De Gids. Jaargang 52
(1888)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe Gids. P.N. van Kampen, Amsterdam 1888
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens enkele hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de 52ste jaargang (Vierde serie, zesde jaargang) van De Gids uit 1888.
redactionele ingrepen
deel 1, p. 4: 's Morgens → ‘'s Morgens, ‘‘'s Morgens een bak grutten met de man een pekelharing; ’
deel 1, p. 4: erwten. → erwten.’, ‘'s avonds een bak grauwe erwten.’’
deel 1, p. 13: gehuwden!’ → gehuwden!’’, ‘Kiest vrije vóór gehuwden!’’ Deze laatste zinsnede’
deel 1, p. 14: zijn........ → zijn........’, ‘waar hunne kisten zullen staan en slaapplaatsen zijn........’’
deel 1, p. 22: Dat's → ‘Dat's, ‘Jonker Sicco wezen. ‘Dat's de eenige van die heertjes,’
deel 1, p. 65: Ao. 1421 → ‘Ao. 1421, ‘‘Ao. 1421 (lib. I, fol. 47 verso) Jan Coster, bij .....’
deel 1, p. 176, noot 2: in de tekst staat twee keer een nootverwijzing naar noot 2. De eerste verwijzing hebben we weggehaald.
deel 1, p. 187: een aantal letters is niet leesbaar en is weergegeven met puntjes tussen vierkante haken.
deel 1, p. 208: - Wij → - ‘Wij, - ‘‘Wij t' Antwerpen ook! - Ook t' Utrecht! - Te Dordt! -’
deel 1, p. 241: ...... Que → ‘...... Que, ‘‘...... Que Dieu nous l'accorde,’
deel 1, p. 257: dat → ‘dat, ‘‘dat er moed voor noodig is al Maerlant's gedichten door te lezen’
deel 1, p. 292, noot 1: in de tekst ontbreekt een nootverwijzing bij noot 1. We hebben de verwijzing alsnog geplaatst.
deel 1, p. 298: e → ‘te, ‘Ik wil trachten een nauwkeurig overzicht te geven van zijne denkbeelden,’
deel 1, p. 330, noot 1: in de tekst ontbreekt een nootverwijzing bij noot 1. We hebben de verwijzing alsnog geplaatst.
deel 1, p. 339: - - - Nur → ‘- - - Nur, ‘‘- - - Nur die Erkentnisz fruchtet,’
deel 1, p. 345: Auf → ‘Auf, ‘‘Auf, ihr des Genius Söhne,’
deel 1, p. 353: geeft.’ → geeft., ‘en waaraan hij vooral in den epiloog van ‘Durch alle Wetter’ lucht geeft.’
deel 1, p. 429: Les → ‘Les, ‘‘Les Décadents - zegt het blad - sont ceux qui demeurent fidèles à leurs principes;’
deel 1, p. 455: Ik → ‘Ik, ‘‘Ik hoop dat gij er lang van genieten zult.’ Dit werd gezegd’
deel 1, p. 469: Nu → ‘Nu, ‘‘Nu, ten pleiziere van de boeren’
deel 1, p. 469: Vroeger → ‘Vroeger, ‘ving Adèle's vader weder aan. ‘Vroeger waren de ambten’
deel 1, p. 470: Neen → ‘Neen, ‘‘Neen, niet de schoenlapper in de Eerste Kamer.’
deel 1, p. 470: Moet → ‘Moet, ‘‘Moet die ook al een professor worden,’ vroeg hij.’
deel 1, p. 471: Amélie, verbeterde de vader.’ → ‘Amélie,’, ‘‘Amélie,’ verbeterde de vader.’
deel 1, p. 471: Vlak → ‘Vlak, ‘‘Vlak bij mijn erf,’ ging Sweelinck voort’
deel 1, p. 471: Zoo → ‘Zoo, ‘‘Zoo diep ben ik nog niet gevallen, zwager,’
deel 1, p. 471: Dienen → ‘Dienen, ‘‘Dienen!’ riep de ander met onuitsprekelijke minachting.’
deel 1, p. 471: Dienen → ‘Dienen, ‘‘Dienen we niet allemaal iets of iemand?’
deel 1, p. 472: In → ‘In, ‘‘In het Hollandsch zou dat beteekenen - maar ik wil hem zoo niet noemen,’
deel 1, p. 477: Wat → ‘Wat, ‘‘Wat geurt het hier heerlijk’
deel 1, p. 477: Kijk’ → ‘Kijk’, ‘‘Kijk’ zei Elize,‘
deel 1, p. 501: Ik → ‘Ik, ‘‘Ik ben een mengsel’
deel 1, p. 564: e → te, ‘die aanvankelijk weinig geneigd was zijn zoon te vergunnen zich aan de schilderkunst te wijden.’
deel 1, p. 600: welk → ‘welk, ‘‘Denk eens,’ schrijft Wagner aan zijn vriend, ‘welk een tegenspraak uw werk,’.
deel 1, p. 601: voe → voet, ‘aan den voet van den vagevuurberg met den dichter’
deel 1, p. 606: moet → ‘moet, ‘‘Ter wille van mijn schoonsten levensdroom,’ den ‘Siegfried,’ ‘moet ik nu wel de Nibelungenstukken voltooien:’
deel 2, p. 4: uit. → uit.’, ‘ik knip de schimmelige en de slappe, die zuur zijn, uit.’’
deel 2, p. 28: n → in, ‘Maar zou hij in die zelfde stramme, bevende, zenuwachtig teeder de zijne’
deel 2, p. 49: spreken.’ → spreken., ‘als ware het een genot voor haar dien naam uit te spreken.’
deel 2, p. 70: zal. → zal.’, ‘doch dat u ten minste voor regen en wind beschermen zal.’’
deel 2, p. 152, noot 1: in de tekst ontbreekt een nootverwijzing bij noot 1. We hebben die verwijzing alsnog toegevoegd.
deel 2, p. 156, noot 1: in de tekst ontbreekt een nootverwijzing bij noot 1. We hebben die verwijzing alsnog toegevoegd aan het eind van het hoofdstuk.
deel 2, p. 157: byeen,’ → byeen,, ‘van 's morgens tot 's avonds, zoo byeen, dat men daar nauwlyks door kan.’
deel 2, p. 168: aan → ‘aan, ‘‘aan wier opbouw, verfraaing en versterking hy een groot deel van zijn leven had besteed,’
deel 2, p. 193: Gentenaar! → Gentenaar!’, ‘‘En een Gentenaar! een Gentenaar!’’
deel 2, p. 195: mij.... → mij....’, ‘Een kindjen, O! van u en mij....’’
deel 2, p. 228: staten ijbel! → statenbijbel, ‘Een grooten Nederlandschen statenbijbel’
deel 2, p. 280: vat → vat.’, ‘die in het kalme en doorluchtige denken alles beheerscht en te zamen vat.’’
deel 2, p. 320: eken → teken, ‘als een teken van rouw, het sterfhuis te sluiten,’
deel 2, p. 320: verhande ing → verhandeling, ‘Uitvoeriger heb ik dit trachten aan te toonen in mijne verhandeling’
deel 2, p. 327-331: de noten op deze pagina zijn in de lopende tekst geplaatst. De pagina's 327 tot en met 331 zijn daardoor komen te vervallen.
deel 2, p. 336: ag → dag,‘ dag zich opvolgende, Zijn Hoogheid, die dezen ganschen Zaterdag niets gegeten had,’
deel 2, p. 339: Zeelhem!’ → ‘Zeelhem!’, ‘‘Zeelhem!’ fluisterde hij zijn secretaris snel in het oor,’
deel 2, p. 342: ndanks → ondanks, ‘ondanks de ervaring van zijn zestigjarig leven,’
deel 2, p. 342: behar igen → behartigen, ‘de zaken tevens te behartigen en goed ook.’
deel 2, p. 343: u → au, ‘On me ruïne Orange parceque je n'ai pas voulu laisser garder Hoogsoeren au Roi,’
deel 2, p. 489: ‘scena ultima → ‘scena ultima’, ‘Ook bij Cicognini is deze ‘scena ultima’ ‘Inferno’ te vinden,’
deel 3, p. 59: ‘ellendelingen,’ → ‘ellendelingen,’, ‘‘De mannen zijn ‘ellendelingen,’ riep hij uit’
deel 3, p. 72: hebben’. → hebben’.’, ‘om zijne ‘gunsten’ zouden ‘gebeden hebben’.’ Wij wenschten’
deel 3, p. 221: ‘Desespereert niet!’ → ‘‘Desespereert niet!’’, comme l'illustre Koen, dire à la mère patrie: ‘Desespereert niet!’’ Maar ook wij’
deel 3, p. 259: verunstalten.... → verunstalten....’, ‘im Feldlager wurde der Rauch des Geschützes das feine Gesicht verunstalten....’’
deel 3, p. 298: Verlosser. → Verlosser.’, ‘in geheimzinnige taal, op den verwachten Verlosser.’’
deel 3, p. 354: op deze pagina is een kop tussen vierkante haken toegevoegd.
deel 3, p. 480: The → ‘The, ‘‘The source of the play in almost all its details is Lodge's story of Rosalynde.’’
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1: p. II en p. VIII, deel 2: p. II en p. VIII, deel 3: p. II en p. VIII, deel 4: p. II en p. VIII) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[eerste deel, pagina I]
DE GIDS. I.
[eerste deel, pagina III]
DE GIDS.
TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG.
Vierde Serie.
ZESDE JAARGANG.
1888.
ONDER REDACTIE VAN
W.H. DE BEAUFORT, CH. BOISSEVAIN, J.T. BUIJS, J.N. VAN HALL, A.G. VAN HAMEL, C. HONIGH, J.H. HOOIJER, H.P.G. QUACK, J.A. SILLEM en W. VAN DER VLUGT.
EERSTE DEEL.
AMSTERDAM, P.N. VAN KAMPEN & ZOON.
1888.
[eerste deel, pagina IV]
GEDRUKT BIJ ROELOFFZEN & HÜBNER.
[eerste deel, pagina V]
INHOUD.
januari.
I. | Marine-Studiën van de 17e eeuw, door A. Weruméus Buning. II | Blz. 1. |
II. | 1813-1888, door Mr. W.H. de Beaufort | Blz. 31. |
III. | Mainz of Haarlem, door Prof. R. Fruin | Blz. 49. |
IV. | Wat nu? Beperkte of algemeene dienstplicht? door Majoor A.L.W. Seyffardt | Blz. 95. |
V. | Teleurstellingen en verwachtingen, door Prof. J.T. Buys. | Blz. 122. |
VI. | De Geschiedenis der Godsdiensten, door Prof. C.B. Spruyt.
P.D. Chantepie de la Saussaye, Lehrbuch der Religionsgeschichte, 1er Band |
Blz. 156. |
VII. | Keizer-Karel en het Rijk der Nederlanden. Eerste zang, door J. de Geyter. | Blz. 192. |
VIII. | Letterkundige kroniek.
Nicolaas Beets, Winterloof; Hildebrand, Na vijftig jaar. - Woordenboek der Nederlandsche taal. Derde reeks, 11e afl. - Tennyson, Elaine, metrisch vertaald door J.H.F. le Comte; enz. |
Blz. 212. |
[eerste deel, pagina VI]
februari.
I. | Over de geschiedenis onzer Middeleeuwsche Letterkunde; door Dr. G. Kalff.
Dr. J. te Winkel, Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde, 1e deel |
Blz. 225. |
II. | Onze Consuls, door P.N. Muller | Blz. 271. |
III. | Nieuwe litteratuur over Belastingen, door Mr. N.G. Pierson
Mr. P.W.A. Cort van der Linden, Leerboek der Financien. |
Blz. 287. |
IV. | Adolf Friedrich von Schack als dichter, door W.J. Manssen.
A.F. von Schack, Gesammelte Werke |
Blz. 319. |
V. | Darwin's Brieven, door Prof. A.A.W. Hubrecht. I.
The life and letters of Charles Darwin |
Blz. 382. |
VI. | De ‘Décadents’ in Frankrijk, door Mr. J.N. van Hall | Blz. 416. |
VII. | De Distelvink, door Pol de Mont | Blz. 437. |
[eerste deel, pagina VII]
maart.
I. | Adèle, door J.H. Hooijer | Blz. 449. |
II. | De oorsprong van het geloof aan de opstanding van Jezus, door Prof. A.D. Loman. I | Blz. 502. |
III. | Darwin's Brieven, door Prof. A.A.W. Hubrecht. II | Blz. 546. |
IV. | Anton Mauve, door A | Blz. 564. |
V. | Bacteriologie in Nederland, door Prof. Hugo de Vries | Blz. 571. |
VI. | Wagneriana, door Mr. H. Viotta.
Briefwechsel zwisschen Wagner und Liszt |
Blz. 592. |
VII. | Een nieuw Paradiso, door Prof. A.G. van Hamel.
Sully Prudhomme, Le Bonheur |
Blz. 610. |
VIII. | Letterkundige Kroniek.
A. Daudet, Trente ans de Paris. - Conscience, Geschiedenis mijner jeugd |
Blz. 628. |
[tweede deel, pagina I]
DE GIDS.
II.
[tweede deel, pagina III]
DE GIDS.
TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG.
Vierde Serie.
ZESDE JAARGANG.
1888.
ONDER REDACTIE VAN
W.H. DE BEAUFORT, CH. BOISSEVAIN, J.T. BUIJS, J.N. VAN HALL, A.G. VAN HAMEL, C. HONIGH, J.H. HOOIJER, H.P.G. QUACK, J.A. SILLEM en W. VAN DER VLUGT.
TWEEDE DEEL.
AMSTERDAM, P.N. VAN KAMPEN & ZOON.
1888.
[tweede deel, pagina IV]
GEDRUKT BIJ ROELOFFZEN & HÜBNER.
[tweede deel, pagina V]
INHOUD.
april.
I. | Op Bovegem, door Virginie Loveling | Blz. 1. |
II. | De oorsprong van het geloof aan de opstanding van Jezus, door Prof. A.D. Loman. II | Blz. 86. |
III. | Groote geluiden, door Mr. J.N. van Hall | Blz. 136. |
IV. | Drie Stadiën op den wordingsweg van Batavia, door W.J. Hofdijk. III | Blz. 152. |
V. | Keizer Wilhelm, door Prof. W. van der Vlugt | Blz. 171. |
VI. | Letterkundige Kroniek.
Julius de Geyter, Keizer Karel en het Rijk der Nederlanden |
Blz. 192. |
[tweede deel, pagina VI]
mei.
I. | Franciscus Cornelis Donders, door Prof. Jac. Moleschott | Blz. 201. |
II. | Herinneringen uit de Transvaal. Fragment van een reisverhaal, door Hendrik P.N. Muller | Blz. 223. |
III. | Harmonie en Symbool in de Doorische Kunst, door J.H. Valckenier Kips | Blz. 275. |
IV. | De Simsonsage, door Prof. G.A. Wilken | Blz. 303. |
V. | Prins Willem de derde ter jacht, door A. Ising | Blz. 332. |
VI. | Een dichterlijk soldaat, door J. Drabbe.
Oeuvres diverses de Paul de Molènes |
Blz. 351. |
VII. | Koloniale Literatuur, door Prof. P.A. van der Lith.
P.A. Tiele, Bouwstoffen voor de Geschiedenis der Nederlanders in den Maleischen Archipel, 1e deel. - J.A. van der Chijs, Nederl.-Indisch plakaatboek, IIIe en IVe deel. - M.L. van Deventer, Geschiedenis der Nederlanders op Java. - H.G.J.L. Meyners, Bijdragen tot de kennis van het Bandjermassinsche rijk |
Blz. 362. |
VIII. | Letterkundige Kroniek.
Shakespeare's Werken, door Burgersdijk, 11e deel |
Blz. 375. |
[tweede deel, pagina VII]
juni.
I. | Matthew Arnold. 1822-1888, door Dr. W.G.C. Bijvanck. I | Blz. 385. |
II. | C.T. Stork, door P.N. Muller | Blz. 409. |
III. | In Noorwegen, door Dr. N.J. Singels | Blz. 425. |
IV. | Twee stelsels van kolonisatie, door J. de Kock.
J. Dacosta, The Indian Budget for 1877/88. - H.S. Cunningham, British India and its rulers. - P. Leroy Beaulieu, De la colonisation chez les peuples modernes. - Arthur Mills, On colonial constitutions |
Blz. 460. |
V. | Molière's ‘Don Juan’, door Prof. A.G. van Hamel | Blz. 475. |
VI. | Het verblijf van vreemde Heeren in vroeger tijd in Holland, door Prof. W.G. Brill.
C.A. van Sypesteyn, Holland in vroegere tijden |
Blz. 520. |
VII. | Plautus op het Gymnasium, door Prof. C.M. Francken.
Blijspelen van Plautus, met aanteekeningen uitgegeven door Dr. J.S. Speijer |
Blz. 532. |
VIII. | Dramatisch Overzicht, door Mr. J.N. van Hall.
Emants' Adolf van Gelre. - De Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel. - De Meiningers |
Blz. 537. |
IX. | Letterkundige Kroniek.
Edw. B. Koster, Gedichten. - M.G.L. van Loghem, Victor, - P.N. van Kampen |
Blz. 545. |
[derde deel, pagina I]
DE GIDS. III.
[derde deel, pagina III]
DE GIDS.
TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG.
Vierde Serie.
ZESDE JAARGANG.
1888.
ONDER REDACTIE VAN
W.H. DE BEAUFORT, CH. BOISSEVAIN, J.T. BUIJS, J.N. VAN HALL, A.G. VAN HAMEL, C. HONIGH, J.H. HOOIJER, H.P.G. QUACK, J.A. SILLEM en W. VAN DER VLUGT.
DERDE DEEL.
AMSTERDAM, P.N. VAN KAMPEN & ZOON.
1888.
[derde deel, pagina IV]
GEDRUKT BIJ ROELOFFZEN & HÜBNER.
[derde deel, pagina V]
INHOUD.
juli.
I. | Eduard Douwes Dekker. Een ziektegeschiedenis, door Dr. Th. Swart Abrahamsz | Blz. 1. |
II. | Eene middeleeuwsche dorpspastorie, door Mr. S. Muller Fz.
C.J. Gonnet, Vier parochiën in de middeleeuwen |
Blz. 76. |
III. | Matthew Arnold. 1822-1888, door Dr. W.G.C. Bijvanck. II | Blz. 116. |
IV. | Alma Mater Studiorum, door Prof. A.G. van Hamel | Blz. 153. |
V. | Letterkundige Kroniek.
Maurits Smit, Semper Crescendo. - Jan C. de Vos, Intimiteiten. - Hilda Ram, Verhuizen. - H.J. Polak, Multatuli; H. de Veer, Multatuli. - C. Vosmaer |
Blz. 169. |
[derde deel, pagina VI]
augustus.
I. | Een en ander over Suriname, door Dr. H.F.C. ten Kate Jr. | Blz. 181. |
II. | Shakespeare en de Meiningers, door H.L.F. Pisuisse | Blz. 222. |
III. | Het Notariaat, door A. Knottenbelt | Blz. 268. |
IV. | Parsifal-Perceval, door Prof. A.G. van Hamel | Blz. 290. |
V. | De Kennemer avonturier, door W.J. Hofdijk | Blz. 325. |
VI. | Practische Menschen. } door Hélène Swarth | Blz. 354. |
Kloostertuin. } door Hélène Swarth | Blz. 354. | |
Zomernacht. } door Hélène Swarth | Blz. 354. | |
VII. | Letterkundige Kroniek.
Holland-Vlaanderen, tweemaandelijksch tijdschrift. - Dr. Jan ten Brink, Geschiedenis der Noord-Nederl. Letteren in de XIXe eeuw, 1e deel. - Handelingen van het XXe Taal- en Letterkundig Congres; Woordenboek der Nederlandsche taal, 3e reeks, 12e aflevering |
Blz. 358. |
[derde deel, pagina VII]
september.
I. | Bij een onuitgegeven werk, door Prof. A. Pierson | Blz. 369. |
II. | Prosopographia Socialistica, door Prof. S. Vissering.
Mr. H.P.G. Quack, De Socialisten, 2e Druk, Ie en IIe Deel. |
Blz. 401. |
III. | Mr. Simon Vissering. In memoriam | Blz. 466. |
IV. | Engelsche romanschrijvers in den tijd van Shakspere, door Prof. J ten Brink.
Le roman au temps de Shakespeare, par J.J. Jusserand |
Blz. 470. |
V. | Een Fransch liedjesdichter, door Mr. J.N. van Hall.
Jules Jouy, Les chansons de l'année |
Blz. 522. |
VI. | Over ‘Kunstindustrie’, door Prof. J.A. Alberdingk Thijm.
H.L. Boersma, Kunstindustrieele Literatuur. - Johanna W.A. Naber, Rechlindis |
Blz. 531. |
VII. | Een der demonen, door P.A.M. Boele van Hensbroek | Blz. 536. |
VIII. | Letterkundige Kroniek.
Frans Netscher, Menschen om ons. - Eug. Manuel, Poésies du foyer et de l'école. - Geïllustreerde Encyclopaedie |
Blz. 544. |
[vierde deel, pagina I]
DE GIDS. IV.
[vierde deel, pagina III]
DE GIDS.
TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG.
Vierde Serie.
ZESDE JAARGANG.
1888.
ONDER REDACTIE VAN
W.H. DE BEAUFORT, CH. BOISSEVAIN, J.T. BUIJS, J.N. VAN HALL, A.G. VAN HAMEL, C. HONIGH, J.H. HOOIJER, H.P.G. QUACK, J.A. SILLEM en W. VAN DER VLUGT.
VIERDE DEEL.
AMSTERDAM, P.N. VAN KAMPEN & ZOON.
1888.
[vierde deel, pagina IV]
GEDRUKT BIJ ROELOFFZEN & HÜBNER.
[vierde deel, pagina V]
INHOUD.
october.
I. | De zwaarste kamp van den Schout-bij-nacht, door Wilkama. | Blz. 1. |
II. | Java's grootste ramp, door E.B. Kielstra.
Memorie over den toestand in Indië, door Mr. P. Brooshoof. |
Blz. 32. |
III. | De kritiek der bewondering, door Prof. J.H. Gunning Jr.
Ch. Kingsley, door D.M. de Vries. |
Blz. 83. |
IV. | Nederland te München, door J.H. Hooijer. | Blz. 125. |
V. | Drie Sonnetten, door Hélène Swarth. | Blz. 140. |
VI. | Koloniale Litteratuur, door Prof. P.A. van der Lith.
Joh. G.F. Riedel, De Sluik- en kroesharige rassen tusschen Selebes en Papua. - Mr. W. de Gelder, Het strafrecht in Nederlandsch Indië. - Handelingen der Ned.-Indische Juristenvereeniging, 2de jaargang. - Mr. J.H. Abendanon, De rechtstoestand van den inlander in Algerië. - J.A.B. Wiselins, De opium in Nederlandschen in Britsch-Indië. |
Blz. 143. |
VII. | Letterkundige Kroniek.
W.J. Hofdijk. - Maurits, Uit de suiker in de tabak; Maurits, Hoe hij Raad van Indië werd. - A.J. de Bull. |
Blz. 167. |
[vierde deel, pagina VI]
november.
I. | Joh. C. Zimmerman. 1828-1888, door Prof. H.P.G. Quack. | Blz. 177. |
II. | Johan de Witt en zijne jongste geschiedschrijver, door Prof. J.C. Naber
A. Lefèvre-Pontalis, Jean de Witt. |
Blz. 202. |
III. | Uit België's schoolgeschiedenis, door Belgicus. | Blz. 241. |
IV. | Jean Richepin, door Mr. J.N. van Hall. | Blz. 293. |
V. | Euripides, door Prof. P.D. Chantepie de la Saussaije.
Dr. K. Kuiper, Wijsbegeerte en godsdienst in het drama van Euripides. J. Berlage, Commentatio de Euripide philosopho. |
Blz. 315. |
VI. | De taal der wetenschap, door Dr. A. Kluijver. | Blz. 342. |
VII. | Drie Sonnetten uit den Marfa-cyclus, door W.F.L. Lapidoth. | Blz. 354. |
VIII. | Letterkundige Kroniek.
James A. Thorold Rogers, The Story of the nations. Holland. - Willem de Clercq naar zijn dagboek, door A. Pierson en de Clercq's jongste kleindochter. - Louise V. Nagel, Zangen der zee. |
Blz. 357. |
[vierde deel, pagina VII]
december.
I. | In Memoriam Jan van Beers, door Hélène Swarth. | Blz. I. |
II. | Jan van Beers, door Max Rooses. | Blz. II. |
III. | De idylle van Vriend Matthijs, door Jan van Beers. | Blz. XXII. |
IV. | Essays over de achttiende eeuw. De ‘Nightthoughts’, door J.H. van den Bosch. | Blz. 373. |
V. | Uit de geschiedenis der klassieke Philologie. Scaliger, zijn voorgangers en volgers, door Dr. A.E.J. Holwerda. | Blz. 408. |
VI. | Mensch of automaat? Inleiding tot eene studie over het Hypnotisme, door Dr. J. Menno Huizinga. | Blz. 435. |
VII. | De gebroeders Maris. (Eene kunstbeschouwing.), door H.L. Berckenhoff. | Blz. 469. |
VIII. | Verwey's Sonnetten, door Fortunio.
Alb. Verwey, Uit het leven. |
Blz. 502. |
IX. | Letterkundige Kronick.
Marcellus Emants, Juffrouw Lina. - Cosinus, Kippeveer of het geschaakte meisje. - Fiore della Neve, Blond en blauw. - Jan Baarslag, Bonte violen. - Hélène Swarth, Sneeuwvlokken. |
Blz. 503. |