Bibliographie.
Van Nu en Straks. No. 1. Brussel, Xavier Havermans.
Te moeten geven wat men op het oogenblik heeft, al weet men dat het veel minder is dan men in gewone omstandigheden zou kunnen geven; zich daardoor aan verdiende, en toch in den grond onbillijke critiek te moeten blootstellen - ziedaar de alles behalve benijdenswaardige toestand, waarin de heer Gust. Vermeijlen en zijn bentgenooten zich bevonden, toen de Aprilmaand naderde en zij, ten einde hun eerlijken naam niet te verbeuren, wel gedwongen werden de eerste aflevering het licht te doen zien van het nieuwe tijdschrift, welks verschijning, lang te voren met ophef aangekondigd, door allerlei tegenspoed maanden achtereen vertraagd was. Zij hebben wijselijk geene verontschuldigingen gemaakt, zelfs geen uitlegging gegeven, maar, gedachtig aan het Nederlandsche spreekwoord, dat hèm het leven waard acht, die geeft wat hij heeft, hebben zij van den nood, waarin zij zich bevonden, een deugd trachten te maken. Zoo althans stellen wij ons de zaak voor. En daar ook wij nieuwsgierig zijn naar ‘het werk van boek-kunst, door kunstenaars stoffelijk verzorgd,’ naar de ‘uiting van het willen en denken der laatstgekomenen’ onder de jonge Vlamingen, ons in Van Nu en Straks toegezegd, en wij hun de gelegenheid willen laten, die toezegging gestand te doen, onthouden wij ons liefst van een, op dit oogenblik nog voorbarig, oordeel en bepalen wij er ons voor heden toe, den moedigen jongen mannen en hun grootschen plannen een ‘gut Heil’ toe te roepen.