslacht, die zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt door het uitgeven van tal van reisbeschrijvingen. Door de goede zorgen van de na hem genoemde Hakluyt-Society verscheen in 1862 de onveranderde herdruk van het oorspronkelijk werk van Galvão, waarvan met zekerheid alléén het bestaan van een enkel exemplaar bekend is, met de vertaling | |
[pagina 336]
| |
van Hakluyt, wiens werk eveneens zeldzaam geworden is, daarnaast. Hieruit blijkt nu, dat de woorden: ‘o mesmo Antonio galuão ter muitos feitos [fieis] dos celebres Mocassares, Amboynos, Moros, Maratax & outras diuersas partes’ ... (‘deze zelfde Antonio GalvãoGa naar voetnoot1) heeft velen van de beruchte Makassaren enz. gedoopt’), vertaald werden met: ‘He himselfe christened many (as the lords) of the Celebes, Macassares, Amboynos, Moros, Morotax, and diuers other places.’Ga naar voetnoot2) Uit het bijvoegelijk naamwoord berucht of beroemd (celebre), maakt Hakluyt een volksstam Celebes. Het is zeer waarschijnlijk, dat Lavanha en de Barros dezelfde vergissing hebben begaan, want aan den bovenaangehaalden zin gaat onmiddellijk die vooraf, waarin vermeld wordt dat Francisco de Castro in 1538 gelast werd naar het Noorden te stevenen om op de eilanden aldaar zooveel mogelijk christenen te maken. Aan die opdracht werd voldaan en op Mindanao, Camiguin enz. zes vorsten en vele inlanders gedoopt. Galvão is het trouwens nooit er om te doen geweest naar goud te laten zoeken, zijn doel was de uitbreiding van het Christendom in die gewesten te bevorderen en verder orde in het beheer te stellen. Een dergelijke Portugeesche Gouverneur is noch voor, noch na hem in de Molukken geweest en ter beoordeeling van dien man kan men niet beter doen, dan de woorden van P.A. Tiele aan te halen.Ga naar voetnoot3) ‘Vol ijver voor de uitbreiding van zijn geloof dacht Gilvão geheel niet aan de behartiging zijner eigene belangen; zelfs de nagelen die hem geschonken werden liet hij in de faktorij brengen, want zeide hij, een kruid dat met vijf knoppen gekroond was en als 't ware de vijf wonden van Christus voorstelde, behoorde alleen aan den koning van Portugal, die deze in zijn wapen voerde. In plaats dus dat deze edele dweper zich een vermogen verwierf had hij, toen in 1540 Jorge de Castro hem als bevelhebber op Ternate kwam vervangen, al wat hij bezat aan de bevordering der belangen van zijn land en van de bewoners dier verre gewesten ten koste gelegd. Men zou verwachten dat | |
[pagina 337]
| |
hij bij zijn thuiskomst in Portugal voor die offers schadeloos werd gesteld. Het tegendeel had plaats. Men haalde waarschijnlijk de schouders op voor zijn onverstand en liet hem in een hospitaal sterven. Zoo werd in Portugal onbaatzuchtigheid beloond.’ De bovenaangehaalde vergissing van de zijde van Lavanha-de Barros en van Hakluyt wordt volkomen verklaarbaar, wanneer men ontwaart, dat het woord ‘Celebres’ zelfs als synoniem voor Celebes gebezigd werd. Zoo zegt Pedro Mascarenhas van de bevolking van het noordelijk schiereiland sprekende: ‘vulgo Celêbes, sive Celebres’Ga naar voetnoot1) en verder een storm in de Celebes-Zee beschrijvende: ‘Per summas tempestatis maris celebribus occurritur.’ Interessant is voorzeker, dat tengevolge van het verband met ‘Celebres’ Mascarenhas de thans nog geldende uitspraak van het woord Celebes voorschrijft. Van nu af wordt de klemtoon op de tweede lettergreep gelegd, dus Celébes en niet zoo als in de Spaansche bronnen Célebes. Evenals Mascarenhas omvat bij Nicola Nuñez het ‘land der Celebes’ het noordelijk schiereiland met de Sangi-eilanden. Toch schijnt dit bij de zendelingen der Jezuïeten meer een begrip van administratieven aard geweest te zijn,Ga naar voetnoot2) een bepaalde volksstam van dien naam weet tenminste geen hunner te noemen. De laatste schrijver op wien men zich beroept, dat de Celebes een volksstam zijn, is Diego de Couto en deze zegt:Ga naar voetnoot3) ‘Die Makassaren of Makassen, zooals anderen hen noemen, zijn inboorlingen van een eiland van denzelfden naam dat met vele andere verbonden door de geografen ten onrechte tot één eiland gemaakt is, met den naam van Celebes zich uitstrekkende van Noord tot Zuid... Deze eilanden zijn het rijksgebied van vele koningen, verschillend in taal, zeden en gewoonten. Het koningrijk Bogis beslaat het meest noordelijke gedeelte, welks voornaamste stad Savito heet. Het koningrijk Makassar ligt vlak daarnaast, zijn voornaamste stad heet Goa. Dan volgt het koningrijk Dirapa en daarop dat van Chirrana en het laatste en meest zuidelijke is dat van Cellebes.’ | |
[pagina 338]
| |
Het is moeilijk meer onjuistheden in een paar zinnen opeen te stapelen. Hetgeen de geographen Celebes hebben genoemd toen de Couto zijn werk schreef, is inderdaad gebleken één eiland te zijn. Het koningrijk ‘Bogis’ bestaat niet, maar de Buginezen zijn een volksstam, die op verschillende rijken verdeeld, vooral het noordelijk gedeelte van het zuidwestelijk schiereiland bewoont.Ga naar voetnoot1) ‘Savitto’ d.i. Sawietto is een der kleinere, tot de Adja tapparang behoorende en door Buginezen bewoonde rijkjes. De hoofdplaats Sawietto ligt ongeveer onder 43o30' ZBr. en 119o38' O.L. Het koninkrijk MakassarGa naar voetnoot2), d.i. Gowa, ligt niet vlak daarnaast maar 182 Km. ten Z. daarvan. Evenmin volgt dan ‘Dirapa’, waarmede Rappang bedoeld zal zijn, want dit ligt weder noordelijk, ten Westen van Sawietto. ‘Chirrana’ d.i. Tjenrana ongeveer onder 3o17' Zbr. behoort tot de aan de Westkust gelegen Mandharstaten, zoo niet de plaats Tjenrana, aan de gelijknamige rivier en op geringen afstaud van den golf van Boni gelegen, daarmede bedoeld werd. Wat het laatste, het ‘rijk van Celebes’ betreft, dit wordt nergens gevonden. De eerste, die den naam Celebes voor het geheele eiland heeft toegepast, was Gabriël Rebello, die in zijne ‘Informação das cousas de Moluco,’ in 1569 schreef:Ga naar voetnoot3) ‘De Archipel der Celebes is gelegen ten Westen van Moluco en bestaat, naar het schijnt, uit het grootste aantal van eilanden. Hij begint met het groote eiland der Celebes, waarin vele koningen, en koeien en ossen, en geiten... zijn, en eindigt met Cebu en Matano vlak bij Mindanao en verder is er een groot aantal onbekende eilanden.’ En nu gebeurde iets dat het lot van dien naam voor goed zou beslissen. Toen Jan Huygen van Linschoten in 1592 uit Voor- | |
[pagina 339]
| |
Indië naar Enkhuizen terugkeerde, bracht hij mede eene Portugeesche manuscriptkaart van den Indischen Archipel, die hij zich had weten te verschaffen en die zonder eenigen twijfel van onschatbaar nut is geweest voor den eersten scheepstocht der Nederlanders onder Cornelis de Houtman. Op die kaartGa naar voetnoot1) wordt de naam Celebes voor het geheele eiland toegepast, maar voor de noordkaap vindt men nog de P.ta dos Celebres vermeld. Daarna volgt Mercator die in zijn atlas alle die gegevens van Linschoten overneemt.Ga naar voetnoot2) Aan diens machtigen en alles-overheerschenden invloed op het gebied der kartographie was het te danken, dat Celebes voor goed burgerrecht verkreeg. Het geheel nog eens overziende, ontwaren wij dat een in 1550 verschenen werk - zooals later gebleken is - onecht bericht bevat over een eiland Celebe, waarin vermeld wordt dat het door een blank, menschenetend volk bewoond wordt, dat veel goud produceert. Uit de bronnen blijkt, dat reeds in 1528 van een dergelijk op de oostkust van Mindanao wonend volk melding wordt gemaakt. Kort daarna wordt de volksstam der Celebes naar de meer naar het Zuiden gelegen Sangi-, Talaut- en Sarangani-eilanden verplaatst. Nog later zoekt men het aan de oostkust van Celebes. Eene vastere plaats wordt aan deze denkbeeldige en geheel in de lucht zwevende eilanden aangewezen, doordien zij tengevolge van een misverstand met de ‘eilanden der Makassaren,’ wier ligging vrijwel bekend was, samengekoppeld werden. Dit misverstand is ontstaan doordien de ‘beruchte (celebres) Makassaren’ tot eene vorming van de eilanden der ‘Celebes en Makassaren’ aanleiding gaven. Werd vooreerst de naam Celebes alleen op het noordelijk schiereiland met Manado als hoofdplaats toegepast en blijft het zuidelijk gedeelte den naam van Makassar houden, zoo verkrijgt ten slotte de eerstgenoemde in kaarten en geschriften de overhand. Aldus werd een naam geboren uit eene aaneenschakeling van dwalingen, zooals zij in de geschiedenis der aardrijkskunde nauwelijks haar wedergade vindt.
A. Wichmann. |
|