De Gids. Jaargang 3(1839)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Duinlied. Luchtig gesprongen door 't mullige duin; Lustig gezongen op helling en kruin; Hoor! in ons lied stemt het lied van de streek, 't Bruisen der zee en het ruischen der beek. Holland! zoet Holland! hoe zwelt ons het hart Dáár, waar uw duinwand de zeevloeden tart; Waar al de schat van uw' weligen tuin Grenst aan de dorheid van 't stuivende duin! Nedrig van buiten, maar rijk in uw borst, Zijt ge, zoet Holland! door duinen omschorst; Wat u belaag' op den vloed of op 't land, Zwigte als de golven voor 't schuttende zand. J.P. HEIJE. Vorige Volgende