Gezangen voor kinderen en jonge lieden
(1804)–Anoniem Gezangen voor kinderen en jonge lieden– Auteursrechtvrij
[pagina 26]
| |
[pagina t.o. 26]
| |
[pagina 27]
| |
Het is mij ditmaal dan gelukt
Een eerprijs te behalen;
o Ik ben nog geheel verrukt.
Mijn blijdschap kent geen paalen.
Hoe heerlijk, heuchlijk is mijn lot.
Ik durfde 't zoo niet wachten.
Maar dank zij daarvoor U, o God!
'k Ontving van U de kragten.
Vermogens schonk Uw goedheid mij,
Dat ik, bij zoveel eere,
Toch boven alles needrig zij,
En recht Uw gunst waardeere.
| |
[pagina 28]
| |
Dan zal dees prijs, hoe groot of schoon,
Geen ijdlen hoogmoed wekken,
Neen! maar tot deugd en vlijtbetoon
Me een nieuwe spoorslag strekken.
ô God! dat zal, dat moet hij zijn.
'k Zal steeds volijvrig poogen,
En zoo, o goede God! niet mijn'
Maar Uwen lof beöogen.
|
|