Gezangen voor kinderen en jonge lieden
(1804)–Anoniem Gezangen voor kinderen en jonge lieden– Auteursrechtvrij
[pagina 18]
| |
[pagina t.o. 18]
| |
[pagina 19]
| |
Het Vooglenchoor, dat treurig zweeg,
Barst uit in lofgeschal,
't Woud schatert van hun blijden Zang.
't Is blijdschap overal.
Daar strijken Bijen op 't gebloemt,
Ja, met een zagt gebrom,
Heet dat arbeidzaam talrijk heir
De Meimaand wellekom.
Door ons, ons Kind'ren, ook gejuicht,
Ja, met een blij gemoed,
En met een dankbaar lofgezang
De lieve Mei begroet.
| |
[pagina 20]
| |
Het wemelt al van werkzaamheid.
Natuur leeft van rondsom.
Kom, heeten wij met nieuwe vlijt
De Meimaand wellekom.
Vernieuwde vlijt, door vreugd' en lust
In 't oefenperk geleid,
Verkondigt aan den goeden God
Best onze dankbaarheid.
Ja, God! tot arbeid riept Gij ons,
Roept Gij ons, dezer uur,
Voldoen wij dan Uw stem, o God!
En de inspraak der natuur.
| |
[pagina 21]
| |
Welaan! Verstand, en hand en hart,
Aan d'arbeid toegewijd;
Want beter Lofzang rijst 'er niet,
Dan welbesteede Vlijt.
|
|