De Gids. Jaargang 1(1837)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Sympathie. (Franz. Dingelstedt.) ô Mogt ik, vol van vreeze en zoet verlangen, Mijn' blik op uwe omnevelde oogen slaan! ô Wapperde ik rondom uw heete wangen, Verkoelend als een zephyr af en aan! Wat zoude ik gaarne aan uwe sponde staan, Die thans uw leên meêdoogloos houdt omvangen; En, Engel op mijn ruwe levensbaan, Daar over d' adem van uw' boezem hangen! Maar ik ben krank als gij, en zende alleen Dit kleine lied als bode tot u heen, Tot u, wier trouw ik nimmer zal vergeten; - 't Brengt u mijn' groet vol liefde en teederheid, En slingert, daar ons de eigen krankte scheidt, Om beider spond' de onbreekbre liefdeketen. B. [pagina t.o. 276] [p. t.o. 276] Vorige Volgende