Bibliographie.
Huwelijkspoëzie. Herinneringen en beelden, door Ebba. Amsterdam, P.N. van Kampen & Zoon.
In het land, dat De Veer's ‘Trouringh’ tot den rang van een half-classiek werk verhief en aan Ritter's ‘Paedagogische fragmenten’ een buitengewoon succes verschafte, moet ondanks, of misschien wel mede door zijn ouderwetschen titel een boek als ‘Huwelijkspoëzie’ opgang maken.
De huiselijke tooneeltjes tusschen den jongen dokter en zijn ‘Tine’, de kleine jaloerschheden met en zonder reden, de plagerijen met en zonder succes, de lesjes van de vrouw aan den man, vice versa, het vrouwelijk pruilen en de mannelijke koppigheid, welke wij hier bijwonen, zijn in anderen vorm reeds herhaaldelijk voorgesteld; men kent dat spitsvondig disputeeren, dat min of meer vriendschappelijk vitten en min of meer beminnelijk haarkloven. Maar aan Ebba mag de eer niet onthouden worden, dat zij - zij het ook op wat al te breedsprakigen trant - het bekende met smaak heeft weten te variëeren en in onberispelijken vorm te gieten. En ook waar zij den toon wat hooger stemt en uit den schat van eigen of anderer ervaring opvoedkundige wenken geeft, zooals in ‘Booze humeuren’, spreekt zij met zooveel menschenkennis en gezond verstand dat het de moeite loont er goed naar te luisteren. Van scherp analyseerend vermogen en een fijn gevoel getuigt vooral het laatste stuk: ‘Niet begrepen’, een schets dieper van opvatting en dramatischer dan een der overigen, waarin de schrijfster de ontleding van toestanden en karakters, die weêr al te uitvoerig dreigde te worden, heeft weten af te wisselen door die toestanden en karakters, meer verhalend, voor ons in beeld te brengen en te laten leven.
Aan het slot van een harer schetsen merkt Ebba op, dat, al zullen betoogen en verhandelingen als de hare de wereld niet veranderen, er soms voor hen die zoeken maar een klein lichtje noodig is om hen op den weg te brengen. En dan vervolgt zij: ‘Laat ik dan het dwaallichtje wezen, dat door de velden dwaalt; licht dat een zoekende het flauwe schijnsel volgt en het doel vindt, waarnaar hij streefde.’ Wij helpen het haar wenschen.