De Gids. Jaargang 7
(1843)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtvrij
[pagina 452]
| |
Ik heb u lief!(Jeg elsker Dig.)Gij, kleine plek, van golfgeklots omgeven,
Met schoone bloemen op uw groene strand,
En 't voglenkoor in uwe groene dreven,
Ik heb u lief: gij zijt mijn Vaderland!
Gij, vóórtijds ReuzenterpGa naar voetnoot(1), met diepe voren
Omploegd, lang vóór nog Skjold of Dan bestond,
Door gefion's M larstier met gulden horen,
Ik heb u lief, o mijn geboortegrond!
Gij, leliebloem der zee! uw zoete geuren,
Hoe lieflijk trekken ze ons naar 't zoute strand!
't Is gefion's kelk, die bloem met onschuldskleuren;
Ik heb u lief: gij zijt mijn Vaderland!
o Land, bestraald door 't morgenzonnegloeijen,
Van verre kust tot aan uw groene strand!
Schoon om dat strand soms wilde stormen loeijen,
'k Heb toch u lief: gij zijt mijn Vaderland!
Gij, bruid des Oceaans, wier eeuwig dralen,
Hem, hooploos minnend, drijft van 't koude strand!
'k Wil zingen, tot mijn laatste zon zal dalen:
Ik heb u lief: gij zijt mijn Vaderland!
Naar het Deensch. Vd. |
|