Bibliographie.
Virginie Loveling. De Bruid des Heeren. Amsterdam, Uitgevers-maatschappij ‘Elsevier’. 1895.
Een echte ‘Virginie Loveling,’ voortreffelijk van plaatselijke kleur, met tal van belangrijke bijzonderheden uit het leven van den kleinen, streng katholieken burgerstand op het Vlaamsche platteland. Tegelijkertijd een bijdrage tot de folklore, doordat de schrijfster zoowel omtrent kerkelijke gebruiken als omtrent kinderspelen in Vlaanderen, ongezocht, veel wetenswaardigs weet mee te deelen.
De eenvoudige geschiedenis, die in en om den kruidenierswinkel van de ‘dochters’ Kneuvels en in het onbedorven gemoed van de hoofdpersoon, Pia, afspeelt, wordt, zonder noodeloozen omhaal, met treffende soberheid verteld. Mej. Loveling ziet er niet tegen op, zeer gewaagde punten, als die van de biecht in het 25e hoofdstuk en in het daaropvolgende van het ontwaken der ‘levensnieuwsgierigheden’ bij Pia, te behandelen, maar zij doet het zoo volkomen oprecht, zoo ernstig en zoo rein, dat geen oprecht ernstig en rein lezer er aanstoot aan kan nemen.
Dat de ontknooping door een woordspeling bespoedigd wordt, kan grond tot bedenking geven. Men zou wat meer hebben willen vernemen van dien Johannes, die in het passiespel de Christusrol zoo treffelijk vervult, om te weten of hij waard is, in Pia's hart de plaats in te nemen van Hem, aan wien het vrome kind, als aan haar geestelijken bruidegom, zich reeds in stilte had overgegeven.