| |
| |
| |
Het internationale feest bij den Kanonnenkoning.
Welk eene buitengewone drukte en levendigheid heerschte er in den avond van den 4den Augustus 1879 in den tuin van de Alte Post in de oude stad Münster in Westfalen. Het was niet alles zuiver Duitsch dat men hoorde spreken, het waren ten deele vreemde accenten; het was ook niet enkel Duitsch; Fransch en Engelsch hoorde men meermalen. Behalve de gewone Stammgäste, voor die gelegenheid sterk vermeerderd met nieuwsgierigen, bevonden zich in dien tuin vele vreemdelingen, de meesten met een militair voorkomen niettegenstaande hunne burgerkleeding, gekomen uit bijna alle Europeesche rijken en zelfs uit een ander werelddeel, om gevolg te geven aan de uitnoodiging van de bekende firma Fried. Krupp te Essen a/R., om de vierdaagsche geschutproeven van die firma op haar proefterrein nabij Meppen in de provincie Hannover te komen bijwonen.
In den uitnoodigingsbrief was men beleefdelijk verzocht niet later dan in den avond van den 4den Augustus te Münster aan te komen, en zich dan eerst te begeven naar het hôtel Gerbaulet (Gasthof zum König von England), staande op de Prinzipal-Markt, dicht bij het aloude raadhuis van de vroegere Hansestad.
Het hôtel Gerbaulet binnentredende, werd men in de zijkamer links ontvangen door een beambte van de firma Friedr. Krupp, die aan ieder der genoodigden een kleine witte en een groote bruine linnen enveloppe overhandigde. In de witte enveloppe bevond zich: een programma der proeven, het adres van het hôtel en het nummer van de kamer waar men verzocht werd zijn intrek te nemen, verder een toegangskaart op de extratreinen, die gedurende de vier dagen van de proeven tusschen
| |
| |
Münster en het schietterrein bij Meppen zouden loopen, een naamlijst der bij de proeven verwacht wordende officieren, en een aankondiging dat het déjeuner dagelijks om één uur op het schietterrein zoude worden opgedragen, terwijl het diner elken avond om 7 uur, na terugkomst van het schietterrein, in het hôtel Gerbaulet zou plaats hebben.
In de groote bruine linnen enveloppe bevonden zich verschillende cahiers; het eerste bevatte eene beschrijving met twee terreinschetsen van het schietterrein bij Meppen, de dertien volgende gaven beschrijvingen met schetsen en photografiën van de in beproeving komende vuurmonden, het vijftiende, dat zich door een blauwe kleur van zijn veertien bruine broeders onderscheidde, was een beschrijving van Krupp's Schmiedeeiserner Panzerstand und Panzerkanone.
Men had dus vooreerst papieren genoeg om zich mede bezig te houden, terwijl men middelerwijl ook kennis kon maken met zijne medegenoodigden in hetzelfde hôtel. Zooveel doenlijk waren de verschillende nationaliteiten bij elkander gehouden. Zoo logeerden in het zeer goede hôtel Moormann, tegenover de fraaie Ludgeri-kerk gelegen, de acht Nederlanders, de drie Rumeenen, de twee Serviërs en de vertegenwoordiger van de Kruppsche firma te Weenen.
In den morgen van den 5den, voor velen zeker wel wat vroeg, ruim halfzes, werd aan de verschillende kamerdeuren in de hôtels door den huisknecht geklopt, om aan de vreemde gasten aan te kondigen, dat het tijd was het bed te verlaten, om, na toilet gemaakt en ontbeten te hebben, zich naar het station van den Westfaalschen spoorweg te begeven, waar tegen zeven uur de extratrein gereed stond om de deelnemers aan het groote artilleriefeest naar het feestterrein te voeren. Niettegenstaande het betrekkelijk vroege morgenuur waren vele nieuwsgierigen op de been om de vreemdelingen in oogenschouw te nemen. Veel was er echter niet aan hen te zien, daar de meesten in burgerkleeding waren; alleen de Duitschers en een enkele Belg en Hollander woonden de proeven in uniform bij; den eersten dag waren echter ook de Turken en Japanners in uniform. Het meeste bekijk hadden Zijne Excellentie Li Fong Pao, gezant van het Hemelsche rijk bij het Duitsche hof, en de hem vergezellende Chineesche majoor Tcheng-ki-tong, militair attaché bij het gezantschap te Berlijn. Die heeren waren wel niet in uniform, maar droegen toch hun
| |
| |
nationaal kostuum, in tegenstelling met de Japanners, die, vertegenwoordigd door den generaal Takaschima, den kapitein Tsudjia en den luitenant Noschima, òf in uniform òf in Europeesch burgerkostuum verschenen.
Behalve de vijf vertegenwoordigers van de twee genoemde machtige Aziatische rijken, waren er nog 91 artilleristen en ingenieurs op uitnoodiging der firma Fried. Krupp door het meerendeel der Europeesche mogendheden gezonden. Duitschland zond er 16, waarvan 5 tot de Duitsche marine, 5 tot Pruisen, 2 tot Beieren, 2 tot Saksen en 2 tot Wurtemberg behoorden. Dat Nederland (met de Oost-Indische bezittingen) door 8, Rumenië door 3 en Servië door 2 officieren of ingenieurs te zenden, van hunne belangstelling in de Kruppsche schietproeven deden blijken, is reeds vroeger gezegd. Van de zuidelijke Europeesche volken was Italië met 13 personen het sterkst vertegenwoordigd, waarbij Spanje met 3 hoofd- en Portugal met 3 subalterne officieren zich voegden. De Verheven Porte zond 4 en haar erfvijand Rusland 6 officieren, Oostenrijk 3 officieren en 1 ingenieur der marine-artillerie. De Zwitsersche republiek zag zich door 3 en België door 4 officieren vertegenwoordigd. Verder telde men onder de gasten 5 Denen, 5 Noren, 4 Zweden en 9 Engelschen.
Telt men den pas geboren staat Bulgarijë niet mede, dan namen, behalve de Franschen, de Grieken en de Montenegrijnen, alle Europeesche volkeren deel aan het groote internationale artilleriefeest.
Vóór het vertrek van den trein werd reeds ter loops met dezen en genen kennis gemaakt, en zagen velen met belangstelling en eerbied op tegen mannen, die zich in de nieuwere militaire letterkunde een welverdienden naam hadden verworven, of, zooals de Belgische majoor Le Boulengé door hunne uitvindingen eene Europeesche vermaardheid hadden verkregen.
De tijd van het vertrek van den trein naderde en men steeg in de verschillende wagens, als 't ware door elkander en het aan het noodlot of toeval overlatende wie gedurende de twee volgende uren sporens reisgenooten in dezelfde spoorwagencoupé zouden zijn. En daar men gedurende 4 dagen twee keer per dag den afstand van Munster over Rheine en Meppen naar het schietterrein en omgekeerd aflegde, zoo had men in die 8 reizen de gelegenheid met veel personen van allerlei landaard in nadere aanraking te komen.
| |
| |
Die reizen heen en weder, op 't punt van vermoeienis en stof niet altijd even aangenaam, verkregen door het afwisselende reispersoneel een groote aantrekkelijkheid, vooral als men goed geplaatst was, dat is als men de reis deed met menschen van oorlogsondervinding of groote kennis, uit wier gesprekken men zeer veel kon leeren.
Maar bij het kennis maken met de in den trein of op het schietterrein aanwezige heeren in burgerkleeding, bleek het weldra dat velen geen recht hadden tot het dragen der uniform. Dat waren o.a. drie reporters der Engelsche pers, en wel van de Engineer, de Times en de Standard en de hoofdredacteur van de Duitsche Heereszeitung; dat waren de vertegenwoordigers van de firma Fried. Krupp te Weenen, Berlijn, Londen, Parijs en Japan; dat waren burgerlijke overheidspersonen uit Essen, Meppen of Münster; dat waren, last not least, beambten en ingenieurs van de Kruppsche fabriek. Laatstgenoemden, hoewel steeds bescheiden op den achtergrond blijvende, waren de eigenlijke feestvierders; zij toch vierden hun triomf op pantserplaat of ander middel tot dekking tegen de met verbazende kracht uit de door hen ontworpen en vervaardigde vuurmonden aansnellende projectielen.
De extratrein stoomt middelerwijl door voorbij allerlei stations, waar vele nieuwsgierigen trachten iets van de vreemden te zien; het is ruim 8¾ uur en het station Meppen wordt voorbijgesneld om ongeveer 3000 M. verder den naar het Noorden loopenden spoorweg naar Emden, langs een zijtak te verlaten. Deze zijtak, die in noordoostelijke richting loopt en 3500 M. lang is, voert naar het uitgestrekte schietterrein, dat door de firma Fried. Krupp ten deele gekocht, ten deele gehuurd is, en eene lengte heeft van 16,800 M. (ruim 3 uur gaans). Van 100 tot 100 M. is die lengte met paaltjes afgebakend, terwijl links en rechts van het schietterrein tot op 12,000 M. afstand van de standplaats van het geschut electrische draadgeleidingen zijn aangebracht voor electrische schellen en telephonen.
De trein loopt door een affuitloods, en houdt weldra stil. De gasten stijgen uit en worden op het terrein welkom geheeten door het eerbiedwaardige hoofd der firma Fried. Krupp, den Heer Alfred Krupp, een man die met zijne hooge gestalte en zijn met grijs haar versierd hoofd een grooten indruk maakt op ieder die hem ontmoet; een indruk, die eerst alleen van eerbied voor het genie getuigt, maar bij nadere bekendheid nog wint
| |
| |
door de voorkomende beleefdheid en den eenvoud waarmede een ieder wordt ontvangen.
Na deze daad van beleefdheid tegenover zijne gasten vertrok de Heer A. Krupp al spoedig weder naar zijn prachtig buitenverblijf Hügel, nabij het stadje Werden aan de Ruhr gelegen; vijf dagen later zou hij daar het grootste gedeelte der gasten ten zijnent ontvangen. De honneurs te Meppen en te Münster werden nu verder waargenomen door den Heer F.A. Krupp, den eenigen zoon, tevens eenig kind, van den beroemden kanonnenfabriekant, die door zijn minzaamheid en voorkomendheid zeker een blijvenden aangenamen indruk op al de gasten heeft gemaakt. Hem stond daarbij de tot de firma behoorende geheime financiënraad Jencke ter zijde.
Van twee 12.5 M. hooge houten waarnemingstorens, achter de standplaatsen van het geschut gebouwd en met meerdere verdiepingen voorzien, die een ruim uitzicht op het schietterrein opleverden, waaiden de vlaggen van alle vertegenwoordigde natiën vroolijk in de van zonneschijn doortrokken morgenlucht.
Over de beddingen (standplaatsen) van het geschut is eene loopkraan aangebracht, die een draagkracht van 75,000 KG., en 8 M. hoog boven de bedding haar baan heeft, waardoor de zwaarste lasten met 8 man niet alleen geheven maar ook langs de beddingen verplaatst kunnen worden. In een zeer groote tent, aan de linkerzijde van het terrein opgeslagen en die gemakkelijk de 120 gasten kan opnemen, lagen allerlei photografiën van vroeger genomen proeven, van nieuwe uitvindingen enz; verder teekeningen en doorsneden van schepen met Kruppsche pivôtkanonnen; schepen van de tockomst, die volgens de opgaven zonder vuurmonden slechts 80,000 pond sterling zullen kosten, terwijl de Inflexible der Engelsche Marine 476,000 pond sterling heeft gekost.
In die tent kan men, als men vóór het uur van het déjeuner, vóór één uur, honger of dorst krijgt, tevens door velerlei middelen aan die behoeften voldoen; onder die middelen vooral niet het heerlijke ijskoude Duitsche bier te vergeten.
Daar klinkt met oorverdoovend geluid het eerste schot uit het kust- en scheepskanon van 40 cM. inwendige middellijn. Geen wonder dat dit reuzenkanon zulk een stem opzet, het braakt toch een ijzermassa van 775 KG. met eene snelheid van ruim 500 M. in de seconde uit.
Twee honderd en vijf KG., zegge 410 oude ponden, buskruit
| |
| |
zijn in dat kanon gestopt en de verbranding van die groote hoeveelheid buskruit levert de gasspanning tot het voortdrijven van zulk een projectiel met zulk een snelheid. Het kolossale kanon weegt 72,000 KG.; de affuit met raam, waarop dat monster ligt, wegen samen 45,000 KG.
En toch werden met dat monster in 24 minuten vijf schoten gedaan met een bediening van 15 man.
Langzamerhand gewent men zich aan den dreun van het schot, maar toch houden de meesten, tot op het laatste schot op den laatsten dag toe, hunne ooren met de vingers gesloten op het oogenblik dat de trompetter van de Kruppsche brandweer het signaal geeft dat het stuk gereed is om te worden afgeschoten. Het zou ook niet passen in die dagen doof te worden van het kanongebulder; men heeft zijn ooren even goed als zijn oogen noodig, om alles op te merken en het aangename van het feest aan het nuttige te verbinden.
Na het kanon van 40 cM., deed men een schot uit een iets kleineren broeder van het reuzengeslacht der kust- en scheepsvuurmonden, en wel uit het kanon van 35.5 cM. Het bleef voorloopig bij dat eerste schot, want men had de werking van de 115 KG. zware lading op de bedding te gering geacht. De spil waarom het raam van voren draait, was slechts voorloopig en niet voldoende bevestigd; de koppen der bouten braken als glas af.
Men vuurde toen uit een houwitser (een soort van kort kanon) van 28 cM. inwendige middellijn, bestemd voor kustverdediging; het kanon alleen woog ruim 10,000 KG., het projectiel 216 KG., maar de lading was, omdat men uit zulke vuurmonden onder hooge bogen vuurt, veel kleiner en bedroeg slechts 18 KG.
Middelerwijl had men op het schietterrein kennis gemaakt met den leider der schietoefeningen, den zeer bekenden en door zijne balistische schriften zeer beroemden Prehn, vroeger officier in Pruisischen dienst, en met den uiterst bekwamen ingenieur Gross, die hem vriendschappelijk voor deze buitengewone gelegenheid ter zijde stond en zich meer bepaald belast had met het in orde maken der schietstaten.
Die schietstaten werden op het terrein zelf langs autographischen weg gedrukt en wel zoo vlug, dat men 'smiddags om 3 uur, na het déjeuner, al de uitkomsten der proeven van dienzelfden morgen ontving.
Het 10de schot uit den houwitser van 28 cM. was gevallen
| |
| |
en de drom der genoodigden bewoog zich in de richting van het ‘Empfangsgebäude’, dat meer achterwaarts lag en waar tal van bedienden de hongerige gasten achter de gedekte tafel verbeidden. Het was één uur geworden; wat smaakte die kop bouillon goed, wat verdwenen die schotels met koude vleeschen, zalm, kreeft, salade enz. eerst op de borden en daarna in de door de buitenlucht geprikkelde magen der aanzittenden.
Een ieder koos zelf zijn plaats en het toeval bracht nu dezen dan genen samen; toch was er in die veranderende rangschikking hier en daar eenige stabiliteit waar te nemen doordat men zich al spoedig aan een bepaalde plaats en bepaalde naburen hechtte.
Toen de eerste honger gestild was, werd er met de uitmuntende wijnen menig lijntje getrokken of, op zijn Duitsch, menig ‘Prosit’. Hoe vroolijk ging het daar bijv. toe aan den Turco-Germaanschen hoek van gindsche lange tafel, waar de Duitsche korvetten-kapitein Glomsda von Buchholtz met zijn rond en open zeemansgelaat voorzat. Nog een kop koffie en een glaasje chartreuse of curaçao en de gasten staan op om het kanonnenfeest te zien voortzetten tot 5 uur; eerst met de betrekkelijk kleine kanonnen van 10.5 en 9.6 cM., daarna weder met den houwitser van 28 cM.
Betrekkelijk klein waren de genoemde kanonnen, maar eene ontmoeting met het 16 of 12 KG. zware projectiel, dat met een snelheid van ruim 450 M. in de seconde de monding verlaat, is toch minder aangenaam; vooral wanneer het met zijn schokbuis den grond in uwe nabijheid treft, waardoor de inwendige buskruitlading wordt ontstoken en u een 250 à 300 scherven van dat projectiel om de ooren vliegen.
Herhaalde malen heeft de machinist van den gereedstaanden extratrein een schel gefluit doen hooren; het is ruim vijf uur en dus hoog tijd om naar Münster te vertrekken; er is echter zooveel dien eersten dag op het schietterrein te zien, dat het herhaalde gebruik van de stoomfluit bepaald noodig is om allen op hunne plaats in de wagens te krijgen.
Twee uur sporens in warmte en stof, en de trein houdt te Münster stil; men stijgt uit en vindt de rijtuigen gereed staan, die ieder naar zijn eigen hôtel zullen brengen. Welk een menschenmassa is er op de been; het stationsplein en de daarop uitkomende straten zijn er zoo mede gevuld, dat de rijtuigen zich met moeite een weg banen; maar men ziet ook
| |
| |
niet elken dag een Chineeschen ambassadeur met een Chineeschen majoor in hun nationaal kostuum.
‘Es wird gebeten zum Diner im Reiseanzug zu erscheinen’, stond hij wijze van noot onderaan de aankondiging der uren van déjeuner en diner; eene aankondiging den eersten dag in het hôtel Gerbaulet als een deel van den inhoud der witte enveloppe ontvangen.
De practijk leerde echter dat men zich aan die ‘Bitte’ niet kon houden; men snakte, om 7 uur op zijn kamer gekomen, naar frisch water om zich van het stof te ontdoen, naar schoon linnen en naar een andere kleeding dan de bestoven ‘Reiseanzug’.
Een noodzakelijk gevolg hiervan was dat het diner in het hôtel Gerbaulet dagelijks niet om 7 uur, maar eerst om 8 uur begon. Den eersten dag verliep er bovendien eenige tijd eer ieder de hem aangewezen plaats aan een der vier lange tafels had gevonden in de ruime eetzaal van het ‘Gasthof zum König von England.’ Aan de tafel, die in het boveneinde der zaal loodrecht op de drie andere stond, waren, behalve den zoon des gastheers en enkele hoofdbeambten en hoofdingenieurs der Kruppsche fabriek, de generaals, admiraals en andere hooggeplaatste gasten gezeten. Men zag daar den bekenden Italiaanschen generaal Rosset, gezeten naast den niet minder bekenden Zwitserschen generaal Herzog; de Russische generaal Barantzoff, adjoint van den grootmeester der Russische artillerie, zat daar aan denzelfden disch met den Turkschen generaal Iskender Pacha; de Chineesche Excellentie en de Japansche generaal wisselden daar af met den Italiaanschen generaal Nagle, den Spaanschen generaal Jaoquin Togores, den Russischen generaal Bjelajew, de Engelsche generaals Younghusband en Gordon, den Engelschen admiraal Hamilton, den Duitschen generaal Galster, den Noorschen schout bij nacht Geelmuyden en den Zweedschen contreadmiraal von Feilitzen. De plaatsen aan de drie andere tafels waren ook eenigszins volgens de rangen der aanzittenden aangewezen, en toch kwam daardoor niet altijd jong naast jong, en oud naast oud te zitten.
De bevordering in de verschillende legers bleek al zeer verschillend te zijn, en menigeen, die in Denemarken nog geniekapitein is, zou in Spanje wat zijn leeftijd aangaat reeds geniegeneraal kunnen zijn. Men was daar als Nederlandsch officier in de gelegenheid te benijden en te beklagen.
Het diner en de wijnen in het hôtel Gerbaulet zijn beide
| |
| |
uitmuntend; de gasten hadden alle reden tot opgewektheid; geen wonder dat er een vroolijke stemming aan de verschillende tafels heerschte.
Die stemming had niet noodig aangewakkerd te worden eerst door den welkomstgroet door den heer Krupp Junior uitgebracht, later door verschillende toosten, die uit den aard der zaak het meest van de hoofdtafel uitgingen.
De meeste toosten waren goed verstaanbaar en goed te begrijpen; één toost echter werd door allen wel als klanken opgevangen, maar niemand dan de twee Chineezen begreep er een woord van.
Het was zijne Excellentie Li Fong Pao, die met welsprekende gebaren in zijne moedertaal zijne bewondering over de uitkomsten der Kruppsche fabriek te kennen gaf. Ten minste als men den Chineeschen majoor Tcheng-ki-tong gelooven mag, die in uitstekend vloeiend Fransch den toost van den afgezant van het Hemelsche rijk vertolkte.
Even vóór de koffie werd aan elk der gasten een toegangskaartje aangeboden voor het bijwonen eener voorstelling dien eigen avond in het zomertheater in Bodenburgs-Garten in een voorstad van Münster. Eene menigte rijtuigen stond voor het hôtel Gerbaulet gereed om de van het diner komende gasten daarheen te brengen.
Om 10 uur ving de voorstelling van de operette ‘Flotte Bursche’ aan, en om 10¾ kon men weder per rijtuig naar zijn hôtel terugkeeren. Dat het zomertheater overvol was van nieuwsgierigen om de ‘Fremdherrschaftlichen Offiziere’ te zien, voor wie ‘die im Theater befindlichen Stühle reservirt waren’, behoeft geen betoog.
Het publiek had echter van 9 tot 10 uur op het begin der voorstelling moeten wachten, en zag nu ter belooning slechts een honderdtal heeren in burgerkleeding; wel is waar waren er onder dat honderdtal twee in Chineesche burgerkleeding, maar die moesten dan ook geheel alleen dat wachten goed maken.
Dat om 11 uur reeds menigeen in zijne legerstede, doch wegens de hooge temperatuur niet onder de dekbedden te vinden was, is zeker na al de vermoeienissen van allerlei aard van den 5den Augustus niet te verwonderen.
De 6de, 7de en 8ste Augustus geleken in groote trekken op den 5den. Den eenen dag wat meer zon, den anderen wat regen, doch niet bepaald hinderlijk; den eenen dag vuren met dat kanon, den anderen met een ander; den eenen dag 's avonds
| |
| |
na het diner muziek in den tuin van de ‘Alte Post’, den anderen muziek aan en na het diner in het hôtel Gerbaulet, den derden dag ‘die schöne Galathee’ in het zomertheater.
Den 6den Augustus begonnen de proeven weder met den grootsten der aanwezige vuurmonden, het kanon van 40 cM., doch nu met een iets minder zwaar projectiel en eene iets minder zware lading; ook de kanonnen van 10.5 en 9.6 cM. schoten weder, doch nu op een afstand van 2000 M. en niet op 9 à 10,000 M., zooals den vorigen dag; het respect voor die kleinere vuurmonden verminderde er niet door, want de kans van treffen bleek zeer groot te zijn en het vuren zeer snel te gaan. Met het kanon van 9.6 cM. deed men toch 5 schoten in 149 seconden.
Na het déjeuner begaf ieder zich haastiglijk naar het gepantserde kanon van 15.5 cM, om de bijzonderheden der bediening van dien merkwaardigen vuurmond goed te kunnen waarnemen. Het kanon toch is geplaatst in een gepantserden geschutstand, en van buiten is alleen op het oogenblik van het vuren de monding van het kanon zichtbaar; tot op dat oogenblik is er een zwaar ijzeren blind voor, dat met een tegenwicht wordt omhoog gehouden.
Het schietgat, waardoor het kanon vuurt, is daarenboven zoo klein mogelijk gemaakt door in de front- pantserplaat een bolvormige uitholling uit te sparen, waarin de bolvormige kop van het kanon past. Het kanon draait dus naar beneden en naar boven, naar links en naar rechts om de monding, en rust van achteren op een toestel (affuit), waarmede die bewegingen worden gegeven; zoo kon het in horizontale richting een hoek van 45o doorloopen, en bestond het voornemen in het vervolg dien hoek 60o te maken.
Op het kanon was een rijzadel met beugels aangebracht om door een spleet in de pantsering het kanon te kunnen richten. De man die gericht heeft, blijft op het kanon zitten en trekt aldus het schot af, zonder dat hij eenigen hinder er van heeft; verscheidene der aanwezige gasten namen die proef zelf. Dat met zulk een kanon, dat niet terugloopt, snel en toch nauwkeurig kan gevuurd worden, is duidelijk.
Men schoot op schijven die op 1500, 2000 en 3300 M. afstand stonden; na 5 schoten, om de juiste verhooging voor het kanon te bepalen, deed men 30 schoten snelvuur; het 1ste schot op de eerste, het 2de op de tweede, het 3de op de
| |
| |
derde, het 4de weder op de eerste schijf, enz. De schoten volgden elkander met tusschenruimten van 25 à 38 seconden op, en de uitkomsten op de schijven waren hoogst bevredigend.
Het zwakke punt van dat pantserkanon ligt in het oogenblik dat het ijzeren blind niet voor de monding is, dus in het oogenblik van vuurgeven; een vijandelijk schot, dat de monding treft, maakt wellicht het mechanisme onbruikbaar.
Dat gevreesde oogenblik is echter zeer kort, en de trefkans op zulk een klein doel is zeer klein. Buitendien kan men, achter het opgetrokken ijzeren blind volkomen veilig staande, in een paar uur tijds een onbruikbaar geschoten kanon door een ander vervangen.
Den 7den Augustus begonnen de proeven met het vuren uit een kanon van 15 cM. op scheepsaffuit. Menigeen sloeg echter zijn blikken in de richting van het in de lucht zwevende kanon van 40 cM., dat met reusachtige kettingen aan de loopkraan was verbonden. Men was namelijk bezig dat kanon met bijbehoorende affuit ter zijde te stellen en te vervangen door het kanon van 35.5 cM., waarmede den volgenden dag moest worden geschoten. Om het kanon niet te beschadigen waren er tusschen dit en de kettingen groote stukken hout gelegd, die samen aan een huisgezin voldoende brandstof voor een geheelen winter konden opleveren.
Daar na afloop van het vuur met het kanon van 15 cM. geschoten of liever geworpen zou worden uit een houwitser van 21 cM. en een mortier (zeer korten vuurmond) van 15 cM. met springende granaten op een doel dat 2000 M. ver lag en een vijandelijke batterij met vier kanonnen voorstelde, zoo waren velen begeerig de uitwerking van dat vuur aan het doel zelf te gaan waarnemen. De tegen de springende granaten gedekte standplaats bij het doel kon slechts een 24tal personen bevatten, zoodat elke natie slechts één of twee vertegenwoordigers er heen zond. De wandeling, die over hoogten en door laagten ging, was in de brandende zon vrij vermoeiend; het staan met 24 personen in een zeer nauwe ruimte met slechts ééne opening was benauwd en men was zeer verheugd als na een zeker aantal schoten door de telephoon het bevel ‘Aufnahme’ werd overgebracht. Men snelde dan naar buiten om de uitwerking op het doel te zien, maar zag zich in zijn te hoog gespannen verwachting wel eenigszins teleurgesteld. In het geheel waren er met elk der twee vuurmonden 13 worpen
| |
| |
gedaan en van die 26 waren er niet meer dan 13 gesprongen, waaronder slechts 3 van 21 cM. De uitwerking was dus betrekkelijk gering, en men kwam vrij vermoeid om halftwee aan het reeds begonnen déjeuner. Na het déjeuner vormden zich de aauwezigen tot eene groep, ten deele op, ten deele tusschen de vuurmonden staande en zittende; de hevige wind was niet gunstig voor de photografische opname van die talrijke schaar, die wel nimmer weder zoo bijeen zoude zijn, en voor wie de belofte van over eenigen tijd zulk eene photografie te ontvangen dus groote waarde had.
Het lange kanon van 24 cM. voor kust- en scheepsgebruik was nu aan de beurt; ook Nederland bezit kustkanonnen van 24 cM. van Krupp. Het Nederlandsche kanon, dat 16,800 KG. weegt, geeft met eene lading van nog geen 40 KG. buskruit aan het 161 KG. zware projectiel ongeveer 470 M. aanvankelijke snelheid in de seconde; het nieuwe proefkanon gaf aan een even zwaar projectiel met een lading van 75 KG. buskruit een aanvankelijke snelheid van 576 M.; op bijna 2000 M. van de monding bedroeg die snelheid nog 467 M., dus ongeveer evenveel als het Nederlandsche projectiel bij het verlaten van het kanon bezit. Het nieuwe proefkanon weegt 18,000 KG. en is dus 1200 KG. zwaarder dan het Nederlandsche. ‘Als Krupp aldus voortgaat met uitvinden, dan worden alle schatkisten weldra uitgeput door de uitgaven voor geschut, dat telkens weder verbeterd wordt,’ dacht menig toeschouwer bij het vuren met dien 24 cM.
De 8ste Augustus was gewijd aan zeer belangwekkende proeven op pantserplaten. Ook werd dien dag geschoten met twee kanonnen van slechts 8.7 cM. inwendige middellijn, maar die 4.35 M. lang waren en waarvan het eene 1265 KG. en het andere 1145 KG. woog.
Het geleken wel lange glazenspuiten, zooals die twee kanonnen daar op hunne pivôtaffuiten lagen. De affuiten draaien om een verticale tap (pivôt) in een vaste ijzeren bedding, bevestigd bijv. op het dek van een schip, en loopen dus niet terug.
Daar de lading van dat dunne maar lange kanon 3.5 KG. bedraagt en het projectiel, dat 10 KG. weegt, de monding met een snelheid van 557 M. in de seconde verlaat, is de uitwerking nog zeer groot; een andere granaat van het gewicht van 6.8 KG. verkreeg zelfs eene aanvankelijke snelheid van ruim 639 M.
Kleine muntstukken, op het kanon gelegd, werden alleen dicht bij de monding door de trilling van den vuurmond afge- | |
| |
worpen, de meer bij het midden gelegene bleven bij het schot rustig op hun plaats. Een Nederlandsch zeeofficier bewees daarop door zijn voorbeeld, dat men zonder rijzadel een niet terugloopend kanon, zelfs gedurende het vuur, kan berijden.
Vóór het begin der pantserproeven werden 10 schoten gedaan uit het kanon van 35.5 cM., dat nu de plaats van het kanon van 40 cM. had ingenomen. Het kanon van 35.5 cM was eigenlijk geen proefkanon meer; de Deensche regeering had toch reeds 6 van die kolossen voor de zeeforten van Kopenhagen besteld. De 525 KG. zware granaten, die met een lading van 115 KG. buskruit een snelheid verkrijgen, die op 95 M. van de monding 496 M., en op 1979 M. van de monding nog 433 M. in de seconde is, treffen zeer juist. Op een afstand van 2000 M. troffen toch 9 schoten in een ruimte van 1.35 M. breedte en 2.40 M. hoogte. Wee den pantserschepen, die een aanval op het Kopenhager zeefront moeten maken.
Dat men echter geen 35.5 cM. kanon noodig heeft om zware pantseringen te doorboren werd in den namiddag van den 8sten Augustus op glansrijke wijze door het Kruppkanon van 24 cM. bewezen. Op 150 M. vóór dien vuurmond was een pantserschijf opgesteld bestaande uit twee platen, de ééne dik 30.5 de tweede 20.5 cM. Die platen waren tegen elkander geplaatst met een laag hout van 5 cM. er tusschen, beide platen door bouten stevig met elkander verbonden en behoorlijk geschoord. Het 160 KG. zware stalen projectiel, dat met behulp van eene lading van 75 KG. eene snelheid verkreeg, die bij het treffen van het doel nog 564 M. in de seconde bedroeg, moest dus een ijzerdikte van ruim één halve M. doorboren, van platen geleverd door de Dillinger-Hütte te Dillingen aan de Saar.
En het ging er doorheen alsof het ijzer boter ware, en vloog toen nog 2200 M. verder om daar in het zand te smoren. Een tweede schot had dezelfde uitwerking. Groote overwinning van het kanon op het pantser; veel denkensstof voor marine-ingenieurs en artilleristen.
Den 6den Augustus had men zien vuren door het pantserkanon van 15.5 cM. op schijven; den 8sten Augustus werd met dien vuurmond op twee pantserdoelen gevuurd, die beide op 150 M. afstand naast elkander waren geplaatst. Het ééne pantserdoel bestond uit een gebogen gesmeed ijzeren plaat van 50.8 cM. dikte, overeenkomende met de frontplaat van het
| |
| |
pantserkanon zelf; vóór die plaat was een gesmeed ijzeren blind van 60 cM. dikte aangebracht en door een bout met de plaat verbonden. De plaat was 2.2 M., het blind 0.9 M. breed. Het tweede pantserdoel, dat evenals het eerste Kruppsch fabriekaat was, bestond uit een gegoten, gehard ijzeren deel van een pantserkoepel van 15 cM. (stelsel Grüson); de maximum ijzerdikte bedroeg 62.5 cM. Op elk der beide doelen werden met een lading van 6.5 KG. buskruit, zeven projectielen van bijna 41 KG. gewicht afgevuurd; het gesmeed ijzeren doel (de pantserstand van 15.5 cM. voorstellende) had zeer weinig geleden; het gegoten gehard ijzeren doel (de pantserkoepel, stelsel Grüson) had barsten verkregen, die door en door gingen. Hieruit zou dus zijn af te leiden dat het gesmeede ijzer beter weerstand biedt dan het gegoten geharde ijzer; jammer echter dat niet Grüson te Buckau bij Maagdenburg, maar Krupp zelf het materiaal voor de proef had geleverd.
Voor de laatste maal zijn den 8sten Augustus al de gasten van den heer Alfred Krupp in de groote eetzaal van het hôtel Gerbaulet aan den middag-, of liever gezegd avonddisch, vereenigd. Dienzelfden avond toch vertrekken er reeds enkelen, den volgenden morgen meerderen; ruim een zestigtal zal de uitnoodiging volgen om naar Essen te komen en daar de fabriek te bezichtigen. De heer F.A. Krupp tikt tegen zijn glas en bedankt uit naam zijns vaders den ingenieur Gross en den oud-officier Prehn voor de vele moeiten en zorgen, die beiden gewijd hadden aan de leiding der proeven. Een der aanwezige generaals bracht daarop een warmen dronk op den heer Prehn uit, dien deze beantwoordde met op de verdiensten der ingenieurs te wijzen, die hem in staat hadden gesteld de uitkomsten hunner werken ter beoordeeling van de hoogste artilleristische rechtbank der aarde te brengen.
Daar de twee volgende dagen rustdagen zouden zijn, en men dus de gelegenheid had uit te slapen, werd men beleefd uitgenoodigd dien avond na de opvoering van ‘die schöne Galathee’ weder in het hôtel Gerbaulet terug te komen om onder het genot van goede muziek nog eenigen tijd gezellig samen te kunnen zijn. Tegen elf uur vulden zich dan ook de zalen van genoemd hôtel weder met de uit het theater terugkomende gasten. Enkelen waren reeds afgereisd; zoo miste men den Oostenrijkschen majoor der genie Graaf Gelderen-Egmond, die niet alleen een beroemden oud-Hollandschen naam draagt, maar
| |
| |
dien naam ook als militair schrijver tot een zeer gevierden heeft gemaakt; zoo miste men zijn landgenoot, den ook als schrijver bekenden nog zeer jeugdigen artilleriekapitein Beschi; zoo miste men den alom bekenden Belgischen majoor der artillerie Le Boulengé; ook de Duitsche luitenant-kolonel der artillerie H. Müller, thans afdeelingschef in het Ministerie van oorlog, schrijver van naam en meester in de schietkunst, in het Duitsche leger bekend onder den naam van ‘der Schiesz-Müller’, was niet meer tegenwoordig.
Men betreurde reeds het vertrek van zoovelen, met wie men aangenaam had kennis gemaakt; maar daar ruischten de eerste tonen van een marsch door de zaal en nu begon een internationale polonaise met hindernissen. De Duitsche kolonel Sallbach had namelijk den kostelijken inval den Chineeschen majoor Tcheng-ki-tong onder den arm te nemen en op de maat der muziek de eetzaal in te marcheeren, weldra volgden twee aan twee de overige gasten en men zag daarbij de zonderlingste combinatiën; over stoelen, tafels en canapé's ging de stoet steeds op de maat der muziek, zorgvuldig oppassende de champagne-, bowl- en bierglazen, die op de tafels verspreid stonden, niet om te werpen. Een hartige dronk volgde op die vermoeiende, doch eenig in haar soort zijnde, polonaise; menig hartelijk woord werd er nog gesproken, menige Bruderschaft gedronken en menige handdruk gewisseld. Beloften van wederzijdsche bezoeken kon men aan verschillende zijden hooren en het woord lag op veler lippen: ‘dat de heer Krupp maar niet dikwijls zulke feesten moest aanrichten, omdat zulk een feest een algemeen verbroederingsfeest, een vredesfeest werd, en de fabriek bij een eeuwigen vrede geen kanonnen meer zou behoeven te leveren, tenzij bij een eeuwig gewapenden vrede.’
Uitslapen, laten liggen, niet wekken, dat waren de bevelen in alle logementen door de gasten voor den volgenden morgen, Zaterdag 9 Augustus, gegeven. Jammer was het niet dat men een deel van den morgen versliep; het regende toch dat het goot; zoodat hij die nog iets van de zeer merkwaardige oude stad Münster wilde zien, daarbij een regenscherm hoog noodig had. Om 1 uur waren de gasten, doch nu voor het laatst, in de eetzaal van het hôtel Gerbaulet voor het déjeuner bijeen, vele stoelen waren echter reeds ledig. Om 3 uur 24 minuten vertrok de trein naar Essen; aan het station Altenessen verlieten de hoogstgeplaatsten der gasten den trein om per rijtuig
| |
| |
naar het lustslot Hügel te worden gevoerd, waar zij de onmiddellijke gasten van den Heer Alfred Krupp zouden zijn. Voor de overigen was echter, als altijd, ook uitstekend gezorgd; aan het station te Essen kreeg men uitnoodigingskaarten om in dit of dat hôtel te gaan logeeren; de rijtuigen stonden gereed; de bagage zou wel per omnibus volgen.
Den Zondagmorgen had men voor zich, en dus na het ontbijt ruimschoots gelegenheid om de groote fabriekstad Essen, een stad die tusschen de 70 en 80,000 inwoners telt, te gaan bezichtigen. Velen brachten ook een bezoek aan ‘de Consumanstalt der Kruppschen Guszstahlfabrik,’ waar de beambte en de arbeider van die fabriek van alles tegen betrekkelijk lage prijzen kan krijgen; meubelen, kachels, kleederen, schoenen, levensmiddelen, ondergoed, in één woord alles wat in een huishouden kan te pas komen.
Om één uur gezamenlijk déjeuner in het Essener-Hof; namens de firma Krupp werd aan de gasten gevraagd wie lust hadden nog een rijtoer in het Ruhrdal te maken. De eenige bezwarende voorwaarde was daarbij dat men zijn kostuum, waarmede men aan het galadiner op den ‘Hügel’ moest verschijnen, een weinig aan stof blootstelde, want men zou dadelijk doorrijden naar het slot van den Heer Alfred Krupp. Veel gevaar voor stof was er echter niet, daar eerst tegen halftwee de zon de regenwolken verjoeg. Een achttiental gasten in vijf open rijtuigen reden ten gevolge van bovengenoemde uitnoodiging in vluggen draf om 3 uur Essen uit; zij beklaagden zich dien toer niet door het schoone Ruhrdal, waarbij men eerst het prachtige landgoed Hügel en toen het vriendelijke stadje Werden aan de linkerhand liet liggen; kort vóór Kettwich werd een oogenblik uitgestegen aan het Jägerhaus. Het werd echter spoedig tijd terug te keeren om te zorgen tegen zes uur op ‘Hügel’ te zijn. Door schoone dreven en langs fraaie waterpartijen bereikte men den hoofdingang van het meer dan vorstelijke lustslot van den heer Alfred Krupp. Ontvangen door den heer F.A. Krupp, werd men eerst nog in de gelegenheid gesteld het een en ander van het omringende park te zien en een bezoek te brengen aan de schoone rij- en koetspaarden, die in ruime stallen naast een zeer groote overdekte manege hunne woning vinden.
Om halfzeven gingen de gasten naar de appartementen van mevrouw Krupp om aan de gastvrouw en aan een vijftal dames,
| |
| |
echtgenooten van hoofdbeambten der Kruppsche firma te worden voorgesteld. Het was eene imponeerende prachtige verschijning, de nog betrekkelijk jeugdige mevrouw Krupp met hare vorstelijke gestalte naast haren, in beide beteekenissen, grooten echtgenoot de gasten te zien ontvangen en voor een ieder een beleefd, vriendelijk en gepast woord overhebbende.
Maar daar biedt Generaal Barantzoff mevrouw Krupp zijnen arm aan; een vijftal der hoogstgeplaatsten, waaronder de Chineesche gezant, volgden dit voorbeeld bij de vijf andere aanwezige dames; de overige heeren sloten zich aan den stoet aan en langs de breede trappen ging het naar beneden naar de eetzaal, waar de schitterende tafel voor de 84 gasten gedekt stond.
In 't midden de dames, de generaals, admiraals, de Chineesche gezant en de gastheer, en naar de einden in rang dalende de overige gasten.
Dat het diner in alle opzichten uitstekend en den gastheer waardig was, is niet te verwonderen; terwijl de aangename toon, die onder de gasten heerschte, bewees dat men elkander in de verloopen dagen van samenzijn had leeren waardeeren en hoogschatten. Aan het diner weerklonken nog vele heildronken, voornamelijk op het Kruppsche huis, en in de eerste plaats op den waardigen chef, den Heer Alfred Krupp, die met alle recht als de ‘Grootmeester der artillerie’ en als de ‘eerste artillerist der wereld’ gevierd werd en voor wiens veelomvattend genie de eerste artilleristen van Europa met eerbied het hoofd bogen.
Ook de philanthropische werken des heeren Krupp, zichtbaar in alles wat hij voor zijne arbeiders heeft verricht, vonden een lofredenaar in den Italiaanschen generaal Rosset. Veel sympathie verwekte ook de in fraai fransch uitgesproken toost van den Rumeenschen kolonel Arion op den eenigen zoon van den roemrijken vader.
Eenig en onvergetelijk was dat samenzijn aan den Kruppschen gastvrijen feestdisch.
Velen waren in uniform en daardoor werd de deftige zwarte rok aangenaam afgewisseld door de gouden versierselen der militaire kleeding.
Na het diner nog een paar uren van gezellig samenzijn in de groote zalen van den gastheer, die op meer dan vorstelijke wijze zijn gasten weet te ontvangen.
De heer Alfred Krupp nam geen afscheid; hij hoopte zijne gasten nog den volgenden dag in zijn koninkrijk, in zijn fabriek,
| |
| |
te zien. De rijtuigen stonden voor en om ongeveer 12 uur reden ze Essen binnen en brachten de gasten naar de verschillende hôtels terug.
Maandag morgen, 11 Augustus, reunie ten 9¾ uur in het Essener-Hof, het hôtel dat het dichtst bij den hoofdingang der uitgestrekte, 400 hectaren groote fabriek is gelegen. Voorafgegaan en vergezeld door eenige ingenieurs werd ten 10 uur naar het Gartenhaus der fabriek opgewandeld. Het Gartenhaus, waar de heer Alfred Krupp vroeger had gewoond, zoude nu ten 1 uur in zijn groote middenzaal de gasten aan een déjeuner herbergen.
Hier werd eenige oogenblikken gewacht op de gasten, die te ‘Hügel’ zelf logeerden en weldra in fraaie equipages kwamen aanrijden; de equipage, die wegens bespanning en inhoud de meeste aandacht trok, was een panier bespannen met twee wilde witte ponies, waarin de Chineesche majoor en een Chineesch marine-ingenieur, die den vorigen dag uit Berlijn te Essen was aangekomen, waren gezeten. De generaal Barantzoff zou met den heer Alfred Krupp wat later komen.
Een ingenieur, gevolgd door een hoornblazer van de brandweer, ging nu de gasten voor door eenige deelen der fabriek. Als de beelden in een kaleidoscoop trokken verschillende bewerkingen van staal en staalmassa's voor de oogen der toeschouwers voorbij. Lang tijd had men niet tot stilstaan en zien, want al spoedig klonk het signaal voorwaarts uit het instrument van den brandweerman. Veel tijd kan dan ook aan een enkele zaak niet worden besteed; de fabriek is te groot en de voorwerpen, die men er vervaardigt, zijn van te verschillenden aard om op één dag alles te zien. Maar toch kreeg men allerlei te zien.
Een blok staal kwam uit een vurigen oven op een wagentje aangereden en werd doorgehaald tusschen machtige walswerken die het vervormden tot een staaf, die bij elk heen en wedergaan door de walsen al langer en langer werd en de gedaante aannam van een spoorstaaf; maar van een spoorstaaf 4 à 5 maal zoolang als een gewone, en die dan ook nog in rood gloeienden toestand in stukken ter lengte van een gewone spoorstaaf werd geknipt. In 24 uur tijd kan de fabriek 2700 stalen spoorstaven, te zamen lang 19125 M., leveren.
Een ander gloeiend stuk staal, dat reeds onder een hamer bewerkt was, ging nu tusschen walsen door en kwam als een plaat te voorschijn.
| |
| |
Nu naar een ander gebouw, maar pas op: daar komt een kolentrein aan, weldra weder door een anderen gevolgd, want het kolenverbruik bedraagt gemiddeld per dag 1800 ton (elke ton van 1000 KG.), waarvan slechts een paarhonderd ton voor de hoogovens bestemd is. Meermalen zal men nog voor een trein uit den weg moeten gaan, want de terreinen der fabriek worden door 39 kilometer gewoon spoor en 18 kilometer smal spoor doorkruist; 14 locomotieven met 537 wagons doen dienst op de eerste lijnen, 10 locomotieven met 210 wagons op de tweede. Buitendien ontmoet men in de fabriek meermalen groote karren getrokken door stevige paarden; 214 dier karren worden door 80 paarden bediend.
Ook voor de telegrafische gemeenschap, gedeeltelijk ten dienste der brandweer, is goed gezorgd; 60 kilometer lijn met 44 stations zijn op de terreinen der fabriek aanwezig.
Doch men moet verder gaan en de roepstem van den hoorn volgen, die allen in een groot gebouw brengt waar het Bessemerstaal in reusachtige retorten werd vervaardigd. De retorten door stoommachines op en neder bewogen stonden ten deele in opgerichten stand en verlichtten met de helder witte vlam, die uit hunnen mond in den schoorsteen trok, de geheele ruimte. Een oogenblik later daalde een der retorten met de monding naar omlaag; uit een nabijstaanden oven werd het vloeibare spiegelijzer bij de kokende gietijzermassa gevoegd; de retort werd weder opgericht en blies daarbij een prachtigen regen van schitterende vonken uit. Noode rukte men zich van het grootsche schouwspel los, maar de groote stoomhamer stond gereed om een blok staal van ongeveer 20,000 KG., een kernbuis voor een kanon van 35.5 cM., door en door te kneden. Het reusachtige staalblok kwam uit een oven te voorschijn, kolossale kettingen omvatten het aan de vóór- en aan de achterzijde, de stoomkraan bracht het op zijn plaats onder den hamer, daar dreunde de grond en het 50,000 KG. wegende hamerblok viel op de gloeiende kernbuis, die bij de onzachte aanraking zichtbaar ineenkromp; de stoomkraan verplaatste het staalblok, de hamer viel opnieuw en zoo ging het door, totdat het blok de gewilde afmetingen had. Maar de gasten zijn alweder verder gegaan door allerlei werkplaatsen naar een proefterrein, binnen de fabriek gelegen.
In een vijver lag een schuit met een pivôtkanon van 7.5 cM., voorstellende het model van een groot schip met een kanon
| |
| |
van zwaar kaliber. De heer Alfred Krupp was zelf aangekomen en begroette zijne gasten; het kanon werd geladen en afgeschoten en het projectiel vloog in een op eenigen afstand staanden kogelvanger; de schuit slingerde zichtbaar heen en weder. Nu werd de schuit met den voorsteven naar den kogelvanger gewend, het kanon langscheeps gedraaid en weder eenige schoten gedaan; hierbij ging de schuit bij elk schot eenige meters achteruit. Een nieuw, maar duur en ook wel wat gevaarlijk middel om de schepen voort te bewegen. De stoet gaat verder naar de modelzaal; maar vooraf maakten allen eene buiging en ontvingen een handdruk tot afscheid van den merkwaardigen genialen man, die tevens een zoo onbekrompen ja meer dan vorstelijk gastheer was geweest. Het rijtuig dat hem wegvoerde werd nagestaard totdat het in een bocht achter een hoogen muur verdween; en zich omdraaiende trad men het gebouw binnen, waar de modellen der door dat genie voortgebrachte uitvindingen op het gebied der artillerie vereenigd zijn.
Veel aantrekkelijks, vooral voor den artillerist, bood die modelzaal, eenig in zijn soort, aan; maar meer dan een half uur kon men er niet vertoeven. Het was toch middelerwijl 1 uur geworden en een keurig fijn déjeuner wachtte de gasten in het Gartenhaus.
Een der generaals bracht nu den dank der gasten uit aan de firma Fried. Krupp voor al het genotene zoowel naar geest als naar lichaam in de voor allen onvergetelijke dagen van 4 tot 11 Augustus 1879.
Niet te lang mocht er getafeld worden, want vóór 4 uur moest er nog veel worden gezien. In de eerste plaats het gieten van een stuk staal van ruim 20,000 KG., een kernbuis voor een kanon van 35.5 cM.; ongeveer 600 werklieden waren in de groote gieterij in schijnbare wanorde, werkelijk in groote orde, bezig de roodgloeiende kroezen, die elk 12 à 25 KG. staal bevatten, met tangen uit de ovens te halen en ze te dragen naar het groote reservoir, dat boven den gietvorm was geplaatst. Alles ging op commando van den meestergieter, en alleen langdurige oefening en groote tucht onder de werklieden maakt het gieten van groote massa's uit een menigte kleine kroezen mogelijk. De groote stoomhamers doen er later verder het hunne toe om een goed product te leveren; kleine stoomhamers zouden de gegoten blokken niet gelijkslachtig genoeg hameren. Aan stoomhamers is anders in de fabriek van Krupp
| |
| |
geen gebrek; 77 dier werktuigen van 100 tot 50,000 KG. gewicht doen den grond voortdurend dreunen.
Stoom, de groote beweegkracht van onzen tijd, wordt in ruime mate ook in de fabriek te Essen gebezigd; 298 stoomketels leveren den noodigen stoom voor 294 stoomwerktuigen van 2 tot 1000 paardekrachten, te zamen vertegenwoordigende 11,000 paardekrachten.
Er wordt ook van alles geleverd door die reusachtige werkplaatsen, tot voorstevens toe voor de groote Duitsche oorlogschepen; een dusdanig kolossaal stuk was in een der zalen te zien.
Nu werden vele werkplaatsen doorloopen waar kanonnen werden afgedraaid, bijgewerkt, geboord, getrokken enz; andere werkplaatsen waar de affuiten werden vervaardigd, waarop die kanonnen moeten rusten. Een rustelooze bedrijvigheid heerschte overal; 8500 werklieden zijn toch op de fabriek bezig; en dan zijn er nog 5300 in de mijnen en 700 aan de hoogovens werkzaam.
Alleen tot het leveren van kanonnen heeft de fabriek een productie-vermogen per maand van: 250 veldkanonnen, 30 van 15 cM., 15 van 24 cM., 8 van 28 cM. en 1 van 35.5 cM.
Den hoofdingang uit, een straat overgestoken en men kwam door een poort op een binnenplaats, waar de kazerne der brandweer is.
Een alarmsignaal weerklonk, en van alle zijden kwamen de brandweermannen snel toeloopen; een bespannen spuit kwam uit een remise aangerend en de 63 man sterke brandweer stond aangetreden.
De exercitiën, die nu volgden, hadden veel overeenkomst met die der Amsterdamsche brandweer, een dergelijk klimhuis als bij de brandweerkazerne in onze hoofdstad was ook daar aanwezig. Reddingstoestellen werden voor den dag gehaald en brandweermannen zakten er langs en er door naar beneden. Lange slangen werden op de brandkranen geschroefd en vier groote waterstralen werkten in verschillende richtingen. Het was de finale van het bezoek aan de fabriek, die door allen hoogst voldaan werd verlaten.
's Avonds ten zes uur muziek, afscheidsmuziek helaas, in den tuin van het Essener-Hof; ten halfnegen vertrokken de meesten reeds per rijtuig naar Altenessen om vandaar op den nachttrein naar Maagdenburg te gaan, ten einde aan eene uit- | |
| |
noodiging van den heer Grüson te Buckau bij Maagdenburg te voldoen om aldaar een pantserkoepel te zien gieten.
De overigen verlieten Essen den volgenden morgen, met een zeer gemengd gevoel van vreugde en weemoed. Van vreugde, dat ze deelgenooten waren geweest van een zoo grootsch internationaal feest; van weemoed, dat ze afscheid hadden genomen van zoovelen uit allerlei landen, met wie zij vriendschap hadden gesloten en die zij wellicht nimmer zouden wederzien.
Van aller lippen klonk echter een loflied ter eere van den grooten industrieel, die getoond had ook een groot gastheer te zijn.
A.L.W. Seyffardt. |
|