Verbetering.
In No. XI van ons Tijdschrift, bl. 549 en 550 vond eene Recensie plaats van de Bijzonderheden uit het Leven van Jezus Christus, door j.m. schrant. 2e Druk. enz. De Hoog Eerw. Hooggel. Schrijver maakte op een paar der daar gemaakte aanmerkingen bedenkingen, die beide der Redactie voorkomen juist en gegrond te zijn. Zij deelde deze daarom aan den geachten Recensent mede: en het is haar aangenaam ook aan ZEd. verlangen te voldoen door de gemaakte misstelling te verbeteren.
Zie hier de woorden van den Recensent, uit ZEd. antwoord overgenomen:
‘Ten gevolge der aanmerking van Prof. s. op de aankondiging van enz. erkent Referent door eene schrijffout een misslag te hebben begaan in de aanmerking op het gestelde: wees behoeftig; zijnde die uitdrukking in genoemd werkje: zijt gij behoeftig, waardoor dan ook de gevolgtrekking van Ref. vervalt.’
‘Eene tweede aanmerking van Zijn Hooggel. kan niet zoo gaaf worden toegegestemd, daar zoowel het eene als andere gevoelen kan worden verdedigd.’