De Gids. Jaargang 52

(1888)– [tijdschrift] Gids, De– rechtenstatus



[pagina I*]
In memoriam Jan van Beers. Een droeve groep van blonde Jonglingsdroomen Is, bleek en weenend, bij zijn baar gekomen. Zacht klonk hun koor, bij klagend klokgelui, Bij bladerritslen in de najaarsbui. En, 't hoofd gebogen, volgde, vreugd-misdeelden, Een roerend-schoone rei van Levensbeelden. - ‘Zal nu verzinken in het donker graf De lieve dichter, die ons 't leven gaf?’ Gevoel en Leven strooiden geele Blâren Die, in den storm, ten hoogen zijn gevaren. Een immortelle in de opgeheven hand, Besloot de stoet de Rouw van Nederland. _* En 'k zag den dichter zachtkens opgenomen Door al zijn lieve, blonde Jonglingsdroomen. Gevoel vlocht rozen in zijn zilverhaar En Leven legde een lauwer op de baar. 'k Zag hem omstrengeld, als door englenarmen, Door al zijn maagden, moeders, kranken, armen. En heel de stoet steeg opwaarts, hand aan hand... - Strooi immortellen, Rouw van Nederland! Mechelen, 19 November 1888. Hélène Swarth.