De Common Informer.
Eene der keerzijden van de Engelsche vrijheid, een der drukkende lasten, die op de schouders van den onafhankelijken en lompen john bull weegt: eene persoon, die, door bijna allen gevloekt, echter een onmisbaar raderwerk van de oude en hooggeprezen en algemeen gezegende staatsmachine is.
Intusschen heeft jeremy bentham zijne bediening hoog eerwaardig genoemd, en ze met die van den ouden cato vergeleken. Maar ons klassiek gevoel druischt er tegen aan, wanneer wij den spie, die in de huizen dringt, die de muzijk van den arme beluistert en verklapt, die den armen handwerksman zijne uitspanning vergalt, door op hem de aan het land ontsmokkelde stuiver tiendubbeld te wreken, met den Romeinschen Censor hooren vergelijken, waarmede hij geene andere overeenkomst heeft, dan dat hij van tijd tot tijd voor een glas krachtigen drank den valkenblik sluit.
‘Wanneer de geregtigheid zijn blinddoek wegwerpt, en zij strikken spant voor arme en eenvoudige lieden, dan vervalt haar trawant de common informer, van zijne waardigheid, en wordt even verachtelijk als een worm. Zoo vertoont hij zich van de honderd, negen-en-negentig malen aan onze oogen: daarom vinden meest allen er behagen in hem in het slijk te vertrappen.’
Wij weten niet of deze woorden aan een Chartist toebehooren. Wij vonden ze in het bekende Werk de Engelschen door zich zelven geschilderd. Met voordacht ontleenden wij daaruit de karikatuur van eenen toestand, die aan geenen onzer nationale ten eenemale analoog is. Immers niet lang geleden vonden wij