Een gheestelijck lust hofken
(1722)–Anoniem Gheestelijck lust hofken, Een– AuteursrechtvrijStem: Rosemont die lagh gedoken.
BArbara! Godts groot' vriendinne
Ick reght op mijn hart en Ziel
Oogh en mondt, Ia al mijn sinnen
Tot u, voor wien ick neer kniel
Barbara! op s'levens endt.
My besorght het Sacrament.
| |
[pagina 238]
| |
Barbara, ghy hoogh gheboren
Zijt gheweest uyt groot geslaght
Barbara, ghy op den Thoren
Van u Vader sijt gebraght. Barbara op &c.
Barbara, ghy hebt doen bouwen
Vensters drye in't toren-huys
Ghy vast stelden u betrouwen
Op u Godt en op sijn Cruys. Barbara op &c.
Ghy daer door te kennen geven
(Barbara) wilden datter was
Een drijvuldigh Godt in't leven
Die bedieden 't derde glas. Barbara op &c.
barbara ghy zijt gheslagen
Van Dioscorus gheweest
Maer ghy hebt de spijt verdragen
Gy waert nergens voor bevreest.
Barbara op &c.
Ghy, o Maeght! had niet te sorgen
Voor u Vaders toornigheyt
Want u heeft een steen verborgen
En uyt sijn gesicht geleyt. Barbara op &c.
Barbara ghy zijt weer gevonden
Voort verraet van eenen Man
Die't mirakel op dier stonden
Had gesien met oogen aen. Barbara op &c.
Doen heeft u vader heel grammoedigh
V doen brengen op de Poort
Ghy de Geessels droegt langhmoedigh
Nimmermeer ghy moet verloort.
Barbara op &c.
Vwe Borsten sijn genepen
Van u lichaem met een tangh
| |
[pagina 239]
| |
Daer op smaeckten zwacke zweepen
Maer al dit viel u niet bangh.
Barbara op &c.
Ghy zijt moedernaeckt getreden
Langhs de Straeten nae't schavot
Hoe hebt ghy doen, Maeght gebeden
Met die leden uwen Godt. Barbara of &c.
Vwen Vader kon niet waghten
Hy heeft selver u onthooft
Maer den herder der gedaghten
Heeft hem oock van Ziel berooft.
Barbara op &c.
Want siet, siet aen een wonder
Aen u Va'er die was soo fel
Godt hem neersloegh met een donder
En hy wierp hem in de hel. Barbara op &c.
|
|