De Gids. Jaargang 10(1846)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 128] [p. 128] Bruilofts-sonnetten. I. Is niet Mei de zoete tijd van paren? - Als de Lente bloesems vlecht en kruid Om het hoofd van bruidegom en bruid, En ze geestig slingert door hun hairen; Als de nachtegaal in 't loover fluit, En in 't donzig groen der hazelaren 't Duifje kirt, verscholen in de blaêren, 't Vinkje kweelt met liefelijk geluid? Zie! de bij zweeft om de boekweitairen, Zie! de vlinder wringt der cel zich uit, Om der roos zijn minne te verklaren; Zelfs de stroom den liefdegloed niet stuit; Heel natuur is bruidegom en bruid: - Is niet Mei de zoete tijd van paren? - II. Waarom dan den bruinen Herfst gekozen? Waarom dan, o jong en zalig paar! Eik en loof geslingerd door het hair, Voor een krans van witte en roode rozen? [pagina 129] [p. 129] Acht gij 't ligt den schoonsten tijd van 't jaar, Om in d'arm der liefde te verpoozen, Wen 't satijnen waas der abrikozen Blinkt als 't goud der volle korenair? Zoo ik niet de wang der bruid deed blozen, 'k Vroeg dan: viel het toeven u te zwaar? - Doch ik mogt mij zelf verroekeloozen! Zeg mij daarom, jong en zalig paar! Zeg het aan der speelnoots blijde schaar, Waarom toch den bruinen Herfst gekozen? - III. Moog' het Zuiden op zijn Lente bogen, Schooner is de Herfst van 't krachtig Noord; Trouw en houw, gelijk der mannen woord, Rein en klaar, gelijk der vrouwen oogen. Zweeft geen lentegeur om 's beekjes boord, Den- en pijnboom geuren in den hoogen! - Zijn de bloesems voor den wind vervlogen, Zie! de vrucht groeit rijk en duurzaam voort! En hoe ook de stormen woeden mogen, De Eik stijgt op ten Hemel, ongestoord, Vaster wortlend, hoe te meer bewogen! Beeld der min, die in ons harte gloort. - Daarom hecht de Herfst, in 't krachtig Noord, 't Best den band, die zielen houdt omtogen. [pagina 130] [p. 130] IV. O! zoo moog de feestdag van uw leven Niet een dag der wufte Lente zijn, Nu eens buijen, dan eens zonneschijn, Maar een Hemel, waar geen wolken zweven. Schoon dan ook de bloem der jeugd verkwijn', Herfst noch stormen zullen d'eik doen beven; Schaduw en beschutting zal hij geven, Schoon der bloemen geur en kleur verdwijn'. Tooi dan 't Zuid in Lentes rijke dreven 't Hoofd der bruid met mirthen en jasmijn, Hier zij eikenloof er door geweven; Voor het Noorden is de Herfst festijn! - En zijn poolstar, schittrend als robijn, Moge als gids en leidstar voor u zweven! - Vorige Volgende