Daar steekt hij hem in den deftigen tabbaard, en de zonderlinge pleitbezorger neemt voor de balie zijne onherroepelijke conclusiën. Waarlijk, er behoefde in het Duitsche versje, onder dit stuk geplaatst, niet met zoo vele letteren te staan, dat hij de éénige pleitbezorger is, die zijne zaken spoedig afdoet, en alle processen wint; - die waarheid valt ook den eenvoudigste, bij de eerste bezigtiging, in het oog. Spoorde wraaklust den onbekende, misschien, tot het geven dier ergernis van alle practizijns aan?
Wat hiervan zij, - het vernuft, waarmede hij den Ongenoodigden Gast in de verschillendste toestanden weet op te voeren, schijnt onuitputtelijk. Nu eens zit de dood, met den beker in de hand, aan een vrolijk gastmaal voor; en hij, die alle gezondheid vernietigt, drinkt gezondheden; - dan weder is hij de leerling eens kunstschilders, die begint met het palet te houden en verwen te wrijven, om nooit zelf het penseel te voeren, of de doode kleuren te bezielen. - Ginder is hij kantoorbediende of hansworst, trommelslager of tuinman, vrolijk of ernstig, geëerd of veracht; Minister, die verzoekschriften aanneemt, of Vaandeldrager, die het leger den weg wijst, alles en overal!
Eene enkele voorstelling verdient dubbele opmerkzaamheid: in een rijtuig zitten kinderen te lagchen en te springen; de koetsier, - gij vermoedt wie koetsier is, - klapt met de zweep; alles ademt vreugde, genot, zorgeloosheid; slechts de moeder, in een' hoek van den wagen weggedoken, schijnt zich te beklagen, dat de vaart zoo snel is: - arme, wijze moeder!
Van iets ééntoonigs zijn echter deze schilderijen niet vrij te pleiten, en het is dááraan toe te schrijven, dat zij op den voorbijganger of beschouwer zoo weinig en zoo zelden eenen diepen indruk maken. De zedeles: ‘het leven is onzeker, de dood gewis!’ verveelt, omdat zij te gedurig herhaald wordt; immers zoo ging het ons, - ook u, Lezer? Ontvang dan, ter schadeloosstelling, de volgende anekdoten van onderscheiden wijzen van sterven; Montaigne zoude er gaarne naar geluisterd hebben:
Bayle wees stervende, waar de drukproeve lag, die hij voor de pers had nagezien.
De laatste woorden, welke Lord Chesterfield uitte, toen de knecht zijne bedgordijnen opende en Mr. Dayroles aankondigde, waren: ‘Geef Dayroles een' stoel.’
Een' oogenblik vóór zijnen dood sprak Nelson: ‘Zeg Collingwood, dat hij de vloot doe ankeren!’
De Hertog Van Enghien zeide tot de krijgslieden, die hunne wapenen op hem rigtten: ‘Lager die geweren, Grenadiers! anders zult ge misschieten, of mij slechts wonden!’ en hij wilde niet geblinddoekt worden.