Novellen en Schetsen door Gustaaf D'Hondt. Amsterdam, Uitgevers-Maatschappij ‘Elsevier’. 1891.
De mooie jonker van het kasteel, die het argelooze burgermeisje ten val brengt, de grondeigenaar, die, ongevoelig voor hunne klachten, zijn pachters tot den laatsten penning afperst, de boerendochter, die den armen, leelijken boerenknecht, wien zij eens trouw zwoer, vergeet om met den rijken, schoonen molenaarszoon te trouwen, - die onderwerpen schenen den heer D' Hondt nog niet zóó versleten, dat hij niet beproeven zou, ze op zijne beurt tot motief voor novelle of schets te nemen. Ongelukkig is hij er niet in geslaagd, op deze onde onderwerpen een nieuw licht te werpen en ze aantrekkelijk te maken. Ook hier treffen wij in uitdrukking en voorstelling telkens zooveel onnatuurlijks en sentimenteels aan, dat personen en toestanden niet voor ons leven.
Dat gemis aan natuurlijkheid, dat gemaakte, verraadt zich al dadelijk in den dialoog. Reeds op de 3e bladzijde van den bundel laat de schrijver een man zijne vrouw, welke hem aanraadt voor zijne gezondheid naar buiten te gaan, aldus toespreken: ‘Op eenige punten ben ik het volkomen met u eens, beste Melanie; doch alles zegt mij naar buiten te gaan, terwijl ik, mijns erachtens, weinig vinden kan dat uwe gedachte rechtvaardigt.’
Gelukkig is niet alles op dien toon en in dien trant geschreven. Er komen onder de stukken in dezen bundel een paar voor, waarin de sentimentaliteit en de opgeschroefde taal der overige hebben plaats gemaakt voor een gezond en sober realisme. Het zijn de schetsen 't Was kermis en De deserteur, vooral de laatstgenoemde. Het verhaal van den breed geschouderden, forsch gespierden jongen soldaat, die, om een gemeene deerne uit een kroeg te volgen, naar Frankrijk deserteert, door zijn ‘lief’ bedrogen wordt, en wanneer hij haar in zijn woede half dood geslagen heeft, weer terug vlucht naar zijn dorp, waar hij, door de gendarmen achtervolgd, in het diepst van de bosschen een schuilplaats zoekt, om, wanneer hij geen uitkomst meer ziet, door zelfmoord een eind aan zijn leven te maken, - dat verhaal, hetwelk niet meer dan 40 bladzijden beslaat, is met een ingehouden kracht en zelfbeheersching geschreven, welke het ongemeen aangrijpend maken. Uit De deserteur blijkt in welke richting de kracht ligt van Gustaaf D'Hondt. Hij sla voortaan geen anderen weg in, dan dien, welken hij hier met zooveel succes betrad.