Bibliographie.
Zijn Kind, door W.G. van Nouhuys. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf.
Wat opzet en wat toon, wat fijnheid van teekening betreft behoort Zijn kind tot het beste wat wij tot dusver op het gebied der novelle van Van Nouhuys lazen.
Reeds aanstonds in het eerste hoofdstuk treft de zuivere teekening van het intérieur van dien jongen man, die weinige uren te voren zijne vrouw begraven heeft en nu met een dochter van veertien jaar alleen achterblijft. Dat kind zal voortaan zijn leven vullen, hem steunen en opwekken. Maar dan treedt er eene vrouw tusschen hen beiden: een figuur waaraan de schrijver het beste van zijn talent besteed heeft. Het is niet de conventioneele coquette, die wij uit dozijnen romans en tooneelstukken kennen, maar een van die gecompliceerde vrouwennaturen, van wie men nooit te weten komt wat haar eigenlijk drijft, haar zinnen of haar hart, of beiden of geen van beiden, maar die voor een gevoelig man een gevaar zijn van elk oogenblik. Wanneer zijn kind het geheim van haars vaders verhouding tot deze vrouw ontdekt heeft en, bedroefd en ontgoocheld, zich van hem afwendt, dan is dit voor hem de gevoeligste straf die zich denken laat. Wij verwachten nu een stillen strijd tusschen vader en dochter, een strijd van elken dag, waarbij, zonder dat ooit het motief van hunne verwijdering rechtstreeks wordt aangeroerd, de vader, door goedheid en abnegatie, zijn kind zwijgend vergiffenis vraagt voor het gebeurde en zoo streep voor streep het verloren terrein herwint....
Van Nouhuys heeft echter aan een andere oplossing de voorkeur gegeven, aan een plotselinge, bruske, door niets voorbereide verzoening. Die onverwachte ontknooping van het intieme drama is een teleurstelling. Men krijgt den indruk dat de schrijver zijn naast bijliggende plicht niet heeft aangedurfd, en men heeft tegenover hem een gevoel als tegenover den man, dien men een strijd, die onvermijdelijk scheen, ziet ontwijken.