Een gheestelijck lust hofken
(1722)–Anoniem Gheestelijck lust hofken, Een– AuteursrechtvrijOp de wijse: Wilder als Wilt, &c.
WIlder als wilt wie sal my temmen,
Placht ick te singen vroegh en laet:
Ick heb gehoort na Christi stemmen;
Hy roept my tot een and'ren staet. Ick, etc.
Ick was soo wilt, 't mocht aen my blijcken,
Als een Vogel vlieght in de locht;
Maer Iesus met sijne practijcken
| |
[pagina 136]
| |
My soetjens in sijn nette brocht.
Maer Iesus, etc.
Vry ledigh los en onbedwongen:
Mijn wil volghden ick over al:
Dus quam ick snel in't slijck der sonden,
Dat ick altijdt beklagen sal.
Dus quam, etc.
Cupido quam my te beminnen,
En te bestreelen met fenijn;
Ick geef aen Iesus nu mijn sinnen,
Om te genieten sijn aenschijn.
Ick geef, etc.
O Heere mijn, laet my mijn sonden
Tot allen tijdt beschreyen sijn:
Verlicht mijn hert om te door gronden
Die wonden zwaer der zielen mijn.
Verlicht mijn, etc.
O Heere! mocht ick u recht beminnen
Vyt's herten grondt met liefde puer:
Sterckt my met kracht om te verwinnen
Mijn sinnen wilt, en zeden stuer
Sterckt my,
Heere Jesus, leert my mijn wil breken,
Al valt't my somtijds hart, en zwaer:
Want ick sien hier soo veel gebreken
Dat ick met rust u volge naer.
Want ick, etc.
Wilder als wilt, heb ick gesongen,
Nu keer ick met Godt, sin en toon;
Want Godes Geest heeft my bedwongen,
En my getemt met genaden schoon.
Want Godes, etc.
| |
[pagina 137]
| |
Nu dan mijn ziel, in al u dagen
Geeft uwen Bruydegom eer en lof:
Soeckt hem in deught steets te behagen;
Adieu dan werelt, asch en stof.
Soeckt hem, etc.
Heer Jesus mijn recompencie,
Als ghy komt oordeelen ter Troon;
Dat ick mach hooren u Sententie:
Komt hier mijn Bruyt ontfanght u Croon.
Dat, etc.
|
|