Album.
Korte berigten over boekwerken, vlugschriften, enz., aankondigingen van vertalingen, letterkundig nieuws, enz.
Amsterdamsche Studenten-Almanak voor het Jaar 1841. Te Amsterdam, bij J.D. Sybrandi.
Reeds voor twee jaren stond de Amsterdamsche Studenalmanak niet hoog - veel achteruitgang was dus niet mogelijk. Is hij dan vooruitgegaan? ook dat niet. Zoo wij hem met den Leijdschen vergelijken, komen wij tot het volgende resultaat: 1o. Dat de Amsterdamsche er niet zoo geweldig polyglottisch uitziet als de Leijdsche, waar gedichten in niet minder dan vijf talen voorkomen. De Amsterdammer is zediger - men vindt er slechts Hollandsch en Fransch. 2o. Dat de poëzij in beide even onbeduidend is. Het gedicht aan Mad. matthey heeft bij eene vloeijende en aangename versificatie het voordeel, slechts één onverstaanbaar couplet op de vier (waaruit het bestaat) te tellen, en is, naar ons inzien, het beste uit den Amsterdammer. 3o. Dat, als gij enkele trekken uit Bluffonosie uitzondert, de geestigheid van den Leijdenaar aan zijnen jongeren broeder ontbreekt. De rubriek: Losse Gedachten, vroeger dikwijls vol piquante en geestige opmerkingen, missen wij dit jaar geheel.
Dat het Athenaeum in het afgeloopen tijdperk niet rijker aan lotgevallen was, is buiten de schuld der Redactie - doch dat dit weinige in erger dan Courantenstijl wordt verhaald, is niet te vergeven.