Een gheestelijck lust hofken(1722)–Anoniem Gheestelijck lust hofken, Een– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 198] [p. 198] CII. Een Liedeken van de salige Gheboorte. WEest willekom Emanuel In vleesch en Bloet ons med' gesel, Ons Heylant en Behoeder: Weest willekom O Godes Soon Die komt uyt uwes Vaders Troon Ons aller Heer en Broeder Willekom willekom Die ons herten, En ons smerten Comt genesen Willekom moet ons Iesus wesen. 2. V Heerlijckheyt en Godelijck licht Wort ons vertoont in ons gesicht Met een Vergulden klaerheyt: Die Vader sagen dit van verr', Als in der nacht de Morgen ster, Nu schijnt de Son met waerheyt. Willekom, etc. 3. Willekom die ons vleys en bloet Comt schencken weer u eeuwigh goet En draeght des werelts sonden. Gy komt om onsen 't wil veracht Seer arm in hoy, en krib gelaght In doecxkens teer gewonden. Willekom, etc. 4. Wat sullen wy door danckbaerheyt Bewijsen aen u Majesteyt Voor dese groote goeden? Wy schencken 't hert dat edel pant V met Lofsanck, en liefden brant Met danckbare gemoeden. Willekom, etc. [pagina 199] [p. 199] 5. O langh gewenste zielen schat? Ons toegesandt uyt 's Hemels stadt, Wilkom, o levens poorte Dus vrolijck wy van hert en moedt Omhelsen dit waerdighste goedt Op't Feest van u geboorte. Willekom, etc. 6. Wy singen al met soet geklanck Der Engelen toon, en schoonen sanck Prijsen u groote daden Godt in den hooghsten moet sijn eer. En vreed' den Menschen van den Heer. O sangh der Hemels baden. Willekom, etc. Vorige Volgende