zoo zij al werden ingesteld, dan was het nog zeer moeilijk om uit een der periodieken een geschikt orgaan te kiezen voor het publiceeren der resultaten van zulk een onderzoek. De Romania behandelde bijna uitsluitend den ‘haut Moyen-âge’ en ging in geen geval verder dan de XVe eeuw; men was dus aangewezen op tijdschriften als de Revue Bleue of, als het een punt uit de geschiedenis der tooneelpoëzie betrof, op de Revue d'art dramatique. Maar de eerste bleven gaarne zuiver letterkundig; zij richtten zich immers tot het ‘beschaafd publiek’; de andere omvatte een te beperkt gebied. Iets als het belangrijke Duitsche Zeitschrift für französische (vroeger neufranzösische) Sprache und Litteratur bestond in Frankrijk niet.
In de laatsten jaren is daarin een gelukkige verandering gekomen. Onder de doctorale dissertaties die aan de Parijsche Letkundige Faculteit geschreven en verdedigd worden (men weet dat deze bijna altijd het werk zijn van mannen die hunne academische studiën reeds geruimen tijd achter den rug hebben) zijn er in den laatsten tijd eenige zeer goede verschenen gewijd aan de dichters der XVIIe eeuw, aan Malherbe, Racine, Thomas Corneille, aan den versbouw der klassieken, aan den stijl en de syntaxis der Renaissance-mannen, enz.
Ook is, twee jaren geleden, eene Société d'Histoire littéraire de la France gesticht, onder het voorzitterschap van den bekenden Académicien, den Administrateur van het Collège de France, Gaston Boissier, met mannen als Petit de Juleville, Paul Bonnefon, F. Brunot in het bestuur, en geleerden als Gaston Paris, Chuquet, Clédat, Lavisse, Monod, Nolhac, Picot, en letterkundigen of professoren als Claretie, Faguet, René Doumic, Larroumet en Lemaître in den Conseil d'Administration.
Deze ‘Société’ is in Januari van 't vorige jaar begonnen een driemaandelijksch tijdschrift uit te geven Revue d'Histoire littéraire de la France, dat, met de aflevering van 15 Januari ll., zijn tweeden jaargang is ingetreden. Elke aflevering, ruim honderd bladzijden groot, bevat, behalve boekbeoordeelingen en een zeer volledige en interressante ‘chronique’, langere en kortere - meestal korte - opstellen en bijdragen over bijzondere punten van historisch-litterarische beteekenis.
Op enkele dier studies vestig ik hier de aandacht.
Van meer algemeene strekking is het artikel van René Doumic