Pandectas. Dit reuzenwerk, begonnen op eenen leeftijd, waarop anderen de kracht hunner vermogens reeds beginnen te verliezen, zette hij tot en met het 27ste Boek voort, toen een bijna tachtigjarige ouderdom de verdere bewerking staakte.
De onafgedane taak werd door niemand opgevat, en de geleerde wereld kwam slechts gedeeltelijk in het bezit van een Werk, dat al het bestaande overtrof, en - hoe ook latere nasporingen een nieuw licht op sommige punten mogen verspreid hebben - welligt ook na dien tijd niet werd evenaard.
Het was bekend, dat noodt, gedurende zijn lang gerekt leven, vele jaren collegiën over de Pandecten had gehouden; aan de dictaten daarover werd een groot gewigt gehect, en de Heer huguenin besloot daarom dien arbeid over de door noodt in zijnen Commentarius niet behandelde Boeken uit te geven. Als het Werk van een zoo beroemd Schrijver, verdient die uitgave elks belangstelling; al is veel door den tegenwoordigen stand der Wetenschap gewijzigd - al is zelfs de ratio docendi door noodt gevolgd, niet navolgenswaardig bij de tegenwoordige begrippen omtrent Hooger Onderwijs in 't algemeen, en de studie van het Romeinsche Regt, overeenkomstig onze behoeften, in 't bijzonder.
Wij spreken van onze behoeften, en wij hechten gewigt aan die uitdrukking, al ware het alleen om een openlijk protest te doen tegen eene onbegrijpelijke, steeds meer en meer veld winnende, dwaling, dat de beoefening van het Romeinsche Regt onnoodig en overbodig zou zijn voor den hedendaagschen Regtsgeleerde, - eene dwaling, welke niet slechts door vadzigheid en onverstand wordt gedeeld, maar door mannen van naam en gezag, zoo als door den Parijschen Hoogleeraar bravard veyrières, in zijn Werk: De l' étude et de l' enseignement du droit Romain et des résultats qu'on peut en attendre, openlijk wordt verkondigd. Het moge in ons Vaderland zoo verre niet gekomen zijn, - de onverschoonlijke, de schandelijke gemakkelijkheid, waarmede de regtsstudie ook hier veelal wordt behandeld, maakt eene waarschuwing niet overbodig. Of is de toestand van het regtsgeleerd onderwijs ten onzent overal zoodanig, als zij behoorde te zijn?
Wij willen billijk wezen. Het Hooger Onderwijs in de Regtswetenschap heeft zich in de laatste jaren niet zelden loffelijk gehandhaafd, en behoeft bij dat van andere Landen welligt niet achter te staan; maar er is eene ongelukkige neiging, om in dat opzigt toch niet te veel te vergen, eene neiging, die alle grondige