van den Missionaris, zijne meer hartelijke dan keurige poëzij, nemen echter onwillekeurig voor hem in; - bij zijn Vaarwel aan mijne betrekkingen herinnerden wij ons de schoone plaats uit Fénélons Schriften, waar deze zich verontschuldigt, niet zelf het Kruis van Christus onder vreemde volken te zijn gaan prediken, en wij vergaven den man om zijnen arbeid het gebrekkige zijner woorden. Schoon niet onberispelijk van stijl, is het korte uittreksel uit het dagboek van den Heer Otto de Boer, Overtogt van den Simplon getiteld, veel meer voor algemeene lectuur geschikt; wanneer er eene fijner schaaf over gegaan ware, hadden wij het gaarne als eene proeve van levendige natuurbeschrijving medegedeeld. Deze jeugdige kunstenaar, vier van wiens teekeningen tot modellen der houtsneden dienden, welke de Uitspannings-Lectuur versieren, schijnt veel aanleg te bezitten; maar het gaat met zijne schetsen als met zijnen stijl, beide zijn te ruw, te weinig voltooid, en verraden eenen smaak, die nog verre is van op zuiverheid te mogen roemen - men zie het titelvignet! Veelligt echter leert hij in Ausonië der Bevalligheden offeren, zijn Waterval bij Tivoli geeft er ons hoop op; Gas Baronne, Het Klooster van de H. Catharina, en de geprezen Waterval, zijn nieuwe bewijzen van het talent des verdienstelijken Cranendoncqs. De druk had beter kunnen zijn.
Wij hebben misschien onze eischen op de Redactie te hoog gestemd voor het publiek, dat zij zich voorstelt; wij kennen haar gaarne den lof toe, niets dat naar godsdiensthaat of partijzucht zweemt, in deze bladen te hebben aangetroffen, en zoo zij ons al noch door de oorspronkelijke, noch door de vertaalde stukken opwekt, haren arbeid te bewonderen, zij boezemt ons achting voor haar karakter in. Elk stuk heeft eene zedelijke strekking, zelfs waar wij van haar in de keuze der middelen zouden verschillen, (als b.v. de lof der Kloosters op bl. 269, en enkele plaatsen in de trekken uit de Geschiedenis der Heiligen,) is het doel onberispelijk.
In het belang van haar en hare lezers, raden wij haar echter aan, er naar te streven meer oorspronkelijk te zijn - onze oudste Schrijvers, onze Vaderlandsche Geschiedenis, bekwame tijdgenooten, bieden er ruime gelegenheid toe aan. Mogt het haar, trots deze, bij wijle nog aan stof ontbreken, zij kieze de voortreffelijkste stukken van vreemden, en zij keuriger op stijl en taal, dan zij het in dit Deel was.
Het zoude ons verheugen indien onze raad ingang vond, - in geen geval miskenne men onze bedoeling, - want wij zijn diep doordrongen van de waarheid der woorden van de Amsterdamsche Kamer:
De beste tong die stemmen smeede
Zongh Gode lof, den menschen vreede.