was te Zurich geen vluchteling meer - kon men zijnen beschouwelijken trant en zijn kinderlijk wezen gadeslaan. Het mocht gedeeltelijk van het min gezellig leven, gedeeltelijk van de geringe bekendheid zijner taal afhangen, dat De Sanctis dáár om zoo te zeggen in een cel woonde, in een cel die geenszins een besloten kamertje was, omdat hij ze overal met zich rond droeg. T'huis was het een aardig vertrek vol kanarievogels, voor welke hij zorg droeg als ware hij een niet meer jeugdig meisje; buiten was het de mooie Limmatbrug, waarop hij de voorbereiding voor zijne les voltooide, en de cel vergezelde hem op den leerstoel, waar hij gewoonlijk een kwartier te vroeg verscheen en somtijds met de jongelingen, die hij nader kende, een vroolijk gesprek aanknoopte.
De Sanctis was evenwel te zeer Italiaan om buiten Italië het middelpunt van zijnen werkkring, den omtrek van zijnen invloed te vinden. In Italië wachtte hem een ruim veld. Het staatkundig leven, dat al de beste krachten inspande, kon zijn verheven vaderlandsliefde, zijn rechtschapen karakter, zijne vastberadenheid en bedaardheid niet missen.
Francesco De Sanctis was geroepen om te zaaien op den grond, dien zijn onderwijs vruchtbaar had gemaakt.
Wanneer een arts het gestel eener moeder wil beoordeelen, dan geeft hem niets beter troost, dan haar omringd te zien van gezond en dartel kroost; blozende en vroolijke kinderen zijn een spiegel, waarin hij den aard en den aanleg der moeder herkent. Zoo schitteren beeld en inborst van een leeraar in de schaar zijner leerlingen. Een ieder die in Italie het voorrecht gehad heeft, scholieren van De Sanctis te kennen, vrouwen of mannen, weet meer van de macht van zijnen smaak dan zij, die hem alleen bewonderd hebben in kiesvereenigingen, waar zijne redevoeringen vaak aan eene bladzijde van Sterne herinnerden, of ingenomen waren met zijne welsprekendheid in 't parlement, met zijne menschenkennis als minister; zijne leerlingen leggen nog beter getuigenis van hem af dan zelfs die scherpzinnige en smaakvolle ‘proeven’, waarin hij aan Gervinus de geschiedkundige beteekenis van Leopardi en Manzoni onder 't oog bracht.
Allen die 't geluk genoten hebben met De Sanctis nader bekend te zijn, huldigen zijne zuivere en belanglooze vriendschap, zijne vaderlandslievende zachtzinnigheid, zijne opgetogenheid voor Italië, waar hem overal stralen zijner poëzy toelonkten, waar hij