bruik zon ik het niet weren. Of wat verhindert Hem, die de tijden en gelegenheden in Zijne hand heeft, ook dat te gebruiken tot heiliging van Zijnen naam in de harten? Hoe menigeen werd door Hem gevonden, terwijl hij Hem niet zocht. En gij kent de geschiedenis van den Ethiopischen Kamerling.
Neen, wij zagen met belangstelling en ingenomenheid ook onder ons, op het voorbeeld, in vele andere Landen gegeven, een Christelijk Jaarboekje aangekondigd. En toen het ons door toevallige omstandigheden eerst onlangs ter aankondiging of beoordeeling in handen kwam, was onze eerste gewaarwording spijt over die late ontvangst.
Na de lezing van den christophilus, spijt ons die late ontvangst nog meer. Want aankondiging komt nu niet meer te pas; en dus één van beide: beoordeeling, of terugzending aan de Redactie. Ongaarne uiten wij over het Werk van Schrijvers, die onverpligt het publiek wilden nuttig zijn, een ongunstig oordeel. Ongaarne keuren wij de uitvoering af van eene onderneming, die wij op zich zelve goedkeuren, welker bedoeling wij toejuichen. Maar aan den anderen kant is het niet heusch, wat wij zelve ongaarne doen, aan anderen over te laten; en vordert de kritiek bovenal aanwijzing van het gebrekkige, zal zij van eenig nut zijn. Wij beoordeelen dus, en bij het oordeel, dat wij moeten uitbrengen, haasten wij ons met de gedachte, dat het op den aankoop van het Boekje voor dit jaar geenen invloed meer uitoefent, en misschien iets kan bijdragen, om eene plant, welker krachtigen frisschen bloei wij wenschen, uit den grond, waarin wij vreezen, dat zij spoedig zal verkwijnen, in betere aarde te doen overbrengen.
Een woord over den Titel: Christophilus, Christelijk Jaarboekje, enz. enz. Waarom niet alleen de Graeco-Latijnsche Titel, en dan Jaarboekje voor 1841, en niets meer? Het epitheton Christelijk zegt te weinig en te veel Te weinig, daar het wel de strekking van het Boekje aanduidt, maar niet de bedoeling, van zich geheel aan Godsdienstige beschouwingen te wijden. Te veel voor de Lezers, in wier handen wij het wenschen, en die misschien om dat epitheton, en die Godsdienstvrienden, het Boekje niet hij voorkeur kiezen uit de Jaarboekjes, die hun ter keuze worden toegezonden. - Doch gaarne geven wij in dit opzigt ons oordeel voor beter.
Maar de inhoud: Proza en Poëzij, zegt de titel. Van de een en veertig Stukjes zijn er 26 op rijm; maar Poëzij? Zelfs ter haar leverde drie bijdragen onder deze rubriek; maar nimmer