Bibliographie.
Moderne Problemen. Novellen door Frits Lapidoth. 2 dln. Leiden, S.C. van Doesburgh. 1890.
Met Klaas Buijs, den held van de novelle De molen ‘D'Geelvinck’, heeft de heer Lapidoth dit gemeen, dat hij een vijand is van sleur en zich niet gaarne laat opsluiten achter ‘de tralies der gewoonheid.’ Er spreekt toch uit de meeste stukken in deze bundels een streven naar ongemeenheid en oorspronkelijkheid van motieven, dat groote waardeering verdient, en dat alleen reeds volstaat om deze novellen van het gros harer Nederlandsche zusters zich gunstig te doen onderscheiden. Daar staat tegenover dat de schrijver wel eens een ‘modern probleem’ ter behandeling kiest, dat, hoe aardig ook gevonden en hoe interessant ook op zich zelf, ten slotte te machtig blijkt of te ingewikkeld om in het kort bestek en in den vorm eener novelle te worden afgewikkeld, of zelfs maar duidelijk gesteld. Dit blijkt uit De molen ‘D'Geelvinck’, waarin de aardige beschrijving van de Zaanstreek, hare bewoners, zeden en gebruiken, en de levendige vertaaltrant goed moeten maken wat het onderwerp: de invloed, door oppervlakkige socialistische bemoeiingen op het karakter van een goedhartigen onderwijzer geoefend, aan duidelijkheid te kort schiet. Evenzoo in Verboden suggesties, de novelle waarin een verschrikkelijke, maar helaaas! al te bekende ziektetoestand stout opgezet en voortreffelijk gedetailleerd wordt. De verboden suggestie is, volgens den hypnotiseur, die hier het door hem waargenomene mededeelt, die suggestie welke, zij het ook met nog zoo menschlievende bedoelingen, met een ander dan een zuiver geneeskundig doel geschiedt; en nu wordt ons wel verteld, hoe Dr. Vandanger weigert zich tot het doen van een dergelijke suggestie te leenen, en hoe hij daardoor met zijn besten vriend voor goed gebrouilleerd raakt,
maar de ‘verboden suggestie’, welke ons als het onderwerp van de novelle was aangekondigd, blijft achterwege. Ook uit enkele andere stukken, uit Professor Beukhof bijv., blijkt het nadeel dat de keus met zich brengt van die onderwerpen, welke zich beter tot een populair wetenschappelijke behandeling dan tot behandeling in den vorm eener novelle leenen.
Het best slaagt de heer Lapidoth, wanneer hij uit zijn ‘Moderne problemen’, hoe luguber ook, een komisch effect weet te halen, zooals hij dit met zooveel geluk deed in de kostelijk gevonden en met groot talent vertelde geschiedenis van De Phonograaf van Wijbrand Longus, welke de lezers van De Gids zeker nog niet vergeten zijn.
Het is reeds elders opgemerkt, dat de heer Lapidoth, al woont hij sedert jaren te Parijs, echt Nederlandsch is gebleven, hetgeen, onder meer, hieruit blijkt dat de Hollandsche typen in zijne novellen beter