De Gids. Jaargang 32
(1868)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |
Aan de redactie van het maandschrift ‘de Gids.’In uw belangrijk en algemeen verspreid maandschrift ‘de Gids’, komt in het nummer van Februarij dezes jaars een stuk voor, getiteld: Japansche Geschiedenis, door W.A. van Rees. Aangezien die talentvolle schrijver daarin onder meer zaken ook een wapenfeit ter loops in beschouwing neemt, waarover ik vermeen bevoegd te zijn te kunnen oordeelen, kom ik der Redactie van ‘de Gids’ beleefdelijk vragen een plaatsje te willen inruimen in haar geacht maandschrift tot nadere toelichting van verrigtingen, bepaaldelijk van den kommandant der Medusa, die, voorgesteld als zij in gemeld stuk zijn, bij sommige personen, die niet goed bekend zijn met zaken, de marine betreffende, indrukken kunnen te weeg brengen, die niet alleen dezen hoofdofficier der marine in hunne achting zouden benadeelen, maar ook de marine in een harer schoone wapenfeiten bij velen zouden te kort doen, hetgeen voorzeker de bedoeling van den Heer W.A. van Rees niet kan zijn. Ik ben tot deze nadere toelichting besloten, toen bij het aandachtig lezen van die beschouwingen over Japansche aangelegenheden, bij mij de gedachte is opgekomen, dat diergelijke stukken uit ‘de Gids’ dikwerf vertaald, ook in het buitenland worden gelezen, alwaar de nederlandsche marine, hoe klein ook, steeds zeer in aanzien is, en omdat elk officier het aan zijn wapen verschuldigd is, niet te dulden, dat feiten, welke bij den landgenoot zoowel als bij den vreemdeling den roem van zijn wapen hebben helpen handhaven, onjuist worden voorgedragen. | |
[pagina 2]
| |
Een oorlogschip is, wel is waar, altijd verpligt vijandelijk vuur onmiddellijk te beantwoorden, en zoo beschouwd, is er niets buitengewoons door de Medusa verrigt; doch wanneer de talentvolle schrijver overweegt, dat hier alles op het kalm en vlug bedienen van het geschut aan boord aankwam, om het den vijand in het wel rigten zijner stukken zoo lastig mogelijk te maken, en daarbij niet vergeet, dat de Medusa eigenlijk een gebrekkig oud stoomkorvet met te gering stoomvermogen was: dat het forceren van den doortogt naar de Binnenzee, niettegenstaande den fellen tegenstroom, al vurende is gelukt; dat het roer of de schroef door een kogel getroffen wordende, het schip reddeloos verloren was; dat op zeer weinig uitzonderingen na, de geheele bemanning nog nimmer den vuurdoop had ondergaan; dat eindelijk de goede naam onzer marine geheel op het spel stond, want van verscheidene europeesche natiën, zoowel als van Amerika, lagen oorlogschepen ter reede van Yokohama, die niet verzuimd zouden hebben de geringste fout op te merken, hetzij in het handhaven der goede orde binnen boord, hetzij in het manmoedig bedienen van het geschut, - wanneer de Heer van Rees dit een en ander goed doorgrondt met een scherp en onbevangen oordeel, dan zal hij moeten toestemmen, dat gewone wapenfeiten wel eens door bijkomende omstandigheden buitengewone kunnen worden, en dat de geheele bemanning, van den kommandant af, door de verantwoordelijkheid op zich te nemen, tot den geringsten scheepsjongen toe, door het snel aanbrengen van kardoezen en projectielen bij de stukken, zich zeer verdienstelijk maakte; dat zoodanige bemanning wel eenigen lof verdiende, en het forceren der straat Simonoseki door zulk een schip, in zulke nadeelige omstandigheden van hard toenemenden tegenstroom, een feit is, waarop de nederlandsche marine het regt heeft met gepaste fierheid te wijzen. Op bladzijde 187 onder anderen lezende, vindt men: ‘De schade hersteld hebbende, zet de C.... de reis voort, niet verder langs de Binnenzee, maar door het Boungo-kanaal. Bij kaap Idzu ontmoet hij het fransche oorlogsfregat Sémiramis, admiraal Jaurês, verneemt dat deze naar Simonoseki stoomt om den landsheer voor het vuren op de Kien-Chan te bestraffen en gaat zelf door naar Yokohama.’ Aangezien nu elk oppervlakkig lezer, onbekend met Japan, | |
[pagina 3]
| |
niet bekend met marinezaken, hieruit kan afleiden, dat 1o. de Medusa wèl door de geheele Binnenzee de reis had moeten vervolgen en 2o. dat de Medusa de franschen admiraal wel had mogen volgen om deel te nemen aan de afbreuk die den landsheer van Nagato te wachten stond en die hem nu alleen door de Franschen zou toegebragt worden, acht ik mij verpligt voor zulk ‘lezen tusschen de regels door’ te waarschuwen, opdat men niet verkeerdelijk oordeele over deze twee handelingen van den kommandant. In het boekwerkje van dezen hoofd-officier: De Medusa in de wateren van Japan, dat door den Heer van Rees zelf wordt aangehaald en dus door ZEd. wel gelezen zal zijn, staat duidelijk de reden opgegeven waarom hij zoo handelde en onmogelijk anders handelen konde. Het is vreemd dat de Heer van Rees, wanneer hij wapenfeiten beoordeelt, er niet aan gedacht heeft, dat somtijds daden gepleegd worden, die, zonder behoorlijk toegelicht te zijn, door de lezende wereld al zeer ten nadeele kunnen uitgelegd worden van hem die ze pleegde. Hoe kundig en toegerust met militaire ondervinding de talentvolle schrijver zijn moge, hij duide het mij ten goede, wanneer ik durf verklaren, dat hij nimmer de handelingen van een kommandant van een oorlogschip goed begrijpen zal, noch kan. In de Binnenzee gekomen, werd de reis zuidwaarts door het Boungo-kanaal vervolgd, omdat de Consul-Generaal, in overleg met den kommandant, meende niet verantwoord te zijn (nu er na het gebeurde op de politieke gezindheid der verschillende landsheeren (Daïmo's) niet vertrouwd kon worden), andermaal te beproeven den een of anderen doortogt langs vijandelijke batterijen te forceren; zulks ware vooral met een schip als de Medusa was, zeer gewaagd en hoogst laakbaar geweestGa naar voetnoot1. Bij kaap Idsu den franschen admiraal ontmoetende, had de Medusa, die voortdurend van stoom gebruik gemaakt had, wegens veel tegenwind en stilten, nog ter naauwernood voor een etmaal kolen aan boord, waarmede Yokohama, de plaats van bestemming van dezen togt, moest bereikt worden. Ware de geachte schrijver zeeman, hij zou onmiddellijk begrepen hebben, dat de kommandant der Medusa onmogelijk anders kon doen | |
[pagina 4]
| |
dan zelf naar Yokohama door te stoomen. Bovendien zij hier nog opgemerkt, dat de grootste snelheid van het schip, met volle kracht stoomende, zes duitsche mijlen in de vier uren bedroeg en dat minstens twee etmalen, meestal drie, voor dezen bodem noodig waren om van kaap Idsu naar Simonoseki te stoomen.
's Hage, 21 Febr. 68. de Kapitein ter Zee, de Casembroot. |
|