Bibliographie.
Het leven van onze Voorouders door Mr. N. de Roever, voortgezet door Dr. G.J. Dozy. 1e deel. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf.
De eruditie, in dit eerste deel van Het leven van onze Voorouders ten toon gespreid, staat boven onzen lof. Reeds het doorbladeren van dit boek, het bekijken van de talrijke chromo's en houtsneden, niet het minst van die waaraan de phantasie van den teekenaar geen of weinig deel had, maar waarin ons de oude voorwerpen worden afgebeeld zooals zij in ons land zijn opgegraven, zal voor velen een groot genot zijn en, beter dan menige beschrijving, een denkbeeld geven van de ontwikkeling van het volk, zijn zeden en gewoonten. Ware de geleerde schrijver, Mr. N. de Roever, die het werk op touw zette, in het leven gebleven, dan zou het onze wensch geweest zijn dat hij, wiens kracht niet lag in levendige, kleurige wijze van voorstellen, zelf aan de deugdelijkheid van het oudheidkundig en historisch samenstel zijn beste zorgen wijdend, zich iemand had toegevoegd, die de kunst verstond van prettig, opgewekt vertellen. Want om voor dergelijke bijzonderheden blijvende belangstelling te wekken bij een jonger geslacht of bij den eenvoudigen lezer, moeten zij verteld worden, pittig, vroolijk, geestig, zooals bijv. de schrijver van Onze Voorouders, Jacob van Lennep, dit wist te doen. Wat De Roever ontbrak, schijnt ook zijn opvolger Dr. Dozy niet in voldoende mate te bezitten. Men moet nu zorg dragen, niet door de zwaar gebouwde, droge zinnen en de conventioneele taal zich te laten afschrikken van de lezing van een boek, waarin het leven, werken en denken van onze voorouders ons veel nader wordt gebracht, zóó nabij als de stand der wetenschap van heden het mogelijk maakt.